‘Beelden van koning Albert II met minderjarig meisje’: Michel Nihoul, relict van het oude corrupte België, is niet meer

De jury achtte hem op het proces-Dutroux met zeven stemmen tegen vijf mee schuldig aan kinderontvoering, maar het hof ging daar tegenin. Michel Nihoul, een stukje juridisch enigma uit de jaren 90, die vaak pochte met zijn connecties, is op 78-jarige leeftijd overleden.

Oplichter. Vrouwengek. Volkomen onbetrouwbaar. Het waren de vaakst voorkomende adjectieven in het moraliteitsverslag, de biografie die voor aanvang van elk assisenproces over elke verdachte wordt opgesteld. Opvallend: in het geval van Nihoul waren dit de bewoordingen van de drie kinderen uit zijn eerste huwelijk.

Nadat hij ergens eind jaren 60 een bar had geopend in Spa en zijn toenmalige echtgenote een paar handtekeningen had laten zetten waar ze dat beter niet had gedaan, had hij haar en de kinderen met de schulden laten zitten. Ze zouden hem nooit meer te zien krijgen. Tot die dag in 1996 de bijna karikaturale mugshot van een soort doorzopen maffioso zijn weg naar de tv-schermen vindt.

‘Secretaire en chef’

Michel Nihoul wordt op 23 april 1941 geboren in Verviers. Zijn vader is croupier in de casino’s van Spa en Middelkerke. Zijn enige gekende opleiding is die van binnenhuisarchitect. Na zijn faillissement heeft Nihoul baantjes als vrachtwagenchauffeur, brillenverkoper en verzekeringsagent. Hij is vooral een nachtraaf en als hij in 1975 de Brusselse advocate Annie Bouty ontmoet, zijn tweede echtgenote, opent zich een nieuwe wereld voor hem.

Bouty is nauw bevriend met Philippe Deleuze, een jonge en erg getalenteerde advocaat met een hoop connecties. Het zijn de hoogdagen van de CEPIC, een soort partij binnen de dan nog erg machtige Franstalige christendemocratische partij PSC die de extreemrechtse terreurgroep Front de la Jeunesse mee financiert. Het zijn tijden van geritsel, achterkamertjespolitiek. Nihoul gedijt heel goed in dit wereldje van wheelen en dealen. Boete gekregen? Moet je voor de rechtbank verschijnen? Wend je tot advocatenkantoor Cadreco en vraag naar de Secrétaire en Chef, Jean-Michel Nihoul. Die Jean heeft hij zelf toegevoegd.

In 1978 vliegt Nihoul de gevangenis in vanwege een frauduleus faillissement. Geen nood, Cepic-kopstuk en PSC-minister Joseph Michel haalt hem er met een aanbevelingsbrief weer uit.

Seksfuiven

Nihoul verzorgt eind jaren 70 de electorale campagnes van de latere Brusselse minister Jean-Louis Thys en van Jean-Paul Dumont, en beschrijft in zijn in 1998 verschenen autobiografie ook onderonsjes met oud-premier Paul Vanden Boeynants.

Nihoul is een verwoed bezoeker van seksfuiven. In een gefilmd gesprek, op restaurant met journalisten van het Franse Canal+, pocht Nihoul in 2002 over wat hij allemaal weet over “vier ministers”, de Bende van Nijvel en koning Albert II. Hij beweert in het bezit te zijn van beelden van de gewezen vorst, die in de nachtclub Mirano ooit seks zou hebben gehad met een minderjarig meisje. Het Duitse weekblad Der Spiegel zei die beelden in 2000 in de marge van een interview door Nihoul aangeboden te hebben gekregen “in ruil voor een bedrag met zes nullen”.

Nihoul was ook even dj bij een vrije radio en toen hij in 1984 merkte wat voor succes Live Aid had, zette hij zijn schouders onder de vzw SOS Sahel. Die deed duizenden Belgen geld storten, waarna Nihoul het verbraste. Dat het hem altijd weer lukte dit soort dingen ongestraft te blijven doen, verklaarde hij ooit met een uitleg die lang aan hem zou blijven kleven: “Ik heb een arm zo lang als de Donau.”

