Rechter Luc Hennart stapt in de politiek: ‘Ik ben er niet van overtuigd dat jongens uit Molenbeek dezelfde straf zouden krijgen als de Reuzegommers’

Als voorzitter van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg in Brussel spuwde Luc Hennart regelmatig zijn gal over de politiek. Deze week kondigde de magistraat zijn politieke entree aan, op de vierde plaats van de Europese lijst van de PS. ‘Een rechter zonder persoonlijke mening, dat zou pas gevaarlijk zijn.’

Op zijn zeventigste is Luc Hennart nog even tegendraads als tijdens zijn carrière als magistraat. ‘De gesel van Koen Geens’ werd Hennart in de media genoemd nadat hij als voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg in Brussel maanden aan een stuk uithaalde naar de toenmalige justitieminister.

In zijn eerste Nederlandstalige interview als politicus tackelt hij al de huidige justitieminister Paul Van Tigchelt (Open Vld) die na de recente schietpartijen in Brussel versterking aankondigde voor politie en parket. “Repressie werkt niet”, zegt Hennart, die op zijn beurt pleit voor de legalisering van cannabis en van cocaïne.

De magistraat met het eeuwige strikje staat op de vierde plaats van de Europese lijst van de PS. Vandaag levert de partij twee parlementsleden. De kans dat hij ook effectief een zetel bemachtigt is dus klein. “Maar als ze me bellen om justitieminister te worden, zeg ik volmondig ja.”

Qatargate toonde de lelijkste kant van de politiek. Heeft u dat als gewezen magistraat niet afgeschrikt?

“Mooie vraag, maar mijn antwoord is nee. We moeten afwachten wat het onderzoek zal opleveren. De Europese Unie is nu eenmaal een plek waar veel gelobbyd wordt en er bestaat ook zoiets als het vermoeden van onschuld.”

Er zijn toch heel wat bezwarende elementen …

“Ik heb geen inzage in het dossier dus inhoudelijk weet ik niet wat er aan de hand is. Maar over de procedure heb ik wel een aantal vragen. Een maand nadat hij in verdenking gesteld werd, kreeg Pier Antonio Panzeri het statuut van spijtoptant. Volgens de wet kan iemand zo’n statuut pas verkrijgen aan het einde van de rit, als er echt geen andere middelen zijn gevonden om de waarheid te achterhalen.”

Marie Arena en Marc Tarabella zetelen vandaag nog in het Europees Parlement. Hadden ze geen stap opzij moeten zetten?

“Moet iemand die beschuldigd wordt van diefstal ook meteen zijn job opzeggen? Ik denk persoonlijk van niet. Ze houden vol dat ze onschuldig zijn. In het algemeen hoop ik dat we vlug zullen weten hoe de vork aan de steel zit.”

Conner Rousseau gaf wel zijn zitje in het Vlaams Parlement op nadat hij in opspraak kwam.

“Dat is een totaal andere zaak. Hij heeft toegegeven racistische uitspraken te hebben gedaan. Ik vind dat hij daarvoor trouwens ook had moeten doorverwezen worden naar de rechtbank. Elke andere burger had in zo’n geval voor een rechter moeten verschijnen.”

Is dat zo?

“Ik heb als rechter verschillende vergelijkbare zaken gehad. In dit soort dossiers gaat het niet zozeer om het bestraffen, wel om recht te spreken over een situatie na een debat in openbare zitting. Vandaag heeft iedereen een mening over de uitspraken van Rousseau. Er is geen definitief antwoord. Ik vind trouwens net hetzelfde over Vincent Van Quickenborne en pipigate. Door niet te vervolgen, schep je het beeld van klassenjustitie.”

Bestaat er klassenjustitie in ons land?

“Ik heb het nooit zo ervaren. Maar de Franse dichter Jean de La Fontaine zei al: “Selon que vous serez puissant ou misérable, les jugements de cour vous rendront blanc ou noir”, de machtige man heeft het gelijk aan zijn kant.”

“Zoiets zei ook Acid die veroordeeld werd omdat hij in een YouTube-video de namen had genoemd van een aantal Reuzegommers. De uitspraak zorgde voor veel verontwaardiging.
“Ik ken de details over de zaak niet, maar ik kan begrijpen dat de uitspraak vragen oproept. Ik ben er ook niet van overtuigd dat achttien jongens uit Molenbeek dezelfde straf zouden hebben gekregen als de Reuzegommers. Maar als zo’n mening bij mensen groeit – en dat is wat er nu gebeurt – is dat heel gevaarlijk.”

