Het is een interessante gedachte: hevel het onderzoek naar de Bende van Nijvel terug over naar Vlaanderen. Jef Vermassen is pro, de Aalsterse burgemeester Christophe D’Haese (N-VA) is pro. Sociale media zijn pro. Ik niet.
Ik volg dit dossier sinds een jaar of twintig en hoor altijd weer die stem van Franz Balfroid, ooit een jonge rijkswachter uit Waver. Hij kwam in 1983 (!) samen met zijn collega Gérard Bihay als allereerste met de these van de inside job. Mensen van de rijkswacht zelf. Balfroid en Bihay ontdekten als eersten de Groep G, een geheim leger binnen het leger dat de rijkswacht in die tijd was. Het werd niet hun beste dag. “Wij mochten daarna alleen nog gazetten lezen en enveloppes dichtlikken.”
De rijkswacht was een extreem hiërarchisch gestructureerde organisatie. Jonge mannen gingen er op hun achttiende in, zwoeren trouw aan hun officier en voerden blindelings bevelen uit. Opperen, zelfs heel voorzichtig, dat de Bende van Nijvel misschien-misschien in eigen huis diende gezocht was vloeken in de kerk, in het kwadraat. Dat was zoals een Amerikaanse GI die ergens aan het front in Afghanistan de andere GI ervan betichtte bij al-Qaida te horen.
We hebben in dit land nog een paar oude enigma’s: de moord op Peter De Vleeschauwer, of die op Simon Poncelet. Allebei politiemensen, meer dan waarschijnlijk geëlimineerd door eigen collega’s. Ook die twee zaken zitten al 20 jaar muurvast. Toeval?
Nee. Politiemensen, en zeker oud-rijkswachters, zijn gedrild om onder alle denkbare omstandigheden de rangen te sluiten. Ze vormen daardoor de allerslechtst geplaatste mensengroep om een onderzoek te voeren dat zich eventueel tegen het eigen korps zou kunnen keren.
Hoe valt te verklaren dat de tip van David Van de Steen na acht maanden nog altijd in de fase van het geduldige natrekken zit? Waarom verschenen vorige week pas, na de voorzet van Jef Vermassen, opeens agenten uit Charleroi met een foto van de “reus” in Aalsterse cafés? Doodeenvoudig: binnen de cel Waals-Brabant is de operationele leiding nog altijd in handen van politiemensen met een rijkswachtverleden. Hoe bekwaam, integer en empathisch ook: deze mensen zullen altijd de neiging hebben om weg te kijken. En door ze nu te vervangen door Nederlandstalige oud-rijkswachters heb je het probleem hooguit verplaatst.
Er zijn voorbeelden van criminele enigma’s die op een dag opeens toch opgehelderd raakten. Denk aan de moorden op Julien Lahaut (1950) en Patrice Lumumba (1961). Het was in beide gevallen niet het werk van de politie. De onoplosbaar gewaande vraagstukken werden opgehelderd door historici en criminologen.
Liever dan van de Bende een communautaire kwestie te maken, zouden we er ook een wetenschappelijke van kunnen maken. Gelooft iemand echt dat er ooit nog een proces komt tegen de Bende? Waarom dan nog een strafrechtelijk onderzoek? De doorbraak van het afgelopen weekend is er gekomen door de speurijver van de destijds 9-jarige en door de reus in de Delhaize voor dood achtergelaten David Van de Steen.
Het was hij, de kleine jongen die z’n papa, z’n mama en z’n zusje die avond zag neergemaaid worden. Die z’n opa, de in 2011 overleden Albert Van den Abiel, op z’n sterfbed had beloofd dat hij zou blijven zoeken. Altijd blijven zoeken. Het was niet de speurijver van de politie die de doorbraak forceerde, het was het kind. Laat ons dat beeld nog even vasthouden.
Bron » De Morgen | Douglas De Coninck