Van 118,8 miljoen in 2015 naar 86 miljoen euro vorig jaar: de uitgaven voor de tien belangrijkste kostenposten bij het gerecht zijn met een kwart gedaald. Dat is opvallend, want oplopende gerechtskosten zijn een oud zeer binnen justitie. In het verleden bleek al uit een bevraging bij de parketten dat ze dikwijls geen benul hebben van wat ze uitgeven.
Het is ook niet eenvoudig om vat te krijgen op die uitgaven. De kosten voor bijvoorbeeld telefoons afluisteren of de analyse van DNA-sporen en -profielen hangen af van de criminele onderzoeken die lopen. Die zijn allesbehalve voorspelbaar.
“Het zou maatschappelijk onaanvaardbaar zijn om onderzoeksdaden in strafzaken niet uit te voeren louter om budgettaire redenen”, zegt Sieghild Lacoere, de woordvoerster van minister van Justitie Koen Geens (CD&V). “Slachtoffers en hun familie hebben recht op een juiste analyse van de feiten en daders hebben recht op een grondig onderzoek voor ze veroordeeld worden op grond van feiten die bewezen moeten zijn. Tegelijk is de overheid verplicht om als een goede huisvader te evalueren of de betaalde prijzen correct zijn.”
Toen Geens eind 2014 begon op Justitie, trof hij er voor 136 miljoen euro aan achterstallige facturen aan. Dat ging onder meer over telefoniekosten, waarvoor de uitgaven van 2012 tot en met 2014 bijzonder laag waren: er was een achterstand in betaling opgebouwd. Het gevolg is dat de voorbije jaren vooral daaraan geld moest worden besteed.
Door de facturen te centraliseren, groeide er meer controle op de betaling. Ook werden er nieuwe tarieven afgesproken voor de DNA-analyses, deurwaarders en telecomoperatoren. Voor de geestesonderzoeken daalden de uitgaven met bijna een derde: van meer dan 4,4 miljoen euro naar 3,05. De DNA-analyses werden met de helft goedkoper: 5 in plaats van 10 miljoen euro.
Bron » De Standaard