Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg heeft België veroordeeld voor de abnormale duur van het onderzoek ten laste en ten ontlasting van twee Luikse ondernemers, van wie de namen vernoemd werden in de marge van de moord op André Cools.
De Belgische staat, die in Straatsburg regelmatig veroordeeld wordt voor de schending van het recht op een eerlijk proces binnen een redelijke termijn, moet 24.000 euro morele schade storten aan Joseph Denée, een ondernemer uit Flémalle die gespecialiseerd is in afval, en 20.000 euro aan Philippe Denée, de zoon van de man.
Rond beide mannen liepen sinds 1992 en 1994 twee gerechtelijke onderzoeken. Het eerste had betrekking op milieu-inbreuken, zoals het illegaal storten van afval door Transports Denée en Ebouages Denée. Het andere dossier betrof valse onkostennota’s, die betalingen in het zwart aan de chauffeurs van hun onderneming aantoonden.
Het onderzoek en de regeling van de procedure van beide dossiers hebben heel lang geduurd. De zaak kwam in 2006 uiteindelijk voor een correctionele rechtbank, die besliste ze uit te stellen, maar zonder een nieuwe datum vast te leggen.
Volgens het Hof “hebben de abnormaal lange termijn van het onderzoek en de regeling van het onderzoek een zekere morele schade veroorzaakt bij de eisers”. Joseph Denée werd ondervraagd in de marge van het onderzoek naar de moord op André Cools. Hij werd in verdenking gesteld voor de brand in de wagen van Laurent Verjus, de voormalige kabinetschef van de vermoorde politicus.
De auto werd op 18 juli 1991, enkele uren voor de moord op Cools, uitgebrand teruggevonden. In 2002 veroordeelde het hof van beroep Joseph Denée tot een straf met uitstel voor die feiten van intimidatie tegenover verschillende mensen, onder anderen Verjus, die zich verzette tegen het niet vervolgen van de man.
Bron » De Morgen