Mildere straf bij bekentenis raakt niet van de grond

“In plaats van lange debatten en procedures voor de rechtbank bekent een verdachte meteen zijn schuld. Dit betekent een besparing van tijd en middelen voor de rechtbank.” Op papier leek de ‘guilty plea’ (de voorafgaande schulderkenning) nuttig en eenvoudig toen minister van Justitie Koen Geens (CD&V) het systeem eind 2015 aankondigde in een van zijn ‘potpourri-wetten’.

Openbaar ministerie en rechtbank moeten hun tijd niet verdoen met eenvoudige zaken, luidde de redenering. In ruil voor een vlotte medewerking met het gerecht kunnen verdachten rekenen op een lichtere straf. De voorwaarde is wel dat het gaat om feiten waar maximaal vijf jaar cel op staat. Ook zedendelicten zijn uitgesloten.

Sinds maart vorig jaar kunnen openbaar ministerie en verdachten dit soort afspraken maken, waarna een rechter beoordeelt of de straf proportioneel is.

Een rondvraag van De Standaard wijst uit dat de ‘guilty plea’ zeer uitzonderlijk blijft. De meeste parketten hebben er nog nooit gebruik van gemaakt. Het parket van Antwerpen heeft het wel één keer toegepast in een financiële zaak. Ook bij het parket van Oost-Vlaanderen is er één dossier – een zaak van slagen en verwondingen.

Strafpleiter John Maes, voorzitter van de commissie strafrecht bij de Orde van Vlaamse Balies, is niet verbaasd. “Ik vreesde al van bij de aanvang dat het een doodgeboren kind zou zijn”, zegt Maes. “In een kleinere zaak waarbij de dader schuld bekent, kan de rechter meestal tijdens de zitting al oordelen over de strafmaat. Dat gaat dus nu al vrij snel. De ‘guilty plea’ voegt daar weinig aan toe, behalve dat er vooraf al over onderhandeld moet worden. Er wordt dus net méér tijd in gestoken, in plaats van minder.”

Risico’s

Bij de parketten valt te horen dat het systeem zijn voordelen kan hebben, maar amper ingang vindt om verschillende redenen. De onderhandelingen over de overeenkomst vragen redelijk wat voorbereiding, die boven op het opsporingswerk van de magistraten komen.

De procedure brengt veel administratie mee en vraagt ook wat praktische omkadering, zoals bepaalde lokalen, terwijl verschillende parketten daarvoor niet uitgerust zijn. Als ze meer zouden inzetten op de ‘guilty plea’, riskeren de doorlooptijden voor de strafonderzoeken ook een stuk langer te worden.

Bovendien dreigen die inspanningen voor niets te zijn geweest. Het risico bestaat altijd dat de rechtbank de overeenkomst afkeurt en er toch een gewoon proces komt.

Minister Geens laat weten dat hij op de hoogte is van de opmerkingen van het openbaar ministerie. “Het klopt dat het voorbereiden van een akkoord, voorafgaandelijk overleg met of mededeling aan de advocaat meer werk betekent in vergelijking met bijvoorbeeld een rechtstreekse dagvaarding”, zegt zijn woordvoerster.

“Het instrument is vooral bedoeld om de zitting ten gronde te versnellen, aangezien men de debatten over de schuld kan overslaan en onmiddellijk kan oordelen over de straf. In Frankrijk past men dit systeem toe en blijkt het goed te werken.”

Bron » De Standaard