Staatsveiligheid ging boekje niet te buiten

De Staatsveiligheid schaduwt geen politici en als er een politicus voorkomt in één van de onderzoeken van de inlichtingendienst, dan is dat gerechtvaardigd. Dat is de conclusie van een rapport van het Comité I, dat toezicht houdt op onze inlichtingendiensten.

Het onderzoek naar de werking van de Staatsveiligheid kwam er nadat in februari heisa was ontstaan over het mogelijke schaduwen van politici tijdens een onderzoek naar de werking van de Scientology-sekte. Omdat die sekte onder meer via politici toegang zoekt tot het establishment, ontstond de indruk dat de politiek specifiek in de gaten werden gehouden. Het Comité I startte daarom drie onderzoeken op, waarvan het sluitstuk deze ochtend is gepubliceerd op de site van het comité.

“Beide inlichtingendiensten (de Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst, red.) maken inlichtingen aan en bezitten en verspreiden data, rapporten en verslagen met betrekking tot politieke mandatarissen. Dit is niet problematisch aangezien de mandatarissen niet als dusdanig worden opgevolgd. De opvolging kadert binnen een bedreiging die de diensten wettelijk moeten opvolgen”, staat daarin. Terrorisme, spionage en extremisme zijn bijvoorbeeld dreigingen die de Staatsveiligheid moet opvolgen.

In haar werking stoot de Staatsveiligheid wel erg vaak op informatie over politici. Om na te gaan of dat op een correcte manier wordt verwerkt, doorzocht het Comité I alle verslagen waarin namen van politieke mandatarissen voorkomen.

In de fase van de verzameling van de ruwe data doken tussen juni 2010 en dit onderzoek 142 verkozenen op in 727 documenten. Daarna, in de fase van de analyse, zakt dat naar 93 mandatarissen in 423 documenten. In geen van beide fases stelde het Comité I vast dat de Staatsveiligheid specifiek politici viseerde. De Staatsveiligheid heeft volgens het Comité I wel fouten gemaakt door de Minister van Justitie nauwelijks op de hoogte te brengen als er een parlementslid opduikt in één van de verslagen of nota’s – en dat gebeurt toch zo’n tien keer per maand.

Ook de procedures voor de verzameling en opslag van informatie zijn te weinig uitgewerkt, merkt het Comité I op. Maar dat geldt voor alle info, niet alleen wanneer die over politici gaat. Tot slot rammelt het ook bij de verspreiding van die info naar andere diensten in binnen- en buitenland. In een reactie op het rapport zegt de Staatsveiligheid dat ze al werk maakt van de punten van kritiek.

Bron » De Standaard