Waarom hebt u voor de politiek gekozen?

“In mijn twaalf jaar als voorzitter deed ik ook al aan politiek. U herinnert zich het voorval van de onderzoeksrechter die vergeten was om het aanhoudingsbevel te tekenen voor Christian Van Eyken. (Het gewezen Vlaams Parlementslid werd daardoor vrijgelaten in afwachting van het proces waar hij en zijn echtgenote Sylvia Boigelot later veroordeeld werden voor de moord op de ex-man van Boigelot, EB). Een deel van de politieke wereld heeft toen zeer zwaar uitgehaald naar ons, waardoor ik me genoodzaakt voelde om achter mijn collega te blijven staan. Ik was al maanden bezig om aan te kaarten dat we een gebrek hadden aan gekwalificeerd personeel.”

U belandde toen in een oorlogje met Koen Geens.

“Ik kreeg het verwijt dat ik aan politiek deed, maar het zijn klinkklare nonsens dat rechters geen politieke meningen mogen hebben. Een rechter zonder persoonlijke mening, dat zou pas gevaarlijk zijn. Bovendien: als voorzitter van een rechtbank heb je een politieke verantwoordelijkheid.”

Waarom koos u voor de PS?

“Mijn hart is links. Daar heb ik nooit een geheim van gemaakt. Ik heb het zelfs eens letterlijk gezegd op Jeudi en Prime op de RTBF. Et alors? Ik ben in mijn carrière nooit gewraakt. Ik heb beslist om na mijn pensioen in de politiek te gaan omdat ik bezorgd ben over wat er vandaag gebeurt in de wereld, meer bepaald de verzwakking van de rechtsstaat. Het gaat vandaag steeds maar over veiligheid, veiligheid en nog meer veiligheid.”

Dat lijkt me logisch als er acht schietpartijen plaatsvinden in iets meer dan een week tijd.

“Ik vraag mij af of iemand de oefening gemaakt heeft om te tellen hoeveel schietpartijen er vorig jaar zijn geweest in Brussel en hoeveel dit jaar. Er wordt zoveel gezegd, maar we mogen ons niet laten leiden door de waan van de dag.”

Justitieminister Paul Van Tigchelt kondigde extra mankracht aan voor politie en parket. Is dat dan niet nodig?

“Er zijn al zoveel extra politiemensen en magistraten aangeworven de afgelopen jaren. En wat is het resultaat? Het wordt alleen maar erger. Onze justitieminister was zelf parketmagistraat, dus hij zou moeten weten dat repressie niet werkt. Het drugsgeweld in Antwerpen neemt alleen toe, en nu zegt men dat hetzelfde in Brussel gebeurt. Ik blijf erbij dat het probleem al jaren bestaat. Brussel is Chicago niet. U moet weten, al de plekken waarover men het vandaag heeft, het Betlehemplein, Peterbos: daar wordt al jaren gedeald.”

Dat is toch geen argument. Hoe lossen we het op?

“Ik ben een groot voorstander van snelrecht. Toen ik rechtbankvoorzitter werd in Brussel, zaten we met een gigantische achterstand. De zware financiële zaken bleven hangen. Door snelrecht hebben we daar een verschil kunnen maken. Het genereert een grote betrokkenheid: beklaagden komen zelf naar de zitting en de uitspraak volgt meteen. Dan heb je veel meer impact dan drie jaar na datum.”

Snelheid is wel het laatste dat ik met het Brusselse gerecht associeer. In december werd een advocaat uitgenodigd om in 2040 te komen pleiten over een fiscale betwisting.

“Dat is een regelrechte schande.”

Het dossier Lassoued bleef op het Brusselse parket in de kast liggen. Vorig jaar schoot hij twee Zweedse voetbalsupporters dood.

“Er is absoluut een probleem binnen het Brusselse parket, dat kreunt onder een personeelstekort. Maar er is ook een organisatieprobleem. Wie doet wat, wat zijn de prioriteiten? Men zou moeten starten met een objectieve audit om na te gaan hoe de organisatie kan verbeteren.”