Zaak-Dutroux

Op vrijdag 9 augustus 1996 schaken Marc Dutroux en Michel Lelièvre aan het zwembad in Bertrix de dan 12-jarige Laetitia Delhez. Procureur Michel Bourlet en onderzoeksrechter Jean-Marc Connerotte komen Dutroux vrij snel op het spoor. Op 13 augustus om 13 uur worden Dutroux, zijn vrouw Michelle Martin en Lelièvre gearresteerd. Hun telefoonverkeer wordt nagetrokken. Eén nummer springt eruit. In de dagen net voor en net na de ontvoering hebben Dutroux en Nihoul meer dan twintig keer gebeld.

Op donderdag 15 augustus worden Laetitia en Sabine Dardenne bevrijd in Marcinelle. Nihoul wordt die avond ondervraagd. Waar gingen al die telefoontjes over? Nihoul komt met een lulverhaal over een auto die door Dutroux van Brussel naar Charleroi diende getakeld. Hij wordt gearresteerd en zal een kleine twee jaar in voorarrest blijven zitten.

Op het assisenproces in 2004 in Aarlen werd duidelijk dat Nihoul een Britse xtc-dealer had verklikt en als part of the deal voor 12.000 euro xtc-pillen had gekregen van de rijkswacht. Volgens Jan Fermon, de advocaat van de inmiddels volwassen Laetitia, waren Dutroux en Nihoul in de zomer van 1996 bezig de opbrengst van die xtc te investeren in prostitutie. Volgens hem was Dutroux een week voor Laetitia’s ontvoering door Nihoul naar Slowakije gestuurd om “meisjes te halen” en was dat mislukt. Waarna Nihoul met al die telefoontjes de druk bleef opvoeren en Dutroux, psychopaat als hij is, gewoon ergens willekeurig een meisje was gaan schaken.

Op geen enkel moment werd de twijfel bij zijn rol in de zaak-Dutroux zo helder als toen twaalf juryleden moesten oordelen of hij mee schuldig was aan de ontvoering van Laetitia. Zeven juryleden stemden ja, vijf stemden neen, waarna rechter Stéphane Goux de knoop doorhakte: nee. Als lid van een criminele bende werd Nihoul wel veroordeeld tot 5 jaar cel. Hij kwam in 2006 vervroegd vrij en trok zich met zijn partner terug in Zeebrugge.

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck

Zoon reageert op aantijgingen dat Paul Vanden Boeynants kopstuk Bende van Nijvel was. “Een dode iets in de schoenen schuiven, is makkelijk”

“Het zal niet de laatste keer zijn dat mijn vader gelinkt wordt aan de Bende van Nijvel”, zegt Christian Vanden Boeynants, zoon van ex-premier Paul VDB. “Hij zou in het zadel gehesen worden na een golf van terreur? Nonsens. Een dode iets in de schoenen schuiven is makkelijk.”

Michel Libert wond er in een nieuw interview geen doekjes rond: de nummer twee van Westland New Post, een organisatie die door de onderzoekers naar de Bende van Nijvel beschouwd wordt als een mogelijke wieg voor leden van de Bende, wees met een beschuldigende vinger naar ex-premier Paul Vanden Boeynants. “Hij werd genoemd in elke opdracht die wij kregen, in elk rapport”, verklaarde hij. “Hij was een kopstuk van onze organisatie. Hij was onze baas.”

Zo’n uitspraak klinkt als muziek in de oren van al wie gelooft in het politieke complot achter de Bende. VDB was in de woelige jaren 80 een vooraanstaand figuur binnen ­CEPIC, een veeleer rechts georiënteerde vleugel binnen de Franstalige christendemocraten. Meermaals werd in het Bendeonderzoek geopperd dat, áls het de bedoeling geweest zou zijn om met terreur een strenger politiek regime te installeren, VDB dan als kopman naar voren geschoven zou worden door de daders. Maar alle speurwerk ten spijt, twee parlementaire commissies inbegrepen, werd nooit enige betrokkenheid van de ex-premier aangetoond.

