Het Vast Comité I, dat toezicht houdt op de inlichtingendiensten, roept op tot meer samenhang en samenwerking in de strijd tegen het terrorisme. Het Comité I ziet het niet zitten dat haar tegenhanger voor de politiediensten, het Comité P, de federale politie het monopolie van de strijd tegen het islamitisch fundamenstalisme wil bezorgen.
Dat staat haaks op wat in heel de wereld wordt gezegd: in de strijd tegen terreur wordt het best zoveel mogelijk samengewerkt en zoveel mogelijk informatie uitgewisseld. Er worden het best geen eilandjes gecreëerd. Volgens het Comité I gaat die boodschap blijkbaar aan ons land voorbij.
De voorbije maanden leidde de manke samenwerking al tot wrevel tussen politie en staatsveiligheid. Dat nu ook beide comités mogelijk tegenover mekaar komen te staan, is een spijtige zaak. De toezichtsorganen werden opgericht nadat een parlementaire onderzoekscommissie tot de vaststelling kwam dat politie en staatsveiligheid in de jaren 80 voor mekaar informatie hadden verborgen gehouden in de onderzoeken naar de Bende van Nijvel.
Met de oprichting half 1991 van beide comités zouden dergelijke disfunties tot het verleden behoren. De werkelijkheid was anders. Enkele jaren na hun oprichting moest het Comité P vaststellen dat de politiediensten zelfs voor mekaar informatie achterhielden. De politieke klasse reageerde met een politiehervorming die eindelijk een einde zou maken aan alle rivaliteiten.
Blijkbaar hebben onze politie- en inlichtingendiensten die les nog altijd niet geleerd. Op een ogenblik dat de hele wereld verwacht dat België de thuisbasis van internationale instellingen als NAVO en de Europese Commissie tot in de puntjes beveiligd, dreigt een nieuwe stammentwist tussen het Comité I en het Comité P. Dat is het laatste wat België zich kan veroorloven. Het parlement, de werkgever van beide comités, doet er best aan deze ontluikende ruzie in de kiem te smoren.
De regering van haar kant moet de nodige maatregelen nemen opdat politie en inlichtingendiensten alle middelen ter beschikking krijgen om samen terreur te voorkomen. De burger wil niet weten wie er uiteindelijk voor zorgt dat er geen onschuldige slachtoffers vallen. De burger vraagt dat alle overheidsdiensten optimaal werken. Ook de hulpdiensten.
De waarschuwing van Brussels gouverneur Véronique Paulus du Chatelet dat Brussel niet opgewassen is om een terreurdaad op te vangen, mag zomaar niet in de wind geslagen worden.
De voormalige federale minister van Binnenlandse Zaken, Antoine Duquesne, kondigde bij zijn aantreden in 1999 al een hervorming van de hulpdiensten aan. Vandaag herhaalt zijn opvolger Patrick Dewael dat met een Zwitserse regelmaat. Hopelijk hoeft de burger niet opnieuw te leven met de regelmaat van de onderzoekscommissie die morgen de conclusies trekt die vandaag al getrokken kunnen worden.
Bron » De Tijd | Stephan Verheyden