De kans is vrij groot dat we straks op zondagavond net zo hard in de ban zijn van 1985 als we dat waren van De twaalf. De reeks voert ons terug naar het tijdperk van als rijkswachters vermomde topcriminelen en de Bende van Nijvel.
Probeer je je dit voor te stellen. Twee agenten van de federale politie die zijn betrapt op illegaal afluisteren worden door hun chef uit hun functies gezet. Ze pakken diezelfde avond hun machinegeweren, rijden naar het huis van de chef en nemen het onder vuur. Het onderzoek wordt toevertrouwd aan de twee agenten zelf, en leidt tot niets. Na twintig jaar en één dag trekken de agenten naar hun chef en zeggen: “Wij waren het, maar nu is de zaak verjaard.” Het is wat rijkswachtmajoor Herman Vernaillen overkwam. Twee van zijn belagers, op 26 oktober 1981, waren de door hem gestrafte drugsspeurders Madani Bouhouche en Robert Beijer. Het was het beginpunt van een hele reeks misdrijven die twintig jaar lang de status van cold cases zouden behouden, zoals roofmoord op Sabena-geldkoerier Francis Zwarts en de wapenroof bij de speciale eenheden in Etterbeek.
Scenarist Willem Wallyn (62) is jaren in de weer geweest met het ordenen en natrekken van nieuwsfeiten uit de zogenaamde Belgische loden jaren. “Veel van die feiten zijn op zich wel bekend, maar de verbanden ertussen niet altijd”, zegt hij. De reeks, die in acht afleveringen leidt naar de meest bloedige aanslagen van de Bende van Nijvel, werd geregisseerd door Wouter Bouvijn (35), vooral bekend van De twaalf.
Echt álles zit in die eerste afleveringen: het drugsschandaal rond commandant François, de aanslag op Vernaillen, extreem-rechtse trainingskampen… Wie hopen jullie voor deze half verdrongen geschiedenis geïnteresseerd te krijgen?
Wouter Bouvijn: “Simpel, iedereen. We hebben alle feiten uit die periode gebruikt als rode draad, maar altijd vanuit het perspectief van drie jonge mensen: Marc, Franky en zijn zus Vicky. Fictieve personages. Zij worden door die gebeurtenissen uit elkaar gerukt.
“We lieten alle afleveringen zien aan een testpubliek dat merendeels bestond uit vrouwen van tussen de twintig en dertig jaar oud, die van die hele zaak echt niks kenden. Zij waren er enorm door aangegrepen. En verbaasd. Zo van: ‘Wat is er in die tijd allemaal niet gebeurd?’ Ook op het Film Fest in Gent, in oktober, en op de première in Bozar in Brussel, voelde ik een wow-effect. Mensen die zich afvragen: is dit fictie of geen fictie? Nu en dan tonen we afchiefbeelden, waarmee we bevestigen dat deze dingen – de feiten rond de Bende – echt zijn gebeurd.
“Ik heb die periode zelf niet meegemaakt, ik was nog niet eens geboren. Ik had wel over de Bende gehoord, de overvallen op Delhaizes en zo, maar verder ging het niet. Dan begin je de Panorama-uitzendingen van toen te bekijken en boeken te lezen. Het idee is dan de kijker te doen meeleven met deze drie jonge mensen die de hoofdrollen vertolken. En natuurlijk ook Herman Vernaillen, die wordt vertolkt door een boven zichzelf uitstijgende Peter Van Den Begin.”
Herman Vernaillen ziet zichzelf als het eerste slachtoffer van de Bende van Nijvel.
Willem Wallyn: “Voor mij is hij dat inderdaad.”
Hopen jullie dat de reeks iets losmaakt dat ons een stap dichter bij de opheldering brengt?
Wouter Bouvijn: “We hebben 1985 niet gemaakt met de pretentie te denken dat we iets gaan kunnen oplossen. Daar zijn anderen veel beter voor geplaatst.”
