Negen miljoen euro zou wapenhandelaar Jacques Monsieur met illegale transacties verdiend hebben. In de Brusselse rechtbank voert hij aan dat zijn handel een dekmantel was voor spionage voor westerse regimes.
‘In de jaren 80 en 90 heb ik vijftien jaar gewerkt voor de DIA (Defence Intelligence Agency, de inlichtingendienst van het Amerikaans leger, red.). Toen de verstandhouding zoek raakte, ben ik door de Israëlische Mossad benaderd. En ook de Franse veiligheidsdiensten zochten mij af en toe op. Ik mocht met hun zegen wapens verkopen aan bepaalde regimes of groeperingen, ook als er een embargo was uitgevaardigd. Het was de perfecte dekmantel om het vertrouwen van de regimes te winnen en intussen inlichtingen te vergaren.’
Met zijn eerste antwoord sloeg wapenhandelaar Jacques Monsieur (64) de Brusselse rechtszaal gisteren meteen met verstomming. Welke spion zou zomaar de naam van zijn opdrachtgevers prijsgeven?
Monsieur begon zijn carrière bij een Amerikaanse wapenproducent. Hij zocht voornamelijk naar klanten in oorlogsgebieden waar, op basis van internationale embargo’s, geen wapens geleverd mochten worden. Zoals in Iran en Irak, een regio waar Monsieur zijn doorbraak forceerde op de internationale wapenmarkt.
‘Na de overwinning van ayatollah Khomeini vroegen de Amerikanen mij om een nieuw inlichtingennetwerk in Iran op te bouwen. De enige manier om er voet aan wal te krijgen, was het regime bieden wat de internationale gemeenschap weigerde: wapens.’ Monsieur verkocht de islamitische republiek 6.000 TOW-antitankraketten, goed voor 83 miljoen dollar.
Monsieur kwam ook in de Balkanoorlog aan de bak. Vanuit Iran leverde hij wapens zowel aan de Kroatische troepen als aan Bosnische moslimstrijders. In Afrika verscheen zijn naam in het schandaal rond Elf Aquitaine, toen bekendraakte dat de Franse olieproducent in 1997 wapens had geleverd aan de toenmalige president van Congo-Brazzaville, Pascal Lissouba. Die werd door de huidige president Sassou Nguesso in het nauw gedreven.
Grote vis
Dat Monsieur snel een grote vis werd, blijkt uit de feiten waarvoor hij vandaag voor de Brusselse rechtbank terechtstaat. Tussen april 2006 en juni 2009 zou hij een rol gespeeld hebben bij de verkoop van vijf gevechtshelikopters, twaalf tanks en radiomateriaal aan Guinee-Bissau. Voorts zou hij 100.000 automatische geweren aan Libië hebben geleverd, plus 200.000 automatische geweren, vier gevechtshelikopters en twee straaljagers aan Tsjaad. Nog op het lijstje: luchtafweerraketten en pantservoertuigen aan Pakistan, zes C-130-transportvliegtuigen aan Indonesië, wisselstukken voor F1-gevechtsvliegtuigen en 13 miljoen kogels voor oorlogswapens aan Iran.
Het is niet de eerste keer dat Monsieur voor een rechtbank staat. In 2001 verdacht Iran hem van spionage en werd hij veroordeeld tot tien jaar cel. Een straf die hij na betaling van 400.000 dollar kon terugbrengen tot twee jaar. Terwijl hij in Iran in de cel zat, werd hij in oktober 2001 in ons land bij verstek veroordeeld tot vijf jaar cel voor wapenhandel met Iran, China, Ecuador, Burundi en Kroatië. In Frankrijk kreeg hij vier jaar cel voor wapentrafiek naar Togo, Kazachstan en Qatar. In 2009 werd Monsieur in Amerika gepakt voor wapenhandel met Iran. Hij riskeerde daarvoor 65 jaar cel, maar dankzij info over het nucleaire programma van Irak en over het Iraanse leger, werd zijn straf tot 23 maanden teruggebracht.
Twee jaar cel?
Vandaag riskeert Monsieur in Brussel een celstraf van twee jaar. Het gerecht wil hem echter vooral financieel straffen. Geschat wordt dat zijn illegale handel hem negen miljoen euro heeft opgeleverd. Dat bedrag wil het gerecht terugvorderen, mogelijk door beslag te leggen op de 113 onroerende goederen die Jacques Monsieur en zijn zus geërfd hebben van hun ouders – hun vader was notaris.
Het vonnis volgt op 1 juni.
Bron » De Standaard