“Het is niet de eerste keer, en helaas ook niet de laatste keer, dat de naam van mijn vader besmeurd wordt door hem te verbinden aan die dramatische vlaag van overvallen”, reageert zoon Christian Vanden Boeynants. “Het is makkelijk om een dode de schuld in de schoenen te schuiven. Hij kan daar per definitie niet op reageren. Maar, zoals mijn vader zei: Trop is te veel. Het wordt tijd om daarmee op te houden.”

“Ik vrees echter dat het tegendeel zal gebeuren”, voegt Christian Vanden Boeynants er nog aan toe. “Misschien moeten wij, tegen beter weten in, de steeds terugkerende storm over onze hoofden laten passeren.”

Bron » Het Nieuwsblad

Wat was er nu toch eigenlijk aan de hand in die jaren 80?

Waar denkt u aan bij de jaren 80? Het antwoord in een finalevraag in een bekende quiz op een bevriende zender zou dit kunnen zijn: New Wave, U2, de Rode Duivels, E.T. en de komst van VTM. Maar het antwoord zou ook dit kunnen zijn: CCC, complottheorieën, Berlijnse Muur, Bende van Nijvel en Heizeldrama. Wat was dat nu toch met die jaren 80? Wat was er eigenlijk aan de hand? De jaren 80, voor u gefileerd in 8 schijfjes. Twee bevoorrechte getuigen, historica Els Witte (VUB) en journalist Paul Goossens, en ons archief doen de rest.

1. Een politieke en economische ruk naar rechts

Aan de vooravond van de jaren 80, op 3 april 1979, legt de christendemocraat Wilfried Martens de eed af van zijn eerste regering. De eerste van vele. De ene na de andere regering valt. De oorzaken zijn velerlei. De werkloosheidscijfers pieken, de overheidsschuld is torenhoog en de communautaire spanningen lopen hoog op.

Na de verkiezingen van 1981 besluit Martens het roer radicaal om te gooien. Samen met de liberalen neemt hij drastische maatregelen om de economie weer op het spoor te krijgen. Begin 1982 wordt de Belgische frank met 8,5 procent gedevalueerd, de automatische loonindexering wordt opgeschort en er wordt fors gesnoeid in de overheidsuitgaven.

“Dit was duidelijk een zichtbare politieke ommeslag”, zegt Els Witte. “Men grijpt ook in België naar de neoliberale oplossingen, waarbij het marktdenken centraal staat en niet langer de verzorgingsstaat. Groeiende armoede bij de meest kwetsbaren wordt zichtbaar. Vakbonden laten van zich horen en dat zint de rechterzijde uiteraard niet.”

“Het was vooral een schizofrene periode”, vult Goossens aan. “De regeringen-Martens waren enkel met het economische bezig. Dat hele gebeuren van de Bende van Nijvel, dat kluwen van overvallen speelden zich precies in een andere wereld af. Martens en zijn regering waren daar niet mee bezig. Ook de aandacht van de pers werd afgeleid naar de economische dossiers.”

2. Aanslagen versterken het repressie-apparaat

Tussen 1978 en 1995 hebben alle ministers van Justitie ook nog andere bevoegdheden. Zo is de liberale minister Jean Gol van 1981 tot 1985 ook vicepremier en minister van Institutionele Hervormingen. Later krijgt hij er ook nog Buitenlandse Handel bij. In dezelfde periode is ook de belangstelling van de politiek voor justitie fel gedaald.

