Na jarenlange besparingen is de onderbezetting van justitie dramatisch. Een tikkende tijdbom, meent De Morgen-journalist Yves Desmet. “Kan je aan dit moordende tempo wel nog een goede rechter zijn?”, vroeg hij zich af in VRT-programma De Afspraak vanavond. “We doen ontzettend ons best, maar het is duidelijk dat we aan kwaliteit moeten inboeten”, getuigde rechter Hans De Waele.
Voor zijn nieuwe reeks ‘Desmet op justitie’ in De Morgen, die van 5 tot en met 12 september gepubliceerd wordt, liep Desmet twee maanden mee in verschillende rechtbanken in ons land. “Een partij die je zelden hoort zijn de rechters zelf”, lichtte Desmet toe in ‘De Afspraak. “Maar dit keer is de onvrede en het ongenoegen zo groot dat ze voor het eerst bereid zijn om te praten.” Het kostte hem geen moeite hen te overtuigen met hen mee te mogen lopen om inzicht te krijgen in hun werk en hoe hun dagen in elkaar steken. “Ze zaten bijna te popelen.”
De rechtbank van eerste aanleg noemde Desmet “de Carrefours van justitie: je kan er voor alles terecht”. De situatie is er “dramatisch”. “Om een voorbeeld te geven: een man heeft een ex-vrouw, wiens nieuwe vriend de kinderen slaat. Voor de rechtbank krijgt de vader welgeteld 10 minuten om zijn uitleg te doen, want er moeten nog tien zaken voor en tien zaken na hem behandeld worden.” Het ritme waaraan de rechters moeten werken is moordend: “Kan je aan dat tempo wel nog een goede rechter zijn?”, vroeg Desmet zich af.
Een vraag die prompt aan Hans De Waele, rechter bij de rechtbank van eerste aanleg in Gent en eveneens te gast in ‘De Afspraak’, werd voorgelegd. “We doen ontzettend ons best, maar het is duidelijk dat we aan kwaliteit moeten inboeten”, beaamde De Waele. Qua personeel wordt er in Gent met een capaciteit van ongeveer tachtig procent gewerkt. “Door dat tekort ontstaat er een flessenhals. Daarom hebben we zelfs kamers moeten sluiten.”
Ook het voorbeeld van Desmet moest De Waele met spijt beamen. “Tien minuten is een cijfer, maar het gebeurt dat we in de familierechtbank 50 tot 60 zaken hebben in één zitting. We nemen beslissingen die heel belangrijk zijn in het leven van mensen. Met zoveel dossiers heb je soms het gevoel dat je aan de lopende band werk begint te doen. We proberen te roeien met de riemen die er zijn, maar we zijn ook maar mensen.”
En er is geen beterschap in zicht. Volgens sommige hoofdgriffies moet ten opzichte van vroeger tachtig procent personeel aan 150 procent werken. Niet verwonderlijk, zo meent Desmet, dat men uitvalt met een burnout of een rustigere plek opzoekt op te werken. “Ik zie mensen met de moed der wanhoop vechten tegen de hoop dossiers die op hen afkomt. Het komt allemaal maar en men blijft slikken. Maar op een bepaald moment moet dat systeem crashen.”
Bron » De Morgen