“Brandweermannen zijn mannen van het volk, de CCC wou hen niet doden”

“De analyse en de methodes van de CCC waren niet de mijne, maar een keer in de gevangenis vond ik wel dat de leden van de CCC als politieke gevangenen moesten erkend worden.” Flor Dewit (65), uitbater van de marxistische boekhandel Aurore, is al heel zijn leven communist en dat wil hij zo houden. Dewit: “Maak van de jaren 1980, van de CCC en de Bende van Nijvel, geen amalgaam.”

Vorige week vrijdag moest Dewit naar de begrafenis van Michel Graindorge, de geëngageerde, linkse advocaat gedurende de laatste decennia van de twintigste eeuw. Graindorge verdedigde de slachtoffers van de Bende van Nijvel, vakbondsman Roberto d’Orazio, CCC’er Pierre Carette en de families van de vermoorde para’s in Rwanda. In het crematorium van Ukkel waren zo’n 500 personen aanwezig, schat Dewit. “Het was een aangrijpende gebeurtenis, de laatste carré van de bolsjewieken, het was een beetje mijn eigen begrafenis.”

“Ik heb er Rwandezen ontmoet en syndicalisten van de Forges de Clabecq. Ik was er niet goed van tot ik gisteren (zondag, DV) oude mannetjes zag wenen bij de promotie van de voetbalploeg Union Saint-Gilles en jonge gasten hoorde zingen “unioniste pour la vie, anti-fasciste pour la vie.” Met Graindorge is hij maar een eind meegegaan: “Ik hoorde Michel voor het eerst spreken toen ik vijftien jaar oud was, hij was een sociaal bewogen redenaar. Een tijd zijn we kameraden geweest, maar hij had zijn goede en kwade momenten, dat ging op en neer. Maar ik laat mensen met wie ik een eind weegs ben gegaan nooit vallen.”

Flor Dewit komt uit een rood nest. Zijn grootvader heeft tegen Franco gevochten, zijn vader was de jongste erkende weerstander. “Mijn grootmoeder leerde me Le chant des partisans zingen. Toen de rijkswachters op 31 januari 1966 op de stakende mijnwerkers schoten (er vielen twee doden, DV) heb ik gezworen heel mijn leven aan de kant van de onderdrukten te staan. Ik bevond me op 30 meter van een van de slachtoffers.”

De jaren 1980 waren bizarre jaren, vertelt Flor Dewit, tot aan de oliecrisis hadden we les années glorieuses meegemaakt: “Eind jaren 1960, begin jaren 1970 maakte ik ’s ochtends ruzie met mijn baas bij Citroën, ’s avonds was ik alweer aan het werk bij TMT in Vorst. In de jaren 1980 was er de massale jeugdwerkloosheid, ik was één van de organisatoren van de jongerenmarsen voor werk met bijwijlen een grimmige sfeer. Er was iets aan het kristalliseren. In Frankrijk had Mitterand de communisten meegenomen in de regering, in Amerika nekte Reagan de vakbond van de verkeersleiders en in Groot-Brittannië vielen er doden bij mijnstakingen. Vele tienduizenden arbeidersgezinnen werden door Thatcher in de armoede gestort.”

De jaren 1970 en 1980 waren ook de jaren van zwaar extremistisch geweld, ter rechter- en ter linkerzijde. De Bende van Nijvel was, zo zegt Flor Dewit, een splintergroep van Gladio. Flor Dewit ziet een rode draad van de moord op Julien Lahaut tijdens de Koningskwestie tot de terreurgroep van de Bende van Nijvel.

De CCC pleegde tal van gewelddadige aanslagen, bij die van 1 mei 1985 vielen er dodelijke slachtoffers, twee brandweermannen. Dewit: “Dat de rijkswacht die gewaarschuwd was niet ingreep, was misdadiger dan de aanslag zelf. De CCC had nooit de bedoeling om hen te doden. Maar ik ben het nooit eens geweest met de analyse en de methoden van de CCC, ik heb nooit geloofd dat je met een minuscule gewelddadige groep de maatschappij kon veranderen. Als revolutionair ben ik altijd solidair geweest met revolutionairen die achter de tralies zaten om ze als politieke gevangenen te erkennen. Maar ik heb het recht om hun methodes en de lijn die ze volgen te bekritiseren.”

Bron » Brussel Nieuws