Politie, gerecht en Staatsveiligheid verliezen een belangrijk wapen in de strijd tegen criminaliteit en terrorisme. Het Grondwettelijk Hof heeft de dataretentiewet nietig verklaard. Die verplicht telecommunicatiebedrijven gegevens over e-mail en telefoonverkeer bij te houden en die ter beschikking te stellen.
“Dit is een historisch arrest.” Raf Jespers, advocaat van de Liga voor de Mensenrechten, schuwde de grote woorden niet na de overwinning voor het Grondwettelijk Hof. Dat vernietigde de dataretentiewet, die sinds 2013 de opslag en toegang tot communicatiegegevens regelt. De wet is een omzetting van een Europese richtlijn die er in 2006 kwam na de aanslagen in Londen en Madrid om de strijd aan te binden met terrorisme en zware criminaliteit.
De wet bepaalt dat telecombedrijven als Proximus en Telenet minstens een jaar lang gegevens over elektronische communicatie (e-mail, gsm) moeten bijhouden. Politie en veiligheidsdiensten kunnen die opvragen in het kader van een onderzoek. Het gaat voor alle duidelijkheid niet om het bijhouden van gesprekken zelf, maar om metagegevens zoals de duur van gesprekken, hoe vaak je met iemand belt, welke computer werd gebruikt, op welke plaats de communicatie plaatsvond. Ook het opsporen van gsm-signalen valt onder de wet. Grotendeels komen die neer op de gegevens die telecombedrijven bijhouden voor het factureren aan hun klanten.
Inbreuk op privacy
Het Grondwettelijk Hof oordeelt nu dat de wet een ongeoorloofde inbreuk op de privacy is. Daarmee volgt ze een uitspraak van het Europese Hof van Justitie van vorig jaar, dat de Europese richtlijn toen al vernietigde. “De dataretentiewet was de grootste inbreuk op de privacy die ons land ooit gezien heeft”, zegt Raf Jespers. “Met zijn oordeel maakt het Grondwettelijk Hof duidelijk dat privacy niet iets uit vervlogen tijden is, maar een basisrecht in de 21ste eeuw. De uitspraak volgt beslissingen die andere Europese landen, waaronder Duitsland, ook al namen.”
Voor politie en veiligheidsdiensten betekent het een grondverschuiving. Door het arrest verdwijnt de wet meteen. “Dit is een zware klap voor de werking van de politiediensten. Het is alsof we criminelen met een raceauto achterna moeten zitten met een fiets. Heel veel criminaliteit is gelinkt aan elektronische communicatie”, zegt Alain Bogaert, woordvoerder van de federale politie. “Vraag is ook hoever je dit kunt doortrekken. Als mensen geflitst worden omdat ze te snel reden, weten we ook dat ze daar waren op een bepaald moment. Moet dat dan ook verdwijnen?”
Philippe Van Linthout, voorzitter van de vereniging van onderzoeksrechters, is na het arrest van het Grondwettelijk Hof boos, gefrustreerd en ontgoocheld. “Dit is niet alleen een zwarte dag voor het gerecht en de politie, maar ook voor de privacy. Op het net zijn er mensen die de gegevens van anderen stelen en die gebruiken om in hun naam aankopen te doen. Die mensen kunnen we nu niet meer opsporen. Is dat in het belang van de privacy? Jonge meisjes die ontvoerd worden nadat ze op het internet ergens heen gelokt werden, kunnen we nu ook niet meer via hun dataverkeer opsporen.”
“In alles waar ik als onderzoeksrechter mee bezig ben, zijn digitale sporen van belang. In sommige gevallen krijgen verkrachters en moordenaars vrij spel. Willen we dat? In zijn arrest zegt het Hof dat we vooraf bepaalde groepen moeten afbakenen bij een onderzoek. Maar ik weet niet op voorhand wie ik moet selecteren. Ik heb geen glazen bol.”
Pedofielen en terroristen
Van Linthout zegt dat hij zich niet zal houden aan het arrest van het Hof. “Informatie die ik krijg via de dataretentiewet blijf ik gebruiken. Dat is mijn maatschappelijke plicht. Het wordt hoog tijd dat iemand de bevolking uitlegt waarover het gaat. Ik pak niet zomaar mensen op, hé. Ik pak hackers, pedofielen en terroristen op. Het is alsof je een chirurg zijn scalpel afneemt. Er is in het verleden geen enkele klacht bij de privacycommissie geweest over inbreuk op de privacy in het kader van die wet.”
Willem Debeuckelaere, voorzitter van de Privacycommissie, heeft begrip voor de woede van Van Linthout. “Ik vond de dataretentiewet een goed instrument. Maar het Grondwettelijk Hof heeft de argumentatie van het Europees Hof van Justitie gevolgd.” Zowel de politie als het gerecht hopen nu dat er een wet komt die de dataretentiewet vervangt. Maar dat die er snel komt, lijkt niet erg waarschijnlijk.
“We zitten morgen samen met minister van Justitie Koen Geens en minister van Telecommunicatie Alexander De Croo”, reageert staatssecretaris voor Privacy Bart Tommelein (Open Vld). “Ik wil er absoluut over waken dat de aantasting van de privacy in verhouding is met de veiligheid van de bevolking. Het zou een goed idee zijn om de nieuwe wetgeving af te stemmen op die van Nederland en Luxemburg. Daar zitten ze in dezelfde situatie.”
“Ik pleit ook voor een gemeenschappelijke Europese analyse van de uitspraak van het Europese Hof van Justitie van vorig jaar. Op die manier kunnen we achterhalen waar de knelpunten zitten in de wet en binnen welke parameters we een nieuwe wet kunnen creëren. Dat zal tijd vergen. Maar het staat voor ons hoog op de agenda.”
Bron » De Morgen