Speurders mogen voortaan in het DNA van een onbekende moordenaar kijken, om bijvoorbeeld zijn haarkleur en leeftijd te achterhalen. Het parlement keurde een baanbrekende DNA-wet goed, in de aanwezigheid van familieleden van slachtoffers.
“De tijd van Witse en Inspector Morse, die met de juiste ondervragingstechnieken mensen tot bekentenissen dwongen, ligt achter ons”, zei minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open VLD) donderdag in het parlement. “Vandaag zijn criminaliteitsbestrijding en het ophelderen van misdrijven meer dan ooit het werk van forensische rechercheurs.” De oorspronkelijke DNA-wet dateert van 1999. Nochtans heeft de wetenschap sindsdien stevige stappen vooruitgezet. De ‘DNA-Evaluatiecommissie’ vroeg al in 2019 om speurders meer mogelijkheden te geven.
“Concreet veranderen nu vier zaken. Er komt vooreerst een wettelijk kader voor familiale zoekingen. Tot nu konden de speurders DNA alleen vergelijken met het erfelijk materiaal van verdachten of van veroordeelden die al in de databank zitten. Speurders mogen nu ook kijken of er een familielid van de dader in die databanken zit. Het gaat dan om mensen in de eerste graad, die voor minstens 50 procent het DNA van de dader delen: een vader, moeder, zoon, dochter, broer of zus.”
Zoeken op Y-chromosoom
In het buitenland zijn tal van voorbeelden bekend van moordenaars die zo ontmaskerd werden. In Frankrijk werd de moordenaar van Élodie Kulik (24) zo ontmaskerd. De jonge vrouw werd op 10 januari 2002 verkracht en vermoord toen ze naar haar auto wandelde. De dader liet DNA achter, maar werd niet geklist. Grégory Wiart werd pas ontmaskerd toen zijn vader tien jaar later DNA moest afstaan, en daarmee onbewust aantoonde dat zijn zoon de moord pleegde.
“Ook onderzoek op basis van het Y-chromosoom wordt mogelijk”, zegt Van Tigchelt. “Alle mannen die veroordeeld worden in een zedenzaak, zullen niet alleen hun DNA maar ook een staal van het Y-chromosoom afgeven. Die worden in een nieuwe Y-STR databank opgeslagen.” Het Y-chromosoom is een stuk van het DNA dat bij mannen overgaat van vader op zoon. Door het Y-chromosoom te vergelijken, kun je verder kijken dan een vader of een broer. Ook een verre achterneef is dan herkenbaar als een familielid. Sofie Claerhout, doctor in de forensische genetica aan de KU Leuven, zei in 2019 al dat het Y-chromosoom de ontbrekende schakel kon zijn om cold cases op te helderen.
Haarkleur en ogen
Daarnaast moet de nieuwe wet ook de zoektocht naar vermiste personen ondersteunen. “Onze databank met het DNA van vermisten en hun familieleden wordt gekoppeld aan de I-Familia databank van Interpol”, zegt Van Tigchelt. Daarin zit het DNA van alle overleden personen die nooit geïdentificeerd zijn en het DNA van vermiste personen uit andere landen. Mensen die al jaren als vermist staan opgegeven in ons land, zouden vlak over de grens dood teruggevonden kunnen zijn zonder dat iemand een verband heeft gelegd.
“Ten slotte zullen speurders veel meer informatie uit het DNA van een onbekende verdachte mogen halen, de zogenoemde genotypering”, zegt Van Tigchelt. Nu mogen ze alleen kijken of het om een man of een vrouw gaat. “Ze zullen zo een inschatting kunnen maken over de haarkleur, de oogkleur, de biogeografische afkomst en zelfs de leeftijd.” Huidskleur wordt niet opgenomen.
Van Tighelt omschrijft de nieuwe DNA-wet als “het juiste evenwicht tussen veiligheid en privacy”. “We hopen dat deze wet ertoe zal leiden dat we cold cases kunnen oplossen.”
Al 33 jaar op zoek
Zo is er moord op de 26-jarige Ingrid Caeckaert. De vrouw werd op 16 maart 1991 met 62 messteken gedood in haar flat in Heist. Hoewel er DNA van de dader gevonden werd, wachten haar ouders Georges Caeckaert (88) en Marie-Josephe Vereecke (83) al 33 jaar op antwoorden. Ze waren donderdag bij de stemming in het parlement.
“Zelfs als we hiermee maar één cold case oplossen, was het de lang weg waard”, vindt Van Tigchelt. “Dan kunnen we nabestaanden zekerheid geven. In landen waar familiale zoekingen al langer bestaan, zijn ze een groot succes.
En de Bende van Nijvel? Ook in dat dossier zit DNA dat gevonden is op een sigarettenpeuk en op een kogelwerend vest. “Een zwarte bladzijde uit de Belgische geschiedenis”, zegt Van Tigchelt. “Het is uiteraard mogelijk dat de techniek gebruikt wordt. Of dat zal gebeuren, hangt van de onderzoekers af.”
De wet verschijnt volgende week in het Staatsblad. Dan is het aan de onderzoeksrechters om dossiers vanonder het stof te halen en te bekijken of ze met de nieuwe wet opgehelderd kunnen worden.
Bron » De Standaard | Cedric Lagast