Het aandeel van Justitie in de rijksbegroting bereikt onder Gol een relatief dieptepunt. Anderzijds wordt het aantal magistraten onder Gol uitgebreid. Vaak met “politieke benoemingen”, wat in die tijd helemaal niet vreemd is. Die sfeer van vriendjespolitiek leidt ook tot omkoping en smeergeld. Denk aan de Augusta-affaire bijvoorbeeld. Die barst zelf pas in de jaren 90 los, maar de omkoping zelf vindt plaats eind jaren 80.

Op Justitie heerst even paniek als in de pers verhalen verschijnen over de infiltratie van neo-nazi’s in de Staatsveiligheid. De ongerustheid neemt toch toe met de reeks bloedige overvallen van de Bende van Nijvel en de aanslagen van de extreemlinkse CCC. Het terrorisme, dat al eerder Duitsland en Italië trof, lijkt nu ook een Belgisch verschijnsel. In het justitiepaleis van Luik vindt een bomaanslag plaats op een moment dat Gol er aanwezig zou zijn. Er valt één dode. De dader is een advocaat met verwarde, extreemrechtse ideeën.

“De aanslagen hebben het repressie-apparaat heel duidelijk versterkt. De rijkswacht wordt versterkt, de begroting verhoogd, de uitrusting verbeterd,…“, aldus Witte. “Al deze maatregelen passen in de context van wat men op meerdere vlakken wel een bewogen periode in de Belgische politiek kan noemen.”

3. Is het toeval dat de CCC-kopstukken wel gepakt werden?

In 1984 en 1985 plegen de Strijdende Communistische Cellen veertien aanslagen in België. De eerste aanslag wordt gepleegd op een vestiging van het Amerikaanse bedrijf Litton in Evere.

In december 1984 wordt op vijf plaatsen tegelijk een NAVO-pijpleiding opgeblazen. In november 1985 wordt een bom in een bank in Charleroi en in de Kredietbank op het Ladeuzeplein in Leuven tot ontploffing gebracht. De Bank of America is op 4 december 1985 het laatste doelwit van de CCC.

De CCC heeft het vooral gemunt op banken en bedrijven, en wil geen menselijke slachtoffers maken. Toch kan de groep niet vermijden dat er twee brandweermannen om het leven komen en in totaal 28 mensen bij hun aanslagen gewond raken. Op 16 december 1985 worden de vier belangrijkste leden van de CCC – Bertrand Sassoye, Didier Chevolet, Pascale Vandegeerde en Pierre Carette – opgepakt als ze hamburgers zitten te eten in een Quick-fastfoodrestaurant in Namen. De vier worden op 21 oktober 1988 voor het hof van assisen in Brussel veroordeeld tot levenslang.

Voor Paul Goossens is het geen toeval dat de extreem-linkse CCC-kopstukken wel gevat werden en die van de Bende van Nijvel niet. “Dit was de prioriteit, daar stond men klaar voor. Als je de steekkaarten van de jaren 80 nakijkt, krijg je een schitterende lijst van alle mogelijke activisten.”

4. De blinde terreur van de Bende van Nijvel

De Bende van Nijvel blijft tot op de dag van vandaag een van de grote mysteries van de jaren 80. De blinde terreur begint in 1982 met een overval op een wapenhandelaar in Waver, al wordt ook een eerdere inbraak bij een kruidenier in verband gebracht met de Bende. Nadien volgen verschillende erg bloedige overvallen waarbij vooral supermarkten worden geviseerd. Opvallend is dat de buit al bij al klein is in vergelijking het buitensporige geweld dat wordt gebruikt.

Na twee bloedige jaren wordt het een tijdlang stil rond de Bende van Nijvel. Pas in het najaar van 1985 volgen nieuwe bloedige overvallen. Die overvallen worden nooit opgehelderd. Vermoedelijk is het de overvallers om de terreur te doen. Het onderzoek loopt helemaal vast. Er zijn aanwijzingen naar de betrokkenheid van rijkswachters bij de Bende, maar die worden nauwelijks opgevolgd. Ook de interne concurrentiestrijd tussen de verschillende politiediensten doet het onderzoek geen goed.

