De medewerking van Telenet, Belgacom en andere telecombedrijven kost Justitie handenvol geld. De achterstallige factuur bedraagt liefst 24 miljoen euro. “De tarieven gaan naar beneden en de administratieve procedure wordt eenvoudiger”, verzekert het kabinet van Justitie.
In gerechtelijke dossiers is het schering en inslag dat speurders gegevens over communicatie van een verdachte gebruiken. Een telefoon afluisteren, bijvoorbeeld van een lid van een drugsbende, ligt het meest gevoelig, omdat het een verregaande inbreuk is op de privacy. De meest recente cijfers over afluisteren dateren van 2012. Toen werden 6.712 toestellen ‘getapt’, gespreid over 870 gerechtelijke dossiers.
Nog veel vaker worden de telefoongegevens van verdachten opgevraagd. Dat kan ook bij minder zware feiten dan drugs dealen. Maar de regeling voor het doorspelen van informatie van telecombedrijven naar het gerecht is compleet gedateerd. Ze stamt uit een tijd waarin internet en mobiele communicatie veel minder verspreid waren dan vandaag en de technologie lang niet op het huidige niveau stond. Een telefoonnummer linken aan een persoon vroeg toen meer werk.
Het gevolg is dat er 27 verschillende tarieven bestaan voor allerlei zaken die bedrijven zoals Belgacom of Telenet moeten doen. Er zijn drie grote categorieën: identificatie (wie is de eigenaar van een telefoonnummer, gsm of e-mailadres?), historiek (met wie heeft iemand gecommuniceerd, waar is die persoon geweest?) en uiteraard het afluisteren van gesprekken.
Zo’n tap opstarten kost buiten de kantooruren 25 euro. Dat is evenveel als een gsm lokaliseren. Om de belhistoriek op te vragen, moet het gerecht 12,5 euro betalen. Die gegevens leveren op een cd-rom of floppy disk – zoals het nog in de wet staat – kost anderhalve euro.
Omdat er nog altijd van wordt uitgegaan dat het intensief werk is om bijvoorbeeld een computer te linken aan een gebruiker én die methodes zo vaak worden gebruikt, loopt de factuur voor het gerecht sterk op.
Ook al werden de tarieven al twee keer gehalveerd (in 2011 en 2013), volgens cijfers van de bevoegde minister, Koen Geens (CD&V), is Justitie nog altijd 24 miljoen euro verschuldigd aan de telecombedrijven. Geens heeft gesprekken gestart met die bedrijven om de tarieven en de administratieve last te verlagen.
“We gaan proberen de kosten zo sterk mogelijk te reduceren”, zegt Geens. De bedoeling is minstens 7 miljoen euro per jaar minder te betalen aan de telecombedrijven.
Justitie krijgt voor de onderhandelingen de hulp van telecomregulator BIPT omdat die op de hoogte is van de technische mogelijkheden – en de kostprijs ervan – bij de telefoniebedrijven.
“Door de tarieven te vereenvoudigen, zullen de bedrijven en het gerecht minder administratie moeten verwerken”, klinkt het op het kabinet-Justitie. “Daarnaast willen we de tarieven aanpassen aan de ons omringende landen.”
Op sommige plaatsen werken de telefoniebedrijven volledig gratis mee met het gerecht, maar dat is hier niet meteen een mogelijkheid. “In België is het de gewoonte dat er wordt betaald voor die diensten. Je kunt dat niet van de ene dag op de andere gratis maken. Als de bedrijven kosteloos meewerken, schiet de dienstverlening er soms ook bij in”, is de redenering.
De verlaging van de telefoniekosten past in het algemene plan van Geens om de opsporingsmethodes een grondige update te geven. Eerder werd al duidelijk dat ‘online afluisteren’ – zoals chatgesprekken of ander dataverkeer – ook eenvoudiger zal worden voor speurders. De lijst met misdrijven waarvoor politie en gerecht verdachten mogen afluisteren, krijgt alvast een uitbreiding als het gaat over terrorisme.
“De waarborgen van controle op die opsporingsmethodes door een onderzoeksrechter en andere rechters blijven uiteraard wel bestaan”, verzekert het kabinet-Geens.
Bron » De Standaard