In Niveau 4, de docureeks waarin Eric Goens het politiekorps in Brussel-Zuid volgt, was te zien hoe vaak meermaals dezelfde mensen worden opgepakt, omdat ze toch niet bestraft worden.

“Dat is frustrerend, maar het kan ook niet betekenen dat al die mensen naar de gevangenis moeten. Er heerst geen straffeloosheid in Brussel. De gevangenissen zitten overvol, voor een groot stuk met druggebruikers. Daarom pleit ik ervoor om cannabis en cocaïne uit het strafrecht te halen.”

“Ik heb het niet over de bazen in Dubai. Ik heb het over de kleine sukkelaars die niet weten waar naartoe, die geen woning hebben, uit een ander land komen. De tristesse van die groep… Dat wil je niet weten. Verslaafden hebben hulp nodig. In plaats van gevangenissen bij te bouwen moeten we daarin investeren. Drugs zijn in de eerste plaats een probleem voor de volksgezondheid. Als we drugs uit het strafrecht halen, zou dat ook betekenen dat een groot deel van de winsten van de drugsmaffia vernietigd worden.”

Cannabis is een ding, maar bij cocaïne speelt ook het risico op een overdosis.

“Dat risico is er vandaag ook. Ik zeg niet dat cocaïne snuiven een goede zaak is – integendeel – maar moeten die mensen naar de gevangenis? Dat is nog een slechter idee. Men moet die mensen uit hun schuilplaats halen. Legalisering zal mensen niet aanzetten om meer te gebruiken: het omgekeerde is waar. Met de drooglegging in de Verenigde Staten werd er massaal stiekem gedronken.”

Vindt u dat u een strenge rechter geweest bent?

“Ik heb altijd geprobeerd om een menselijk rechter te zijn. Daarnaast ben ik ook altijd zeer aandachtig geweest voor de wettelijkheid.”

Wordt u op straat nog aangesproken over bepaalde vonnissen?

“Dat gebeurt dagelijks. Deze week kwam er iemand naar mij: Monsieur le juge, herkent u mij? Nee? Ik ben voor u verschenen. Vandaag heb ik werk, ik ben getrouwd. Ik heb nooit meer iets mispeuterd.”

Spreken ze u nooit in minder vriendelijke bewoordingen aan?

“Ik hoor collega’s wel eens vertellen over bedreigingen. Maar zelf heb ik nog nooit zoiets meegemaakt.”

U startte uw carrière als onderzoeksrechter in Nijvel, waar u in 1988 de moord op wapenhandelaar Juan Mendez onderzocht. Welk dossier blijft voor altijd aan uw ribben kleven?

“Er zijn er een aantal. Maar de zaak-Mendez was bijzonder. Ik was 34 jaar en amper een jaar onderzoeksrechter toen ik gelast werd met de zaak doordat een collega ziek uitviel. Het was heftig – op een bepaald moment heb ik een huiszoekingsbevel gegeven op de staatsveiligheid nadat Robert Beijer (de oud-rijkswachter die samen met Madani Bouhouche al jaren in één adem genoemd werd in het dossier van de Bende van Nijvel, EB) bleef zeggen dat hij daar werkte. Er bleek niets van aan.”

U heeft al verschillende keren gezegd dat Bouhouche en Beijer niets met de bende van Nijvel de maken hebben.

“Daar blijf ik bij. Ik ben voor de parlementaire commissie moeten verschijnen waar men me verweet dat ik mijn dossier niet wilde overmaken aan de Bende-onderzoekers. Toen heb ik ook gezegd: waar zijn de elementen tegen hen? Ik wilde alle vragen beantwoorden, maar zomaar een dossier doorspelen, wilde ik niet. Zo werkt het niet. Uiteindelijk heb ik mijn onderzoek afgerond en hebben ze het dossier gekregen. En wat is er gebeurd? Nul komma nul. Recentelijk is er een rogatoire commissie naar Thailand geweest. Dat kostte een fortuin, maar het leverde opnieuw niets op. Heel het dossier zit vol hypotheses. Ik ben een man van feiten.”

In het parlement ligt het wetsvoorstel van Van Quickenborne op tafel om het dossier van de Bende van Nijvel nooit te laten verjaren. Geen goed idee, zei exspeurder Eddy Vos vorige week in Humo. ‘Als het niet verjaart, zullen we nooit weten wie het heeft gedaan.’

