Advocaat Walter Van Steenbrugge begrijpt de commotie rond de opslag van communicatiegegevens niet. “De echte privacybedreigingen bevinden zich in de wetten op de bijzondere opsporingsmethoden en de bijzondere inlichtingenmethoden. Zij verdienen de Big Brother Award.”
De inzet van bijzondere opsporingsmethoden, zoals het afluisteren van telefoongesprekken, het screenen van surfgedrag, observatie of infiltratie is meer regel dan uitzondering, klinkt het bij Van Steenbrugge. “Bijna voor elk misdrijf wordt de BOM-wet ingeschakeld. En van dan af ligt alle macht bij de politiediensten. Van controle is er geen sprake. Het afleveren van een machtiging door de BOM-magistraat is immers bandwerk geworden. Het is een puur formalisme.”
Van Steenbrugge wordt zowat dagelijks met de praktijk geconfronteerd. “Deze week nog bestond het eerste aanvankelijk proces-verbaal in een dossier uit een samenvatting van een maandenlange observatie. Dus nog voor het dossier opgestart werd, gebruikten de politiediensten al bijzondere opsporingsmethoden. Toen ik vroeg hoe dat kon, vond men dat heel normaal.”
Nochtans ziet de advocaat diverse problemen met het overenthousiast gebruik van bijzondere opsporingsmethoden door de politiediensten. “Ja, telefoniegegevens leiden tot resultaat. Maar als advocaat van de verdediging kunnen we de verdergaande bijzondere opsporingsmethoden, zoals afluisteren, niet controleren of tegenspreken. Het wordt onbeheersbaar. We hebben bovendien amper toegang tot die informatie. En het vormt een enorme beschadiging van de privacy van de burgers.”
De bijzondere inlichtingenmethode is in hetzelfde bedje ziek, zegt Van Steenbrugge. “De Big Brother Award kan beter aan het parlement gegeven worden. Zij hebben met de BOM-wet, en sinds kort ook met de BIM-wet, de grootste miskleun goedgekeurd. De inbreuk op de privacy reikt er duizendmaal verder dan bij de dataretentierichtlijn. Zij verdienen die prijs, want met de BOM- en BIM-wetten wordt België een enorme politiestaat.”
Bron » Apache