Een parlementaire onderzoekscommissie eind jaren 80 moet de geruchten over een grootschalige doofpotoperatie de kop indrukken, maar doet net het omgekeerde.

5. Overal complottheorieën: van roze balletten, tot VDB en Patrick Haemers

Dat de misdrijven van de Bende van Nijvel niet kunnen worden opgelost, doet in dit klimaat heel wat wenkbrauwen fronsen. Allerhande complottheorieën doen de ronde: zo komt zelfs koning Albert, toen nog prins, in opspraak. De prins wordt in verschillende artikels in verband gebracht met de roze balletten, vermeende geheime seksfeestjes tussen hooggeplaatsten en minderjarigen. Ook ex-premier Paul Vanden Boeynants (VDB) zou daarbij geweest zijn.

De naam van VDB valt tijdens de jaren 80 meermaals in allerlei onfrisse affaires. In 1982 wordt zijn onschendbaarheid opgeheven en enkele jaren later wordt hij veroordeeld tot 3 jaar voorwaardelijk en een geldboete wegens belastingontduiking. Wie aan VDB denkt en de jaren 80 denkt vooral aan zijn ontvoering door Patrick Haemers en zijn gelijknamige bende. Haemers is tot dan toe vooral bekend als overvaller. Hij is door zijn grote gestalte en zijn ervaring met zwaar banditisme overigens ook lange tijd een verdachte in het onderzoek naar de Bende van Nijvel, maar dat is nooit zwart op wit bewezen.

“Als je de goede contacten van Vanden Boeynants met mensen van de extreem-rechtse winkel bekijkt – zoals De Bonvoisin, Westland New Post* -, roept dat toch heel wat vragen op”, meent Goossens. “Daar zijn zo weinig duidelijke antwoorden op gekomen. Maar dat die afspraakjes er waren, dat lijdt geen enkele twijfel. Of hij de man in het spinnenweb was, dat weet ik niet.”

6. “Opgepast Voor Het Rode Gevaar”

“Het algemene politieke klimaat in de jaren 80 wordt rechtser. Neoliberaal denken vat ook post in de liberale partijen en aan de rechterzijde van de katholieke partijen”, zegt Witte. “In de Franstalige christendemocratische PSC voert de CEPIC (Centre politique des Indépendants et Cadres chrétiens) de strijd tegen de vakbonden en voor de neoliberale politiek. Deze club heeft uitlopers in de meest extreem-rechtse kringen.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat in de theorieën over de Bende van Nijvel vaak verwezen wordt naar een extreemrechts complot, door bijvoorbeeld Groep G, om de staat omver te werpen. Groep G is een groep extreemrechtse rijkswachters die gerekruteerd werden door het Front de la Jeunesse, een begin de jaren 80 verboden extreemrechte groepering. Na de ontbinding van dat Front zou de harde kern rond Paul Latinus Westland New Post (WNP) hebben opgericht. WNP wil mogelijke communistische infiltratie binnen officiële instanties bestrijden. De groep wordt opgeheven na de dood -volgens sommigen moord op- van Latinus.

Ook Gladio wordt genoemd in verband met de Bende. Het gaat om een geheim netwerk dat in de jaren 50 is opgericht door de militaire inlichtingendienst en de staatsveiligheid om verzet te kunnen bieden tegen de Sovjets in het geval die ooit België zouden bezetten. Een verband tussen Gladio, extreemrechts, terreur en de Bende is nooit bewezen.

“Het hele strategische denken in West-Europa werd bepaald door de overkant van het IJzeren Gordijn”, vult Paul Goossens aan. “Bij alle veiligheidsdiensten en in de politieke klasse was het wachtwoord ‘Opgepast Voor Het Rode Gevaar’. In functie daarvan werden in de openbaarheid en onder de radar initiatieven genomen en activiteiten gepland die dat als grote doel hadden. Er was een eendimensionale belangstelling van de veiligheid voor links activisme. Daardoor werd extreem-rechts in de politiediensten gedoogd en als loyale medewerkers beschouwd.”

