Supergangster en ontsnappingskoning Robert Van Oirbeek (41) die voor een resem misdrijven een gevangenisstraf van 43 jaar had verzameld, mocht woensdag als vrij man de gevangenis van Verviers verlaten. “Petit Robert”, zo genoemd omdat hij zo klein is, kreeg door koninklijke gratie 20 jaar gevangenisstraf kwijtgescholden “op grond van menselijke en statistische overwegingen”. Normaal zou Robert Van Oirbeek tot 2016 in de cel hebben moeten blijven.
Van Oirbeek, afkomstig uit Sint-Truiden en van opleiding eigenlijk haarkapper, werd vooral bekend en berucht voor overvallen met gijzeling en ontsnappingen uit gevangenissen. Hij schreef de “kraak van de eeuw” op zijn palmares toen hij men een handlanger op 10 november 1987 in het Waalse Gembloers een BBL-filiaal naar schatting 195 miljoen frank lichter maakte.
De overval op het BBL-filiaal duurde in feite 25 uren, en 13 mensen werden toen gegijzeld van dinsdagavond 18u tot woensdagavond 19u. Daarbij maakten de gangsters gebruik van de sluiting van de bank ter gelegenheid van 11 november. Van Oirbeek en zijn kompaan hadden dus alle tijd om de 125 kluizen te kraken.
De gangsters vielen het filiaal binnen op 10 november, net na het sluitingsuur. Eerst sloten ze de echtgenote van de bankdirecteur op en wachtten met haar op zijn terugkeer. Toen de man opdook eisten ze dat hij de offerzaal zou openmaken. Daarvoor had hij echter de tussenkomst nodig van een personeelslid, en dus verplichtten ze hem het adres van de kassierster te verklappen.
De gangsters gingen de kassierster thuis ophalen en namen meteen haar hele gezin mee naar het bankfiliaal. Maar ook toen bleken ze nog niet in dek offerzaal binnen te kunnen. Woensdagochtend besloten ze nog een derde personeelslid, eveneens met het hele gezin, thuis te gaan ophalen, en pas dan slaagden ze erin dek offerzaal te openen en de kluizen leeg te halen. Pas om 18u45 kon de bankdirecteur zijn boeien losmaken en de rijkswacht verwittigen.
De “kraak van de eeuw” in Gembloers vertoonde veel gelijkenissen met een overval die eerder dat jaar, op 29 april, op een filiaal van de NNB-bank in het Nederlandse Valkenburg had plaatsgevonden. Van Oirbeek en twee kompanen gijzelden toen in totaal 11 mensen. Uit de koffers verdween ruim 13 miljoen frank.
Gevat
Van Oirbeek was eerder dat jaar, op 8 februari, met enkele kornuiten uit de Luikse Lantin-gevangenis ontsnapt. Tijdens die vlucht gijzelden ze twee bewakers, die later in de omgeving van Tongeren werden vrijgelaten. Toen ze daarop in Hakendover arriveerden, hielden ze er 8 uur lang een gezin van 5 personen gegijzeld. Vervolgens leidde hun vlucht naar Nederland, waar ze weer eens 3 mensen gijzelden en in de auto meenamen tot in de buurt van Kortrijk. Van Oirbeek wist te ontkomen naar Frankrijk, en werd begin januari 1988 door de Franse politie bij de lurven gevat in Parijs.
Terug opgesloten in Lantin en zijn zes vorige geslaagde ontvluchtingen uit Belgische gevangenissen indachtig werd hij er bedacht met het zwaarste detentie-regime. Eind 1991 schreef Petit-Robert een brief naar de Luikse procureur-generaal Léon Giet, waarin hij om euthanasie smeekte “omdat hij het vooruitzicht op levenslange gevangenisstraf niet meer aankon”. In die brief viel hij ook het hele gevangeniswezen aan.
In 1992 geraakte bekend dat Petit Robert weer nieuwe ontsnappingsplannen had gesmeed.
Bron » Gazet van Antwerpen