PS handhaaft verzet tegen spijtoptanten

De voorzitter van de Franstalige socialisten, Elio Di Rupo, handhaaft zijn verzet tegen een wettelijke regeling over spijtoptanten. “Het aanbod van een persoon, die belangrijke informatie zou hebben over leden van de Bende van Nijvel, is geen garantie voor een doorbraak in het onderzoek.” Ons standpunt is niet veranderd, verklaarde Di Rupo’s woordvoerster, Florence Coppenolle, gisteren aan de redactie van De Standaard, na het bericht dat een kroongetuige informatie over een of meerdere leden van de Bende van Nijvel wil geven.

Speurders van de cel-Jumet, die het gerechtelijk onderzoek voert naar de 28 moorden die worden toegeschreven aan de Bende van Nijvel, staan in contact met een persoon, die informatie wil verschaffen in ruil voor politiebescherming, straffeloosheid en wellicht ook geld. “Die informatie is niet nieuw”, zegt de woordvoerster van Di Rupo.

“En we zijn er ook niet van overtuigd dat dit aanbod een doorbraak kan betekenen voor dit onderzoek. De afwijzing door de PS, over het werken met spijtoptanten, is ook niet terug te voeren op een concreet dossier. Het zou al te gek zijn dat wij geen doorbraak willen in het Bende-onderzoek.”

“Ons verzet slaat op het werken met spijtoptanten in zijn geheel. We vinden dit onethisch. Het installeert een verklikkersmentaliteit. Het is toch niet omdat een getuige eventueel informatie heeft over de Bende van Nijvel, dat de regering moet opveren en onmiddellijk een wettelijk kader voor spijtoptanten moet uitwerken, zodat we die getuige een cadeautje kunnen toegooien?”

De PS-woordvoerster beklemtoont nog dat het verzet tegen het wetsontwerp over de pentiti niet tegen de minister van Justitie, Marc Verwilghen, persoonlijk is gericht. Maar een of ander compromis over zijn project over de ‘medewerkers van het gerecht’ ziet ze niet zitten. “Er zijn momenteel voldoende wettelijke instrumenten voorhanden om de georganiseerde misdaad te bestrijden. De politie is hervormd, het federaal parket is geïnstalleerd. Neen, we zien echt het nut niet in van een regeling voor spijtoptanten.”

Bron » De Standaard