7. Raketten brengen honderdduizenden mensen op straat

In de jaren 80 woedt de Koude Oorlog nog volop en is er nog een echte wapenwedloop tussen Oost en West. Als reactie op de plaatsing van Russische SS20-raketten in Centraal-Europa neemt de NAVO in 1979 het zogenoemde dubbelbesluit. Enerzijds worden 464 kruisraketten voor de middellange afstand en 108 Pershing II-raketten voor de korte afstand geplaatst in een aantal West-Europese landen, met tegelijkertijd een aanbod aan het Oostblok om te onderhandelen over wapenvermindering. Al die raketten kunnen worden uitgerust met kernkoppen.

Het besluit om al die kernraketten in Europa te installeren, leidt in alle betrokken landen tot massabetogingen. In ons land bereikt het protest zijn climax op de antirakettenbetoging van 23 oktober 1983. Hoeveel betogers er zijn, is niet exact vast te stellen, maar onder meer uit het aantal verkochte treinkaartjes en het aantal bussen dat is afgehuurd, kan worden afgeleid dat het er zo’n 400.000 waren. Ondanks al het protest beslist de regering-Martens om toch kruisraketten te plaatsen. Er komen er 20 op de vliegbasis in Florennes.

“De rechterzijde voelt zich vooral geviseerd op het terrein van de Koude Oorlog”, aldus Witte. “In deze tweede Koude Oorlog speelt wederzijdse afschrikking voor een atoomoorlog in de strategie de hoofdrol. België neemt in die tweede Koude Oorlog een bijzondere plaats in: het behoort dan al tot de hardcore van Europa.”

8. De zwartste dag uit de Belgische voetbalgeschiedenis

29 mei 1985 is wellicht de zwartste dag uit de vaderlandse voetbalgeschiedenis. Bij rellen voor de Europacupfinale tussen Liverpool en Juventus op de Heizel in Brussel komen tientallen mensen om het leven. De organisatoren maken een fout door de Italiaanse en Britse voetbalsupporters naast elkaar te zetten. Aangeschoten Britten gooien nog voor de aftrap met stenen naar de Italianen en chargeren. Door de druk van de mensenmassa stort een muur in en vallen mensen naar beneden. Bij de paniek die uitbreekt, worden tientallen mensen vertrappeld.

De ordediensten kunnen nauwelijks iets doen. Toegesnelde hulpdiensten zouden overigens zelf zijn bekogeld door de hooligans. Uiteindelijk vallen 39 doden en honderden gewonden. De slechte staat van het stadion en de ongecoördineerde aanpak van de rijkswacht en de politie worden met de vinger gewezen. Later worden stadions verplicht om onder meer een rampenplan te voorzien bij dergelijke wedstrijden. Het Heizelstadion wordt verbouwd en omgedoopt tot Koning Boudewijnstadion. Toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Charles-Ferdinand Nothomb weigert ontslag te nemen, wat heel wat ophef veroorzaakt.

9. De jaren 80 eindigen in de jaren 90

Eind 1989 valt de muur van Berlijn: het is het begin van het einde van de Koude Oorlog. Met het IJzeren Gordijn verdwijnt ook de tegenstelling tussen West en Oost én de focus op ‘Het Rode Gevaar’. Ook extreemrechts komt zeker na Zwarte Zondag in 1991 meer in beeld.

De meeste eerder genoemde zaken die tijdens de jaren 80 ontsporen, bereiken samen halfweg jaren 90 een climax als de zaak-Dutroux losbarst. Alles wat foutloopt in Justitie en in de gebrekkige samenwerking tussen de politiediensten culmineert.

Het enorme wantrouwen van de bevolking in de instellingen bereikt zijn hoogtepunt in de Witte Mars als naar schatting 300.000 mensen op straat komen voor betere bescherming van kinderen én een beter functionerend gerecht.

