Een tweederdemeerderheid in de Kamer steunt de verlenging van de administratieve aanhouding van 24 naar 48 uur voor alle misdrijven.‘Om efficiënt te kunnen strijden tegen terrorisme en alle andere vormen van criminaliteit, stellen we voor de termijn te verlengen van 24 naar 48 uur. Deze nieuwe termijn kan niet meer worden verlengd’, verklaart CD&V-fractievoorzitter Servais Verherstraeten.
Donderdag werd een nieuw voorstel tot herziening van artikel 12 van de Grondwet neergelegd. Dit grondwetsartikel bepaalt de maximale aanhoudingstermijn zonder bevel van een rechter. Het voorstel werd ondertekend door SP.A, CdH, CD&V, N-VA, MR en Open VLD. De zes partijen hebben de vereiste tweederdemeerderheid die nodig is om de Belgische Grondwet aan te passen.
Momenteel ligt de aanhoudingstermijn zonder tussenkomst van een rechter op 24 uur. Wil men deze termijn verlengen, dan is er een met redenen omklede beschikking van de onderzoeksrechter nodig. “In de praktijk blijkt geregeld dat dit moeilijk toepasbaar is”, steekt Verherstraeten van wal.
“Bescherming van onze burgers”
Hij gaat verder: “We worden geconfronteerd met een steeds toenemende complexiteit van strafzaken, die meer tijd vergen om de verzamelde aanwijzingen te analyseren en al dan niet te bevestigen. De situatie wordt er niet makkelijker op door de opkomst van terrorisme. Daarom lijkt het ons aangewezen om rechters extra tijd toe te kennen om te kunnen beslissen of een aanhoudingsbevel zal worden uitgevaardigd dan wel of er een vrijheid (onder voorwaarden) zal worden toegekend. Tenslotte gaat het hier om de bescherming van onze burgers.”
Evenwicht
Federaal minister van Justitie Koen Geens toont zich tevreden met het akkoord: “De verlenging van 24 naar 48 uren houdt het evenwicht tussen het verzamelen van wettelijke bewijzen, het waken over de veiligheid en het waarborgen van de mensenrechten.”
De voorgestelde wijziging van 24 uren naar 48 uren betekent dat een rechterlijk bevel tot verlenging – hetgeen men vroeger nodig had om een verdachte langer vast te houden – geen reden tot bestaan meer heeft en wordt afgeschaft. De desbetreffende wet op de voorlopige hechtenis wordt ook in die zin aangepast.
Bron » De Standaard