Het gerecht van Nijvel speurt koortsachtig naar valse rijkswachters die enkele dagen voor de overval op geldkoerier Willy Pans op de parking van Walibi in 1985, de geldkoerier vragen stelden over zijn werk. Een werkwijze die het gerecht aan de ex-rijkswachters Bouhouche en Beijer doet denken. In gerechtelijke kringen wordt al tien jaar geopperd dat deze overval het eerste wapenfeit van de tweede reeks Bende-overvallen zou zijn. Na samenspraak met de cel-Jumet, die het onderzoek naar de Bende van Nijvel leidt, wordt dit spoor na acht jaar opnieuw onderzocht.
Op 15 augustus 1985 werd Intergarde-veiligheidsagent Willy Pans (36), die een deel van de dagopbrengst (1,3 miljoen frank) bij het Walibipretpark in Waver kwam ophalen, koelbloedig op de parking neergeknald. De talrijke bezoekers van het pretpark zijn die dag wellicht aan een bloedbad ontsnapt, want enkele ogenblikken eerder verwittigde een anonieme beller dat in het pretpark een bom zou ontploffen. De politiediensten kwamen net te laat om de overval te vermijden. ‘Gelukkig’, zeggen speurders nu. ‘Misschien was het de bedoeling de politiemannen onder vuur te nemen, zoals meermaals in de Bende-geschiedenis gebeurde.’
In augustus 1985 lagen de activiteiten van de Bende van Nijvel, die in totaal ten minste 28 slachtoffers maakte, stil. Sinds 1983 leek de Bende van de aardbol verdwenen. Pas vanaf september 1985 liet ze opnieuw van zich horen met aanslagen op de Delhaize-winkels van Eigenbrakel, Overijse en Aalst. Pas na die overvallen begonnen de speurders te denken dat er een verband kon zijn tussen de Walibi-overval en de Bende-aanslagen. Zowel het gerecht van Dendermonde als dat van Charleroi kreeg destijds over dit verband informatie. Er werd verwezen naar de bende-De Staerke, maar ook naar de bende rond de ex-rijkswachters Madani Bouhouche en Robert Beijer.
Het verband tussen Walibi en de Bende kwam meermaals ter sprake tijdens de coördinatievergaderingen, maar het spoor werd nooit onderzocht, omdat de Nijvelse onderzoeksrechter Luc Hennart het dossier-Mendez, waarin Bouhouche en Beijer de hoofdverdachten waren, volledig van zijn collega’s afschermde.
De elementen die begin 1989 naar Bouhouche en co verwezen, werden nooit onderzocht. In 1990 werd het dossier bij het parket van Nijvel voorlopig buiten vervolging gesteld. Er gebeurde niets meer tot enkele maanden geleden de cel-Jumet het dossier doornam, en het naast het Bende-dossier en het dossier-Mendez legde. Uit deze analyse puurden de speurders vragen en nieuwe elementen die een heropening van het dossier noodzakelijk maakte.
Zo had de vluchtwagen van de moordenaars van Willy Pans, een Honda Cuendet, valse nummerplaten, die op dezelfde wijze nagemaakt waren als diegenen die de speurders hadden ontdekt op een R25 en een Jeep Mercedes 4X4, auto’s die op het eind van de jaren 80 tijdens het Bouhouche-Beijer-onderzoek werden teruggevonden. Op de Walibi-parking troffen de speurders ook een R4 aan die een identieke uitrusting had, als auto’s die door de handen van Bouhouche en Beijer gegaan waren.
Bovendien bleek dat Willy Pans enkele dagen voor zijn dood door rijkswachters aangesproken was. Hij vond dit vreemd, zo vertelde hij aan vrienden. Uit het onderzoek bleek dat geen enkele rijkswacht ooit zo’n opdracht kreeg. Eenzelfde scenario werd gevolgd bij de roofoverval op veiligheidsagent Francis Zwarts op de luchthaven van Zaventem. Voor die roofoverval werd Bouhouche door het Brabantse assisenhof veroordeeld.
Willy Pans werd met HKP7-pistolen vermoord. De wapens werden nooit teruggevonden. Twee dergelijke wapens werden in Luxemburg door een zekere Roger van Vliet met behulp van vervalste documenten op 30 juni 1984 aangekocht. De naam Van Vliet werd door het duo Bouhouche-Beijer gebruikt voor het huren van flats en garageboxen. Nooit ontdekten de speurders waarvoor het duo in totaal 1 miljoen frank uitgaf, gespreid over acht jaar, voor de huur van boxen en flats. Het gerecht vraagt zich nu af of deze logistiek voor de Bende-doders gebruikt is.
Bron » De Tijd