“Hij heeft gelijk.”

Is het mogelijk om de Bende van Nijvel nog voor de rechter te brengen?

“Dat is uitgesloten. U zou de wet eens moeten lezen. Het is te gek voor woorden. Men wil de verjaringstermijn voor moord of roofmoord schrappen ‘als die het land ernstig schaden, de bevolking ernstige vrees aandoen of als doel hebben de staatsstructuren te ontwrichten’. Het zou aan de rechter zijn om te beslissen of de zaak aan zo’n criterium voldoet. Veertig jaar is veertig jaar, maar de justitieminister wil zijn verantwoordelijkheid niet nemen.”

U hebt een steunende plaats op de Europese lijst. Droomt u van een zitje in het Europees Parlement?

“La place des combat. Mooie plek toch?”

Wat zegt u als premier Magnette straks een minister van Justitie zoekt?

“Uiteraard zal ik ja zeggen als hij mij vraagt. Ik ben zeventig jaar en ik zou in mijn tuin tomaten kunnen kweken, maar dat is niets voor mij.”

Volgens de peilingen zou een kwart van de kiezers straks voor Vlaams Belang stemmen.

“Niet alleen Vlaanderen maakt die ruk naar rechts. Het is de weg die we opgaan in Hongarije, Polen, Nederland, Italië en Frankrijk. Hoe er wordt gekeken naar migranten en mensen die strafbare feiten plegen, ik ben daar zeer bezorgd over en ik wil er alles aan doen om mensen te overtuigen dat het de verkeerde keuze is.”

In Vlaanderen bestaat de kans dat N-VA en Vlaams Belang samen een meerderheid halen. Wat denkt u van premier Bart De Wever?

“Als Vlaams Belang in de regering stapt, zal het zonder mij zijn. Dat staat vast. Er zijn zaken waar ik mij nooit bij zou kunnen neerleggen.”

Maar met premier De Wever kunt u wel leven?

“Het hangt er vanaf op welke manier. Ik ben niet voor een verdere splitsing van het land, maar we moeten wel op zoek naar de beste manier om onze staat te laten functioneren. Als justitie beter zou werken als het naar de deelstaten ging, is dat voor mij geen taboe. We moeten vooruit. En avant!”

Bron » De Morgen | Eline Bergmans

Ex-rechtbankvoorzitter Hennart (67) sluit politieke carrière niet uit

Luc Hennart, sinds kort op pensioen na jarenlang voorzitter te zijn geweest van de Franstalige rechtbank van eerste aanleg in Brussel, sluit niet uit dat hij nog een politieke carrière start. Dat zegt hij in een interview met La Dernière Heure.

De perfect tweetalige Hennart (67), altijd met een strikje om, is een graag geziene gast in praatprogramma’s in Franstalig België. In eerdere interviews stak de zestiger zijn sympathie voor de PS niet onder stoelen of banken. “Ik ben overal klaar voor. Ik sluit niets uit, alle perspectieven zijn open. Mijn hart ligt aan de linkerkant, dat is altijd zo geweest. Maar laten we niet vergeten ik 67 jaar oud ben”, klinkt het.

Bron » Het Laatste Nieuws

Voorzitters Brusselse rechtbanken de laan uit gestuurd

De korpschefs van de Nederlandstalige en Franstalige rechtbank in Brussel wilden zichzelf opvolgen. Maar de Hoge Raad voor de Justitie heeft besloten om van allebei het mandaat niet te laten hernieuwen.

De Nederlandstalige en Franstalige rechtbanken in Brussel zullen op zoek moeten gaan naar een nieuwe voorzitter: de Hoge Raad voor de Justitie (HRJ) heeft vandaag beslist dat zij zichzelf niet zomaar kunnen opvolgen. De huidige voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank is Alfred Vanwinsen. Bij de Franstalige rechtbank gaat het om Luc Hennart.

