Opinie: De afkoopwet is niets minder dan pure klassenjustitie uit de vorige eeuw

Sinds vorige week weten we weer waar Kazachstan ligt. Dat dankzij de Belgische afkoopwet en de op een na rijkste Belg, Patokh Chodiev. In Kazakhgate speelt de oligarch een hoofdrol omdat hij in 2011 als eerste gebruikmaakte van de afkoopwet om zijn proces voor financiële fraude af te kopen.

Nu blijkt dat een resem ministers en parlementsleden zich de sokken van hun voeten liepen om dat voor Chodiev te regelen. Zo werd flink wat druk gezet op de wetgevende, uitvoerende én rechterlijke macht om de afkoopwet tijdig door het parlement te jagen en Chodievs schikking te fiksen. Ongezien.

De totstandkoming van de wet is exemplarisch voor de toepassing van de wet nadien. Want toen al voelde je aan alles dat dit zaakje heel hard stonk. Terwijl Chodiev in 2011 nog geen item was, waren heel wat diamantairs in de weer om hun strafzaak af te kopen. Alleen liet de wet dat dus niet toe. Diamantadvocaat Axel Haelterman – die voor deze regering ook het fiscale uitzonderingsregime voor diamantairs uitwerkte – behartigde op dat moment de belangen van honderden Antwerpse diamantairs via het Antwerp World Diamond Centre.

Tegelijk stelde hij, volgens toenmalig minister van Justitie De Clerck, mee de punten en komma’s op van de afkoopwet zelf. Toeval of niet, kort na de stemming van de wet brak de diamantoorlog uit en werd fraudejager Peter Van Calster – die niet van minnelijke schikkingen wilde weten – van zijn diamantzaken gehaald. De rode loper werd uitgerold, een trendbreuk was gezet. Voor de diamantairs én voor Chodiev.

Cowboys

Tot vandaag verdedigt de regering die wet omdat ze de werklast bij het gerecht zou verminderen en alle aandacht kan gaan naar de zogenaamde grote en complexe fraudedossiers. Maar niets is minder waar. De afkoopwet is niet alleen onrechtvaardig, ze is ook niet doeltreffend.

De samenleving – u en ik – lopen miljarden mis door cowboys met miljoenen op hun bankrekening. Cowboys die valsspelen en daarvoor ook nog eens worden aangemoedigd. Want wie miljoenen steelt, kan zijn celstraf gewoon afkopen en over de prijs onderhandelen. Wat een boodschap!

De afkoopwet is niets minder dan pure klassenjustitie uit de vorige eeuw: in donkere achterkamertjes bedisseld, waar dure advocaten de plak zwaaien voor wie het zich kan veroorloven. Niet lang geleden werd een man veroordeeld tot een celstraf omdat hij… twee blikjes Cara had gestolen. Kan het contrast nog groter? Niemand aanvaardt dit. Wij ook niet. In fraudedossiers van zo’n omvang moet een rechter zich ten gronde uitspreken. Altijd.

Prioritair in een efficiënt fraudebeleid is fraude vermijden. In de eerste plaats betekent dat grote financiële criminaliteit altijd kordaat aanpakken. Dan mag er in geen enkel geval bewegingsruimte zijn om te schikken of af te kopen. Dat is een noodzakelijke voorwaarde om het rechtvaardigheidsgevoel bij de burger te herstellen én een ontradend effect te hebben op potentiële fraudeurs.

Alleen zo’n beleid kan én zal leiden tot minder fraude en dus een eerlijkere fiscaliteit. Slotsom: afschaffen, die handel. Daarvoor hoeven we geen onderzoekscommissie af te wachten.

Bron » De Morgen | Peter Vanvelthoven en Dirk Van der Maelen, Kamerleden voor sp.a