De tv-serie 1985 biedt niet alleen een eigenzinnige en enigszins door de wetten van fictie en televisioneel volksvermaak ingekleurde kijk op de duistere jaren tachtig van de vorige eeuw, ze rijt her en der ook oude wonden open.
Voor wie toen volwassen en bij volle verstand was, is het een hernieuwde kennismaking met een officieel nooit opgeloste reeks misdaden. Voor wie te jong of nog niet geboren was, is het een verbazingwekkende eyeopener. C’est arrivé près de chez nous.
‘Bende van Nijvel’ is de term die we automatisch associëren met een reeks moorddadige, zorgvuldig georkestreerde raids, zonder dat we er nog bij stilstaan dat we, telkens als we de benaming opdreunen, de aanvallen linken aan de naam van een Waalse stad met 28.000 inwoners. In Franstalig België hebben ze het nooit over de ‘Bende van Nijvel’, maar over ‘les tueurs du Brabant’, de moordenaars van Brabant, af en toe afgewisseld met ‘les tueurs fous du Brabant’, alsof die extra aanduiding nog meer zal benadrukken dat de daders losgeslagen gekken waren.
Die Franstalige omschrijving is veel accurater dan het hersenspinsel van een allang vergeten Vlaamse journalist. Brabant was toen nog niet opgedeeld in een Vlaams en een Waals gedeelte en bij de vroege overvallen werden handelszaken en personen in Waver, Beersel, Genval, Halle en, jawel, Nijvel geviseerd, stuk voor stuk plaatsen in die provincie. ‘Les tueurs du Brabant’ klinkt dus een stuk accurater dan ‘Bende van Nijvel’.
Het leven gaat door
We willen van de burgemeester van Nijvel, de 60-jarige liberaal Pierre Huart, weten of die Vlaamse benaming zijn stad parten heeft gespeeld. Minder Vlaamse toeristen, slechte reputatie, vervelende associatie met criminaliteit, dat soort dingen. “Pas du tout”, klinkt het verrassende antwoord. “Wij praten daar nooit over. Eén keer per jaar, op 17 september, houden we een eerbetoon voor de wachtmeester van de rijkswacht die werd doodgeschoten. En daarna gaan we weer voort met onze levens.”
Op zaterdag 17 september 1983 hield de bende die toen nog geen naam had ’s nachts halt aan de Colruyt op de Brusselsesteenweg in Nijvel. Om de buit was het hen niet te doen. Vijf dozen pralines, vijf flessen arachideolie, vijf flessen maïsolie, tien zakken koffie, veertig pakjes koffiebonen en welgeteld 22.070 frank, omgerekend zo’n 550 euro. Ze schoten bij de benzinepompen een echtpaar dood, Jacques Fourez en Elise Dewit. Achteraf bleken dat geen toevallige slachtoffers te zijn, ze hadden bezwarend materiaal over hooggeplaatste personen in hun bezit.
Ook de toegesnelde wachtmeester Marcel Morue werd rond 1.30 uur koudweg geliquideerd, zijn rijkswachtcollega Jean-Marie Lacroix overleefde door zich… voor dood voor te doen. Morue zou, volgens de website bendevannijvel.com, zelf onderzoek naar de zogeheten Roze Balletten gedaan hebben. Was hij ook een bewust doelwit van de gangsters?
“Ik herinner me die dag omdat het de enige keer was in mijn hele leven dat ik werd tegengehouden met de wagen”, zegt Huart. “Mijn vriend zat achter het stuur, we waren samen ergens naartoe geweest, ik weet zelfs niet meer wat of waar, toen de politie ons deed stoppen. Dat deden ze met alle auto’s die in de buurt van de Colruyt rondreden.” Het leven stond even stil in Nijvel, voor drie levens definitief.
In de vergetelheid
Van het centrum van Nijvel naar de Colruyt is het een fikse wandeling. Aan de rand van de stad was de grond ook toen al veel goedkoper en waren er destijds nog grote lappen beschikbaar, zeer geschikt om er grootwarenhuizen op neer te poten, ruim voorzien van parkeerplaatsen, dicht bij op- en afritten van autostrades, waardoor er, terloops gezegd, ook vlugge ontsnappingsroutes werden gecreëerd voor lieden met minder goede bedoelingen.
Aan de Colruyt zelf herinnert niets nog aan het drama van bijna veertig jaar geleden. Geen plaquette, geen monument, geen informatie aan de ingang: niets. Alsof men niets liever wilde dan dat dit in de vergetelheid zou raken. Het lijkt wel het Bende-onderzoek.
Bron » De Morgen