De ‘veelplegers’ in Vlaamse gevangenissen – gedetineerden die een straf uitzitten van minstens 3 jaar en minstens 4 bijkomende veroordelingen opliepen – zijn gemiddeld 39 jaar, mannelijk en zitten voor de 6de keer in de cel. Op hun 21ste plegen ze hun eerste feit. Dat blijkt uit de masterproef van criminologe Melanie Huybrechts van de KU Leuven. Voor haar studie bekeek ze de dossiers van 143 van de 292 gedetineerden die aan de definitie beantwoordden.
De leeftijden van deze veelplegers lopen uiteen van 22 tot 73 jaar. Exact 33 procent heeft een andere nationaliteit, waarvan meer dan de helft de Marokkaanse, Turkse of Algerijnse. Per opsluiting brengen ze gemiddeld 2 jaar door in een gevangenis. Een op vier veroorzaakt er ernstige tuchtproblemen. Een vierde is de penitentiaire richting al eens ontvlucht. Precies 65 procent is ongehuwd.
Huybrechts onderscheidt 4 groepen. Naast de “extreme veelplegers” (9) zijn er de “gewelddadige” (36), “frequente” (52) en “late” (42). De onderzoekster vraagt vooral meer aandacht naar de groep van extreme veelplegers die al op hun 16de een eerste feit plegen, extreem gewelddadig zijn en weinig maar heel lange gevangenisstraffen uitzaten. “Bij nieuwe delicten dient kort op de bal gespeeld.”
Terwijl de feiten die de “extremen” plegen op zich gewelddadig zijn – mishandeling en vermogensdelicten – plegen “gewelddadigen” meer uiteenlopende feiten, waarvan 60 procent gepaard gaat met geweld. Ze zijn gemiddeld al 12 keer veroordeeld en 42 procent onder hen is de gevangenis al eens ontvlucht. Ook zij zorgen voor veel tuchtproblemen in de gevangenis.
De “frequente” plegers gebruiken veel minder geweld dan de vorige (34 procent). Ze zijn gemiddeld 17 keer veroordeeld met relatief korte straffen. De “late starters”, die een eerste keer veroordeeld worden op 24, plegen vooral vermogens- en drugsdelicten. Ze liepen 14 veroordelingen op, maar plegen weinig geweld (8 procent) en gedragen zich ook opvallend goed tijdens detenties.
Bron » De Morgen