Flikkenoorlog over terreurbestrijding laait weer op

In het kader van de bestrijding van het terrorisme wil minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael (VLD) de federale politie meer armslag geven om telefoongesprekken af te luisteren. Momenteel kan de politie enkel reactief afluisteren, dus nadat er strafbare feiten zijn gepleegd en in het kader van een gerechtelijk onderzoek.

Dewael wil dat de politie ook proactief kan tappen, in een fase waarin er enkel sprake is van aanwijzingen van strafbare feiten. Dewael wil de politie in die proactieve fase ook andere bijzondere politietechnieken laten gebruiken, zoals observaties met technische middelen en inkijkoperaties. De nieuwe maatregelen dreigen slecht te vallen bij de staatsveiligheid, die al jaren vraagt om afluisterbevoegdheid te krijgen.

Het wetsontwerp van Dewael komt er op vraag van de federale politie en het federaal parket, zo preciseert het kabinet van minister Dewael. Minister van Justitie Laurette Onkelinx (PS), onder wie de staatsveiligheid ressorteert, gaat akkoord met het initiatief van Dewael. Senator Hugo Vandenberghe (CD&V), lid van de parlementaire begeleidingscommissie die toezicht houdt op de inlichtingendiensten, reageert verrast.

“Indien dit plan doorgaat, wordt de oorlog tussen de politie en de staatsveiligheid georganiseerd”, meent Vandenberghe. “Preventief onderzoek is de taak van de inlichtingendiensten, niet van de politie. Preventieve afluisteroperaties toelaten, creëert ook een groot legaliteitsprobleem. Indien de politie dezelfde taken mag uitvoeren als de inlichtingendiensten, ga je onvermijdelijk naar conflicten.”

Volgens het kabinet-Dewael mogen eventuele territoriumconflicten tussen de politie en de inlichtingendienst niet gedramatiseerd worden. “We hebben begrip voor die bezorgdheid”, zegt een kabinetsmedewerker. “Er bestaat inderdaad een grijze zone tussen de werkterreinen van beide diensten, maar in concrete dossiers zal het federaal parket trancheren en de bevoegdheid van elke dienst afbakenen. Er is ook een protocolakkoord in de maak tussen de federale politie en de staatsveiligheid, waarin de taakafspraken zullen worden vastgelegd. Op het terrein werken de diensten goed samen. Het komt erop aan het wederzijdse wantrouwen weg te werken.”

Minister Onkelinx legt momenteel de laatste hand aan een apart wetsontwerp dat een wettelijke basis moet verschaffen voor afluisteroperaties door de staatsveiligheid. Maar zelfs indien zowel het wetsontwerp van Dewael als dat van Onkelinx worden goedgekeurd, dreigt de federale politie een informatievoorsprong te verkrijgen ten opzichte van de inlichtingendienst.

In het jongste jaarverslag van het Comité P, dat namens het parlement de politiediensten controleert, staat bovendien het voorstel om binnen de federale politie een bijzondere algemene directie op te richten, “die zich uitsluitend zou bezighouden met de strijd tegen het terrorisme en die onder meer zou belast zijn met de coördinatie, het informatiebeheer en de geïntegreerde werking in al zijn facetten” van de activiteiten van de politiek op het vlak van terrorismebestrijding.

Het Comité I, dat in opdracht van het parlement toezicht houdt op de werking van de inlichtingendiensten, waarschuwt voor het heropflakkeren van oude stammentwisten tussen de diensten. In een reactie op het jaarverslag van het Comité P schreef het Comité I een nota over de bestrijding van het terrorisme, die gisteren werd verspreid. “Overlappingen dienen vermeden te worden”, stelt de nota, waarin gewezen wordt op “de onproductieve gevolgen van het benadrukken van het korpsbelang van iedere afzonderlijke dienst”.

“Uit eigen onderzoek, maar ook uit de internationale vaststellingen, voornamelijk sinds de aanslagen van 11 september 2001 in de VS, blijkt dat de kern van het probleem zit in de wijze waarop informatie wordt verkregen, verwerkt en gerapporteerd. Die informatieproblematiek kan niet langer binnen één bepaalde dienst bekeken worden. Het informatieprobleem overstijgt de betrokkenheid van iedere dienst en verplicht tot het samenbrengen van de in iedere dienst voorhanden zijnde informatie.”

Bron » De Morgen