Willem Wallyn: “We zetten alle feiten op een rij, waardoor je voor jezelf een idee kan vormen van wat er toen gebeurd is. Hoe iets als de Bende van Nijvel mogelijk is geweest. Hoe gevaarlijk de situatie toen was. En snel weer kan zijn. Laatst werden in Duitsland 25 mensen opgepakt op verdenking van het willen plegen van een staatsgreep. Dat is wat we willen laten zien: hoe fragiel een samenleving kan zijn als diegenen die worden geacht haar te beschermen zich tegen haar keren. Mijn voornaamste informatiebronnen waren de verslagen van de twee parlementaire commissies. Ik volg ook de tijdlijn die de commissie heeft gevolgd. Oké, niet alles zit in de reeks: de brandstichting bij Pour (links Franstalig weekblad, DDC) kon er niet meer in.”
De reeks wekt de overleden geachte Madani Bouhouche tot leven, en ook Robert Beijer van de vroege jaren tachtig. Heb je Beijer, die deze week in Thailand werd opgepakt, gesproken?
Willem Wallyn: “Nee, ik heb wel zijn boek gelezen, De laatste leugen. Hij zegt daarin zelf dat hij mee de aanslag op Vernaillen pleegde. Verder schrijft hij dat hij betrokken was bij de roofmoord op geldkoerier Francis Zwarts en de wapenroof bij de groep Diane. We zijn buiten Vernaillen en Léon Finné (bankier en Bende-slachtoffer in 1985, DDC) ook weggebleven van de slachtoffers. Ik wilde het echt heel feitelijk houden. We hebben het script wel voorgelegd aan Finnés dochter. Haar reactie was: ‘Het lijkt wel alsof je hem hebt gekend!’ Dat was fijn om te horen, terwijl ik die man gewoon vanuit een dramatisch oogpunt heb beschreven.”
Ook de VUB maakt deel uit van het decor van 1985.
Willem Wallyn: “Ik heb die periode ook heel intens beleefd: Brusselse vrije radio’s, de rechtenfaculteit… Dat zijn mijn studentenjaren. Met een moeilijk te beschrijven angstklimaat. Het was heftiger dan je je vandaag kunt inbeelden. Er was angst voor de atoombom, voor agressieve rijkswachters. En dan om de zoveel tijd dat nieuws op de radio. Dat er mensen zomaar waren neergeknald in de Delhaize. Het was een rare, schizofrene periode, met tegelijkertijd ook fantastische muziek.”
Wouter Bouvijn: “Het moet een heel aparte tijd geweest zijn. De Generaal Jacqueslaan in Etterbeek, met aan de ene kant de grote rijkswachtkazerne en aan de andere de VUB, waar ons personage Vicky studeert.”
Willem Wallyn: “Het waren de beste momenten uit mijn jonge leven. Volwassen worden in een maatschappij die teerde op angst en tegenstelling. We werden in 1985 net als de drie hoofdpersonages in de reeks allemaal verplicht om een keuze te maken. Ik zat zelf in het atheneum van Koekelberg en daar gingen na het zesde jaar evenveel studenten naar de rijkswacht als naar de VUB. Allemaal vrienden die opeens ofwel aan de ene kant gingen staan of aan de andere. Je moest gewoon kiezen.
“Een beetje zoals nu. Je bent nu uitgesproken voor of uitgesproken tegen het vaccin. En mensen gaan mee in gekke samenzweringstheorieën of doen dat juist niet. Ik heb met mijn twee oudste kinderen – twintigers – lange gesprekken moeten voeren over vaccins.
“Ze hebben de eerste twee afleveringen intussen gezien. Ze voelden zich weggeblazen. En ze vonden dat ik voor de allereerste keer iets zinnigs heb gemaakt (lacht).”
Wouter Bouvijn: “We hebben massa-scènes gedraaid met veel rijkswachters. We hebben kostuums laten namaken, en vaak kwamen er oud-rijkswachters figureren in hun uniform van toen. Op een dag verscheen Roda Fawaz, die de rol van Bouhouche vertolkt, op de set. Een oude rijkswachter kwam bij me staan en vroeg: ‘Is dat Bouhouche?’ Ik zeg ja. Hij begint te vertellen dat hij die nog heeft gekend van toen hij bij de kadetten zat. Jonge rijkswachters keken daar geweldig op naar Bouhouche en Beijer.”