Bron » VRT Nieuws

Oud-minister Joseph Michel overleden

Voormalig minister van Binnenlandse Zaken Joseph Michel is in de nacht van vrijdag op zaterdag op 90-jarige leeftijd overleden. Dat meldt de woordvoerder van Waals CDH-minister Réné Collin. De christendemocraat (PSC) uit Virton was al lang ziek.

Joseph Michel kende een lange politieke carrière. Zo was hij niet alleen volksvertegenwoordiger, maar had hij ook verschillende ministersposten. Zo was hij van 1974 tot 1977 minister van Binnenlandse Zaken. In die periode voerde hij de grote fusie van de gemeenten door. De wet uit 1975 bracht het aantal gemeenten in België in één klap terug van 2.359 naar 596 (en enkele jaren later naar 589).

In een mededeling huldigt de voorzitter van het CDH (de opvolger van de PSC), Benoît Lutgen, “de herinnering aan iemand die zijn stempel gedrukt zal hebben op de Belgische politieke geschiedenis, toen hij minister van Binnenlandse Zaken was tijdens de gemeentefusies in de jaren 70”. In naam van zijn partij deelt hij zijn medeleven met de familie en naasten.

Ook verschillende politieke figuren betreurden reeds het overlijden via Twitter. Zo stelt Waals minister van Landbouw en partijgenoot René Collin dat hij “een voorbeeld voor ons allen was”. Ook de voormalige gouverneur van Luxemburg, Bernard Caprasse, reageert met droefheid “op het verlies van een vriend”. “Een opmerkelijk staatsman”, zegt Caprasse ook.

Verdediger van het platteland

Michel werd geboren in 1925 in Saint-Mard, dat nu een deelgemeente is van Virton, een stad in het uiterste zuiden van het land. Van opleiding was hij advocaat. De woordvoerder van Réné Collin roemt hem als bron van inspiratie voor verschillende politieke generaties in de provincie Luxemburg.

“Vooral omdat hij het platteland verdedigde en de provincie wilde profileren als een uitzonderlijke regio”, aldus Collin. Ook Lutgen wijst erop dat hij tijdens zijn loopbaan steeds zijn Luxemburgse roots verdedigd heeft.

Michel begon zijn politieke loopbaan in de regionale jongerenafdeling van de PSC. In de jaren 50 deed hij zijn intrede in de gemeenteraad van Virton en eind de jaren 60 werd hij er burgemeester. Na zijn passage op Binnenlandse Zaken werd hij minister van Onderwijs (1977-1979) en van 1986 tot 1989 was hij opnieuw minister van Binnenlandse Zaken en ook Openbaar Ambt. Hij was ook een jaar voorzitter van de Kamer, van eind 1980 tot eind 1981.

Bron » De Standaard

De baron is niet langer zwart

De legendarische Benoît de Bonvoisin, de baron die begin jaren tachtig de bijnaam ‘zwarte baron’ kreeg en beschuldigd werd van extreem rechtse complotten, ziet zijn naam gezuiverd. De Belgische staat is veroordeeld tot een schadevergoeding van 100.000 euro.

Hij was de duivel in hoogsteigen persoon. Geldschieter van al wat extreem rechts was, hij had banden met de CCC én de Bende van Nijvel, en werd geviseerd door de staatsveiligheid. Baron Benoît de Bonvoisin werd decennialang door het slijk gehaald. Wanneer hij op restaurant kwam, stonden mensen recht ‘omdat ze niet met een moordenaar wilden eten’. Maar de baron krijgt eerherstel: alle beschuldigingen zijn onterecht, zo heeft een Brusselse rechtbank geoordeeld.

Ze veroordeelt de Belgische staat dan ook tot het betalen van een schadevergoeding van 100.000 euro aan de edelman. De Bonvoisin was in de jaren zeventig politiek adviseur van Paul Vanden Boeynants binnen het CEPIC (Centre Politique des Indépendants et Cadres Chrétiens), een rechtse tak van de toenmalige PSC, het huidige cdH. Maar in 1981 bleek zijn rol plots geheel anders te zijn.