De benoeming van een rechtbankvoorzitter is een taak voor de regering, maar de beslissing over wie de functie krijgt, wordt na een selectieprocedure altijd genomen door de HRJ. Het is hoogst uitzonderlijk dat die Hoge Raad het mandaat van rechtbankvoorzitters die zichzelf willen opvolgen niet hernieuwt. Zeker in het geval van Vanwinsen en Hennart, die samen leiding geven aan twee van de belangrijkste rechtbanken in het land, is het een opmerkelijke uitkomst. Normaal gezien zullen hun plaatsen nu vacant worden verklaard, waarna een selectieprocedure van start kan gaan.

‘Schok voor het Brusselse gerecht’

De beslissing om het mandaat van de beide voorzitters niet te hernieuwen, is genomen door de Verenigde Benoemings- en Aanwijzingscommissie binnen de HRJ. Over zo’n beslissing moet er in beide taalgroepen een tweederdemeerderheid zijn.

De precieze motivatie om de mandaten van Hennart noch van Van Winsen te hernieuwen, is onduidelijk. Christian Denoyelle, lid van de HRJ, wil alleen kwijt dat de selectieprocedure geen evaluatie inhoudt van het huidige beleid van de voorzitters. ‘Tijdens een selectieprocedure vragen we aan de kandidaten een situatieschets van de rechtbank op te stellen en aan te geven welke perspectieven ze voor de toekomst zien’, verklaart Denoyelle. Uit de niet-hernieuwing van beide mandaten valt af te leiden dat die perspectieven volgens de HRJ niet voldeden.

‘Vermoedelijk zal deze beslissing een schok teweegbrengen’, zegt Denoyelle. ‘Niet alleen bij de betrokkenen zelf, maar bij het hele Brusselse gerecht.’ Vanwinsen en Hennart reageerden nog niet op een vraag van De Standaard om een reactie bij het aflopen van hun mandaat.

Luc Hennart, de voorzitter van de Franstalige rechtbank, schuwde de voorbije jaren allerminst de media. Hij was zeer kritisch voor het beleid van minister van Justitie Koen Geens (CD&V), waarbij het tot een persoonlijk conflict kwam. Vorige maand leidde Hennarts beslissing om een onderzoeksrechter het zwijgen op te leggen tot opschudding onder zijn onderzoeksrechters. Zijn Nederlandstalige evenknie Vanwinsen hield zich meer op de achtergrond.

Bron » De Standaard

Hoge Raad voor Justitie geeft magistraten veeg uit de pan: “Gedraag u!”

De Hoge Raad voor de Justitie, het orgaan dat toezicht houdt op de werking van de rechterlijke orde in ons land en de magistratenexamens organiseert, uit in een open brief zware kritiek op een aantal rechters. “Sommige magistraten zouden er bij kunnen winnen mochten ze de deontologische gids nog eens grondig doornemen”, zo klinkt het streng.

Christian Denoyelle, sinds vorig jaar voorzitter van de Hoge Raad, windt er in de open brief geen doekjes om. Sommige rechters moeten zich dringend bezinnen over hun deontologie en “zich gedragen”. “De scheiding der machten veronderstelt dat zowel de politieke wereld als het gerecht het vertrouwen van de burger in de instellingen niet schaden. In die zin zouden sommige politici best eens Montesquieu herlezen. Maar ook sommige magistraten zouden er bij kunnen winnen mochten ze de deontologische gids nog eens grondig doornemen.”

Denoyelle verwijst zonder expliciet namen te noemen naar drie magistraten die recent op een deontologisch betwistbare manier in het nieuws kwamen. Zo stoort hij zich aan een rechter die “een vorm van bestraffing buiten de wet uitvond”, een duidelijke vingerwijzing naar politierechter Peter Vandamme, die een dronken bestuurder onlangs voorstelde om geld te storten aan een fonds voor verkeersslachtoffers in ruil voor mildheid. Een Franstalige magistrate liet zich onlangs dan weer opmerken met een megafoon in de hand tijdens een vakbondsbetoging tegen het huidige regeringsbeleid.

PS

En dan was er nog Luc Hennart, voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg in Brussel, die op de RTBF publiekelijk verklaarde dat hij “dicht bij de PS stond en daar geen probleem mee had”. Hennart verdedigde zich later door te zeggen dat zijn critici “niet weten waarover ze spreken”. “Het is niet omdat een rechter over zijn politieke voorkeur spreekt, dat hij niet meer onafhankelijk kan zijn.”

