Het plan van de federale regering om de parlementaire controle op de inlichtingendiensten af te schaffen kan niet rekenen op de steun van de voorzitters van Kamer en Senaat.
De federale overheid wil die parlementaire controle vervangen door controleorganen die rechtstreeks rapporteren aan de regering (DM 30/9). Dat kan voor Senaatsvoorzitster Anne-Marie Lizin (PS) en Kamervoorzitter Herman De Croo (VLD) niet door de beugel. Daarbij werden zij niet eens geraadpleegd over het plan.
Het plan zit verstopt in het voorontwerp van wet ingediend door de PS-ministers van Justitie Laurette Onkelinx en Defensie André Flahaut. Daarmee wil de regering de Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst ongebreidelde technische middelen geven om bijzondere opsporingsmethodes te gebruiken.
Tegelijkertijd voorziet het wetsontwerp de oprichting van nieuwe controleorganen die benoemd worden en werken onder het rechtstreekse gezag van beide ministers. Zodra die controleorganen optreden, wordt het bestaande Comité I, dat werkt in opdracht van het parlement, buitenspel gezet. In de praktijk dreigt elke vorm van democratische, parlementaire controle op de werking van de inlichtingendiensten te verdwijnen.
Senaatsvoorzitter Lizin, tevens voorzitter van de parlementaire begeleidingscommissie waaraan het Comité I rapporteert, was razend toen ze de eerste berichten over het regeringsplan vernam. Ook Kamervoorzitter De Croo is not amused. “Ik heb de tekst grondig laten analyseren en besluit dat het hier wel degelijk gaat om een vermindering van de bevoegdheden van het Comité I”, stelt De Croo in een gesprek met de redactie.
“Ook ik heb het bestaan van die tekst onrechtstreeks vernomen. Dat betekent iets. Als men wil morrelen aan het parlementaire controlesysteem op de inlichtingendiensten zou men toch minstens overleg moeten hebben met de voorzitters van Kamer en Senaat.”
Als het wetsontwerp in het parlement wordt neergelegd, zal de tekst volgens De Croo voor advies worden voorgelegd aan de parlementaire begeleidingscommissies. “Het gaat hier tenslotte om een parlementair privilege. De wet op de parlementaire controle werd destijds gestemd met een enorme consensus en was het resultaat van het werk van verschillende parlementaire onderzoekscommissies.” De Croo laat verstaan dat de kans klein is dat het bestaande controlesysteem vlug vlug met een gewone meerderheid kan worden gewijzigd.
Bron » De Morgen