Willem Wallyn: “Zij werden gezien als gasten die het goede nastreefden. Zij achtten België in gevaar. Ze waren daarvan doordrongen, het gevaar van de Sovjets. Bouhouche en Beijer behaalden resultaten met hun eigen aanpak. In het drugsmilieu in Brussel waren zij erg gevreesd. Die gasten waren heel efficiënt, maar volgden een eigen cowboylogica en vonden dat ze gelijk hadden. Ook de politiek functioneerde zo: oké, zo moet het, maar we gaan het zo doen. In alle partijen waren er figuren die dingen arrangeerden ‘voor de mensen’.
“In wezen was de rijkswacht een heel democratisch korps. Het hoogste echelon was bereikbaar voor iedereen, ook al kwam je van de Gentsesteenweg in Molenbeek. Als instelling was dat bijzonder goed doordacht. Alleen: als je dat een staat in de staat laat worden kan dat iets heel gevaarlijks worden. Uiteindelijk zijn ze door hun eigen gepruts in de zaak-Dutroux opgedoekt.”
Zijn ze niet eerder van logo veranderd?
Willem Wallyn: “De democratische controle is in elk geval veel groter en excessen worden veel sneller aangepakt. Zaken als toen zijn nu écht niet meer mogelijk.”
Een van de meest enigmatische personages is de inmiddels overleden BOB-adjudant Guy Goffinon. Hij was ooit het doelwit van een bomaanslag door Bouhouche en Beijer, en later degene die zowel het Bende-onderzoek als dat tegen de twee B’s vakkundig hielp verknallen.
Willem Wallyn: “Ik heb alle geruchtmakende processen van toen gevolgd, ook tegen leden van Westland New Post (extreemrechtse terreurgroep die in de waan was gebracht voor de Staatsveiligheid te werken, DDC). Goffinon fascineerde mij toen al. Je zag een gebroken man die tijdens zijn carrière altijd heel ijdel was geweest. De persoon Goffinon komt niet voor in de reeks, maar hij leverde wel inspiratie voor een personage dat geïnspireerd is op verschillende personen en op mijn fantasie.”
En dus noemden jullie hem Goffinard?
Wouter Bouvijn: “Dat personage is zo dubieus. Is dat nu een goeie of een slechte? Wie gaat het zeggen?”
Willem Wallyn: “Het personage is echt op álle sleutelmomenten aanwezig. Goffinard, met dat sappige Brusselse accent, wordt gespeeld door Tom Vermeir. Hij komt zelf uit Koksijde, maar heeft al zijn dialogen eerst laten inspreken door Guy Vanhengel.”
Wouter Bouvijn: “Mijn schoonvader, als bij toeval (lacht).”
Goffinon ontdekt eind 1987 de geheime garagebox van Bouhouche en Beijer, vol spullen die hen mogelijk zullen linken aan de Bende, maar besluit ze een nachtje onbewaakt achter te laten. De volgende dag is de box leeg.
Wouter Bouvijn: “Soms was het gewoon te véél voor een fictiereeks. Willem heeft ontzettend veel geschreven. Dan kom ik erbij en moet ik hem erop attenderen dat we geen tiendelige Netflix-documentaire maken, maar een zondagavondreeks over Franky, Marc en Vicky.”
Willem Wallyn: “Het is fijn als iemand anders de schifting voor je kan maken. Dat kon enkel lukken door over generaties heen te werken. Mensen zijn niet zo bezig met historische details.”
Wouter Bouvijn: “Wat ik erg mooi vind is dat het een Belgisch verhaal is. De reeks wordt op zondagavond simultaan uitgezonden op Eén en op La Une.”
Willem Wallyn: “Het is de eerste keer in de geschiedenis dat ze dat doen.”
De Bende van Nijvel is natuurlijk vooral een Franstalig gegeven.
Wouter Bouvijn: “Behalve op het einde, in Aalst. Ik vond het interessant om het Brussel-gegeven daar middenin te zetten, met twee Vlaamse plattelandsjongens en een jonge studente.”