Maar daar is de Hoge Raad het dus niet mee eens. Denoyelle verwijst naar de deontologische gids die in 2012 is gepubliceerd samen met de Adviesraad van de Magistratuur en benadrukt dat “actieve politieke propaganda de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de magistraat en de rechterlijke macht in het gedrang brengt”.

Magistraten hebben zeker recht op hun eigen mening, maar ze moeten die wel “matig en genuanceerd uiten”. “De magistraat heeft, net als elke burger, het recht een politieke opinie te hebben. Door zich terughoudend op te stellen, ziet hij erop toe dat de rechtzoekende mag vertrouwen op de onafhankelijkheid en de onpartijdigheid van justitie. De magistraat geeft blijk van eenzelfde terughoudendheid in zijn omgang met de media.”

“Niet weglopen van camera’s, maar ook niet overdrijven”

Denoyelle wijst er in een reactie nog op dat de Hoge Raad net is opgericht om justitie te depolitiseren en het vertrouwen van de burger in justitie te herstellen. Maar op deze manier dreigt het opnieuw de foute kant op te gaan. “Ik wil niet terug naar het verleden waarbij magistraten wegliepen van de camera’s en in hun ivoren toren bleven zitten, integendeel. Magistraten mogen kritiek geven en hun mening of ervaring in de media brengen, maar alles heeft zijn plaats, tijd en context.”

“Sommigen zullen zich nu geviseerd voelen, maar de kern is dat iedereen, zowel politici als magistraten, zich moet bezinnen en zich wat terughoudender mag opstellen. De vraag is of het vertrouwen van de burger ermee gediend is wanneer je met de megafoon in slogans begint te roepen en ongenuanceerd ageert tegen het beleid.”

“Het vertrouwen van de burger in justitie is niet fantastisch, daar moeten we niet onnozel over doen”, erkent Denoyelle. “Voeg daar een schijn van partijdigheid aan toe, en dat is dodelijk voor het vertrouwen in de scheiding der machten.”

Grijze zone

Volgens Stefan Rutten, hoofddocent aan de faculteit Rechten van de UA, blijft de deontologie van magistraten altijd een grijze zone. “Er is zoals in de advocatuur voor hen geen formele deontologische code. Het gerechtelijk wetboek zegt enkel dat een magistraat onafhankelijk en onpartijdig moet zijn, en geen andere publieke functie mag opnemen. Net daarom is die deontologische gids opgesteld. En hoewel er in de rechterlijke wereld wel een consensus bestaat over de interpretatie daarvan, beslist elke magistraat uiteindelijk zelf hoe hij daarmee om gaat.”

Rutten kan zich vinden in het standpunt van de Hoge Raad. “Dit is een serene oproep. We moeten er niet flauw over doen: elke magistraat heeft, net zoals elke burger, zijn persoonlijke politieke opvatting. Maar of je die ook publiek moet uiten? Dat lijkt mij enkel de polarisatie te voeden.”

Bron » De Morgen

Personeelsbeleid rechtbanken doorgelicht

Veel rechtbanken klagen dat de besparingen hun werking onmogelijk maken, omdat ze te weinig volk hebben om de boel draaiende te houden. Een audit door de ­Hoge Raad voor de Justitie bij alle rechtbanken moet de werkelijke gevolgen in kaart brengen, schrijft De Standaard vandaag.

“Het is de schuld van de besparingen”, zei de Brusselse rechtbankvoorzitter Luc Hennart, nadat de politicus Christian Van Eyken was vrijgelaten door een vergetelheid van een van Hennarts onderzoeksrechters. Volgens de rechtbankvoorzitter is er te weinig volk, waardoor magistraten steken laten vallen.

De vrijlating van Van Eyken was de aanleiding voor een twist tussen Hennart en minister van Justitie Koen Geens (CD&V), die vindt dat er van alles foutloopt op de rechtbank. “Meneer Hennart moet de hand eens in eigen boezem steken”, zei Geens.

De Hoge Raad voor de Justitie zal nu onderzoeken welke problemen het gerecht in het algemeen ervaart. Daarvoor start er een doorlichting van het HR-beleid van alle rechtbanken van eerste aanleg. Er wordt nagegaan hoe de korpschefs omgaan met de besparingen en wat ze kunnen doen om de veranderingen op te vangen.

Bron » De Morgen