Minister van Staat en oud-senaatsvoorzitter Armand De Decker (MR) is door het gerecht in Bergen in verdenking gesteld wegens ‘ongeoorloofde beïnvloeding’ in de Kazachgate-zaak. Dat bevestigen gerechtelijke bronnen aan De Standaard.
Een raadsheer-onderzoeksrechter in Bergen meent dat er genoeg aanwijzingen zijn dat senator Armand De Decker (MR) in 2011 en 2012 aan ongeoorloofde politieke lobbying heeft gedaan om de wet op de verruimde minnelijke schikking te laten goedkeuren op maat van miljardair Patokh Chodiev en twee van diens zakenpartners.
De Decker kreeg voor zijn diensten 740.000 euro van Chodiev en co. Zelf blijft de oud-senator tot op vandaag beweren dat hij in de Kazachgate-zaak enkel heeft gewerkt als advocaat van Chodiev en dat de 740.000 euro zijn honorarium waren. Maar hij slaagde er dus niet in de speurders te overtuigen.
Olivier Delmarche, raadsheer bij het hof van beroep in Bergen, stelde Armand De Decker heel recent in verdenking wegens ‘ongeoorloofde beïnvloeding.’ Dat vernamen De Standaard, Mediapart, Le Soir, en Le Vif. ‘Ongeoorloofde beïnvloeding’ is een vorm van corruptie waarbij een ambtenaar ‘tegen betaling zijn invloed gebruikt om de overheid tot een handeling aan te zetten.’ In dit geval zou De Decker zijn politieke invloed hebben aangewend voor de belangen van Chodiev te dienen.
Dat De Decker in verdenking is gesteld, betekent dat hij op het eind van het onderzoek voor de raadkamer moet verschijnen. Die moet dan op haar beurt beslissen of hij naar de rechtbank wordt verwezen.
Bron » De Standaard