Mogen nationale overheden alle gegevens van hun burgers laten bewaren door providers? Nee, zegt het Europese Hof van Justitie nu. Deze uitspraak heeft mogelijk ook gevolgen voor de bewaarplicht in België.
Het massaal opslaan van telecomgegevens van burgers is volgens overheden noodzakelijk om zware criminaliteit te bestrijden. Bij de opsporing kan het gerecht bij een provider aankloppen voor specifieke gegevens van een verdachte. Bijvoorbeeld welke sites hij heeft bezocht en vanaf welke locatie dat is gebeurd. Hiervoor is het dan wel nodig dat álle gegevens van álle klanten worden opgeslagen.
De hoogste gerechtelijke instantie in Europa, het Hof, heeft nu bepaald dat dit niet zomaar mag. De zaak ging specifiek over de bewaarplicht in Groot-Brittannië en Zweden, maar heeft gevolgen voor alle Europese landen. Landen mogen alleen datgene laten opslaan wat noodzakelijk is voor het bestrijden van misdaad, zegt het Hof. Een ander belangrijk punt is een veel strenger toezicht op het juiste gebruik van de data.
Het Hof erkent dat het af en toe noodzakelijk is dat de privacy het onderspit delft, maar dat mag niet de norm worden. Gebruiksgegevens zijn namelijk privé. Met andere woorden: bewaren van gegevens mag, maar alleen als dat gericht gebeurt.
Dataretentiewet
Ook in België was er al langer discussie over het al dan niet bewaren van telecomgegevens. Vorig jaar oordeelde het Grondwettelijk Hof dat de Belgische dataretentiewet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel, het principe van non-discriminatie en het recht op eerbiediging van het privéleven. De wet bepaalde dat telecomoperatoren telefonische en andere elektronische communicatiegegevens een jaar lang moesten bijhouden.
In juli verscheen een vernieuwde dataretentiewet in het Staatsblad. Daarbij werd onder andere de toegang tot de gegevens drastisch ingeperkt naargelang de ernst van het misdrijf. De wijzigingen gaan echter enkel over de toegang tot de gegevens, en niet over de verplichting tot het bewaren zelf.
In oktober van dit jaar werd Skype in ons land nog veroordeeld tot een boete van 30.000 euro omdat het bedrijf in het kader van een gerechtelijk dossier geen informatie kon bezorgen over de inhoud van gesprekken.
Bron » De Morgen