De fel bekritiseerde afkoopwet leverde de schatkist al honderden miljoenen op. Het gerecht grijpt dat aan om te pleiten voor meer geld voor misdaadbestrijding.
De noodkreten over het gebrek aan onderzoekscapaciteit die politie en gerecht de voorbije maanden slaakten, in het bijzonder woensdag in het federaal parlement, koppelen ze vaak aan wat hun werk opbrengt voor de Belgische staat. Vooral de verruimde minnelijke schikking, bekend als de ‘afkoopwet’, brengt geld in het laatje.
Uit cijfers van het college van procureurs-generaal blijkt dat die omstreden wet van 2017 tot en met vorig jaar 410 miljoen euro heeft opgeleverd. ‘In 2019 ging het om 307 miljoen euro’, zegt Ignacio de la Serna, de procureur-generaal van Bergen. Dat hoge bedrag in dat ene jaar is te wijten aan de schikking die het parket van Brussel sloot in de HSBC-fraudezaak.
De Zwitserse bank HSBC werd ervan verdacht belastingontduiking te stimuleren door offshorebedrijven op te zetten voor welstellende klanten, onder wie Antwerpse diamantairs. Langs die weg konden ze belastingen op inkomsten uit spaargeld omzeilen. Meer dan duizend Belgen zouden van dat systeem gebruik hebben gemaakt. HSBC betaalde in die zaak 294,4 miljoen euro.
Een andere grote recente schikking was die in de zaak-Beaulieu. In juni vorig jaar betaalden zes verdachten samen bijna 50 miljoen euro in een onderzoek naar een witwasconstructie in Luxemburg.
De verruimde minnelijke schikking maakt het sinds 2011 mogelijk dat fraudeurs geld betalen om het in hun strafzaak niet tot een proces te laten komen. De minnelijke schikking bestond voordien al voor minder zware feiten. De uitbreiding van de lijst met feiten waarvoor een schikking mogelijk is, botste op fel protest omdat het rijke verdachten in staat stelt hun proces en dus een mogelijke straf af te kopen. Links sprak van ‘klassenjustitie’. De wet, die in 2018 werd bijgestuurd, kwam ook op een zeer omstreden manier tot stand, onder invloed van de Franse politiek. Dat werd onderzocht in de commissie-Kazachgate.
Geen btw-carrousel
Omdat fraudezaken erg vaak verzanden in procedureslagen met het risico dat de feiten verjaren – en dat verdachten dus helemaal geen straf krijgen – wijst het gerecht erop dat de afkoopwet voor complexe dossiers een goeie oplossing is, omdat ze tot een resultaat leidt. De inkomsten die ze genereert, zijn een extra argument pro. Tussen 2011 en eind 2017 ging dat al om bijna 480 miljoen euro. ‘Daarnaast komt er ook nog geld binnen via de gewone minnelijke schikkingen en de boetes’, zegt De la Serna. ‘Dat was de voorbije vijf jaar bijna 280 miljoen euro.’
‘Voor de federale gerechtelijke politie vragen we geleidelijk meer middelen: het eerste jaar 35 miljoen extra, het tweede jaar 40 miljoen en daarna 50 miljoen gedurende vijf jaar. Dat is een verdedigbaar bedrag als je dat vergelijkt met de opbrengsten die worden gehaald uit onder meer fraudebestrijding’, zegt De la Serna. ‘Doordat we nu prioriteiten moeten stellen, schiet dat er vaak bij in. Als we moeten kiezen tussen een onderzoek naar een btw-carrousel en een naar zware drugstrafiek, kiezen we ervoor om op dat laatste in te zetten. Eigenlijk zouden we ze allebei moeten kunnen uitvoeren. Het is ook problematisch dat we door een onderinvestering in de centrale diensten geen zicht meer hebben op bepaalde fenomenen, zoals mensenhandel.’
Bron » De Standaard