Magistraten steunen met wetenschappelijke bewijzen in hun zoektocht naar de daders van een misdrijf. Dat is de taak van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie.
Het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie is opgericht in de jaren tachtig, in de periode van de Bende van Nijvel (NICC). Het valt onder de FOD Justitie en er werken ongeveer 150 mensen. Ze hebben hoofdzakelijk een wetenschappelijke achtergrond. Ze doen onderzoek op verzoek van een magistraat in het kader van een strafrechtelijk onderzoek.
‘Wij beschouwen de magistraten met wie we samenwerken niet als gebruikers, maar als klanten’, benadrukt Jan De Kinder, directeur-generaal van het NICC. We hanteren vaste tarieven voor ons werk. De jaarlijkse begroting van het Instituut bedraagt 7,3 miljoen euro, waarvan de helft federale middelen zijn.
Na de aanslagen in Parijs en Brussel heeft het NICC een nieuwe dimensie gekregen. ‘De werklast is exponentieel toegenomen waardoor we maanden in twee ploegen moesten werken om aan de vraag van de inspecteurs te kunnen voldoen. Het is vaak moeilijk werk, zowel op technisch als op menselijk vlak’, benadrukt Jan De Kinder.
Het werd er ook niet beter op toen op 28 november 2016 ’s nachts een aanslag werd gepleegd om de bewijzen met betrekking tot een aantal strafrechtelijke onderzoeken te doen verdwijnen. Door de toename van het aantal terreuraanslagen is het Instituut genoodzaakt om samen te werken met andere diensten in Europa om het onderzoek naar bepaalde feiten te versnellen.
Bron » De Tijd