Het toenmalige hoofd van de staatsveiligheid, Albert Raes, vertelde in het parlement tijdens een vergadering van de onderzoekscommissie Wijninckx over ordehandhaving en privémilities over ‘contacten tussen extreem rechts en bepaalde figuren van het CEPIC’. De verklaring vond plaats achter gesloten deuren, maar de documenten werden gelekt. In de media werd gretig geciteerd uit de nota van Raes waarin De Bonvoisin omschreven werd als ‘een financier van extreem rechts in België’

De baron diende klacht in tegen Raes. Die werd nooit veroordeeld, maar uit het onderzoek bleek wel dat de nota destijds behoorlijk aangedikt zou zijn: zinnen die er in de voorwaardelijke wijs stonden werden plots affirmatief. De beschuldigingen tegen de baron konden op geen enkele manier hard gemaakt worden. In 2010 constateerde het Comité I, dat toezicht houdt op de inlichtingsdiensten in ons land, in haar jaarverslag dat de Staatsveiligheid de reputatie van De Bonvoisin doelbewust en op basis van geruchten gekelderd had.

“De belangstelling voor De Bonvoisin was legitiem”, aldus het rapport, “(…) Dit belet echter niet dat hij het mikpunt is geworden van nota’s en rapporten die bestemd waren voor de minister van Justitie om redenen die niet duidelijk zijn. (…) Deze nota’s en rapporten van de Staatsveiligheid bevatten beweringen die niet werden geverifieerd en zonder enige nuancering werden geformuleerd.” “Dat is precies wat de rechter nu ook zegt”, vat Cédric Bernès, advocaat van De Bonvoisin, samen. “Alles wat er in die nota stond was een hypothese. Niets is ooit onderzocht.”

Ziet het Comité I geen motief voor het viseren van de baron, dan staat er wel een in het boek Schurkenstaat België van de inmiddels overleden advocaat Mario Spandre. De Bonvoisin was een vertrouweling van VDB, die voor een groot stuk van de jaren zeventig minister van Defensie was. In die hoedanigheid kreeg de baron taken toevertrouwd en zou hij een strengere controle op de Staatsveiligheid bepleit hebben, tot ongenoegen van Raes.

De inmiddels 74-jarige baron was zelf gisteren niet bereikbaar voor commentaar. Hij woont teruggetrokken in een statig Brussels herenhuis en kreeg in 2008 een herseninfarct. “Zijn gezondheid is slecht”, zegt Bernès. “Heel dit dossier sleept al dertig jaar aan. Het weegt op hem.” Ook nu blijft het dossier hem bezighouden. “Hij is er dagelijks mee bezig en hij volgt alles wat in de media komt”, zegt Bernès.

“Als hij ergens in een krant ‘de zwarte baron’ wordt genoemd of er wordt gealludeerd op banden met extreem -rechts dan dienst hij meteen klacht in. Ik heb zelf zo al een tiental zaken voor het opgestart en ik moet zeggen, in 99 procent van de gevallen, zijn die succesvol. Helaas voor de baron krijgt hij meestal een morele schadevergoeding van een euro. Daar kan hij niet van leven.” Werken zat er de laatste dertig jaar immers niet in. “Hij heeft gezocht, maar hij vond geen werk”, zegt Bernès.

“Wie neemt iemand met zo’n reputatie aan? Precies daarom eisten we in de zaak tegen de staat een schadevergoeding van 6,25 miljoen euro. Dat is een schatting van het bedrag dat hij de afgelopen dertig jaar had kunnen verdienen.” De rechter zag echter alleen reden om een morele schadevergoeding uit te keren. Annemie Turtelboom (Open Vld), die als minister van Justitie aangeklaagd werd in de zaak, is niet van plan die te betalen. “We zijn in beroep gegaan”, zegt Koen Peumans van het departement Justitie, “maar inhoudelijk kan ik niks zeggen over de zaak.”

Bron » De Morgen