Willem Wallyn: “Ik heb tien jaar in een dorp vlak bij Waver gewoond. Mijn Delhaize was overvallen door de Bende van Nijvel, achter mijn hoek kwam Paul Latinus (WNP-leider van wie de zelfmoord sinds 1987 ter discussie staat, DDC) aan zijn einde en wat verderop was er wapenhandel Dekaise, waar de eerste dode van de Bende viel. En dan was er ook nog de vermoorde FN-wapeningenieur Juan Mendez. Dat heeft zich allemaal afgespeeld op zo’n kleine locatie. Ik kon van waar ik woonde een fietstocht maken langs al die locaties.
“Toch leeft het meer in Vlaanderen dan in Franstalig België. Bij elke nieuwe wending of ontdekking is dat in Vlaanderen meteen een hoofdpunt in het nieuws. In Franstalig België haalt het niet eens het avondjournaal. Ook bij de jeugd leeft het verder. Ons collectieve geheugen is zwaarder geraakt, denk ik. Dat voel ik wel.”
Het federaal parket gaf deze zomer aan dat het onderzoek bij gebrek aan nieuwe elementen rond de jaarwisseling wordt stopgezet. Intussen werkt Vincent Van Quickenborne aan het opheffen van de verjaring voor bepaalde extreme misdrijven.
Willem Wallyn: “Als mens vind ik het een verschrikking dat de mogelijke verjaring er zit aan te komen. Omdat ik hier en daar wel een paar slachtoffers heb ontmoet en mee heb gevoeld wat dit voor hen zou betekenen. Als jurist ben ik dan weer een voorstander van verjaring. Verjaring is er om bepaalde redenen, en dat zijn goede redenen. En oké, dan is het gedaan. Dan moet je het afsluiten. Juridisch natuurlijk, niet menselijk.”
De moorden op Patrice Lumumba en Julien Lahaut zijn opgehelderd door historici, in het geval van Lahaut juist dankzij de verjaring.
Willem Wallyn: “In die zaken is er morele genoegdoening gekomen voor de slachtoffers, er kwam alleen geen veroordeling. Dat is heel moeilijke materie en juristen maken zich over het algemeen niet populair met hun mening hierover. Je kunt niet zeggen: ‘We gaan de verjaring afschaffen.’ Want dan moet je dat in alle zaken doen en dan komen we in een ander type samenleving terecht.
“Soms zijn misdrijven niet specifiek gericht tegen een slachtoffer, en dat moet verschrikkelijk zijn. Nooit een antwoord krijgen op de vraag waarom. Te moeten aanvaarden dat je gewoon op het verkeerde moment op de verkeerde plaats was. Dat er geen verklaring is. Dat is erger dan een ongeval, want iemand heeft dit bewust gedaan. Je bent geslachtofferd ter wille van een principe of iets politieks waar je niks mee te maken hebt.”
Hoe kennen jullie elkaar eigenlijk?
Wouter Bouvijn: “Ik had tien jaar geleden de eer om op het RITCS les te krijgen van mijnheer Wallyn. Ik weet nog goed: het was een zondagavond, zoveel jaar later. Ik stond met een kater in een kleine Delhaize, ik had hem al tien jaar niet meer gezien, en opeens kwam hij mij knuffelen. Hij zei: ‘Proficiat met De twaalf, nu moeten wij samen ook eens iets doen.’ Zo is het begonnen.”
Willem Wallyn: “Symbolischer kan eigenlijk niet. Tijdens de opnamen werden de rollen omgedraaid: hij werd de meester en ik de leerling. Heel fijn.”
Hebben jullie een favoriete scène?
Wouter Bouvijn: “Het moment waarop Franky na een gewelddadige tussenkomst van een collega-rijkswachter in Anderlecht moet antwoorden op de vraag van de generaal: ‘Hebt gij iets gezien?’ En de foute keuze maakt. Waarna hij daarna alleen nog foute keuzes kan maken.”
Willem Wallyn: “Ik ging juist hetzelfde zeggen. De hellegang van Franky.”
Wouter Bouvijn: “Geloof me, het wordt heel intens.”
Bron » De Morgen | Douglas De Coninck