Bende-dossier is te groot voor een onderzoeksrechter alleen

De meest bloedige reeks overvallen in ons land blijft na dertig jaar onopgelost. De afgelopen dagen kwam het onderzoek naar de Bende van Nijvel nog maar eens in het nieuws. Het is een constante: met min of meer regelmatige tussenpozen komt het Bende-verhaal aan de oppervlakte met beweerde nieuwe onthullingen. Nu was het mijnheer Vermassen die een tipje van de sluier meende te moeten oplichten waarna de zogenaamde reus in beeld kwam en geïdentificeerd zou zijn. Bij nader inzien is dit allemaal nog niet zo duidelijk. De verschillende mogelijke (complot)theorieën worden ook weer in herinnering gebracht.

Manipulatie!

Wanneer de minister van Justitie dan in de Kamer komt verklaren dat er meerdere pogingen zijn geweest om het onderzoek te manipuleren, wat dan nog bevestigd werd door de procureur-generaal van Luik, is dit meer dan genoeg brandstof om de verschillende pistes te voeden die wijzen in een bepaalde richting. Dat er naar aanleiding van dit alles dan nog plots een vondst van enkele ‘magneetvissers’ wordt overgedragen aan de politie, dan rijzen er nog meer vragen. Zo is ook hier de vraag of er sprake is van manipulatie.

Los van de mogelijke spectaculaire ontwikkelingen de afgelopen dagen die voorlopig nog niet de grote doorbraak betekenen, blijft het verwonderlijk dat een onderzoek dat nu al meer dan dertig jaar loopt nog steeds niet geleid heeft tot meer concrete resultaten. Dit is verontrustend in een rechtsstaat.

Politie-oorlog

In de jaren 80 woedde de politieoorlog volop. De cultuur bij de op militaire leest geschoeide rijkswacht was zo verschillend van de toenmalige gerechtelijke politie dat dit soms ook merkbaar was in de gerechtelijke onderzoeken. Als jonge parketmagistraat heb ik toen meermaals verwonderd staan kijken naar de uiteenlopende invalshoeken van deze politiediensten waarbij het niet ongebruikelijk was dat zaken bewust werden verzwegen. Ook dat was een vorm van manipulatie. We kunnen ons enkel gelukkig prijzen dat de politiehervorming er gekomen is en dat die oude culturen uitgestorven zijn.

Een andere handicap die niemand meer kan oplossen is het aspect tijd. Een onderzoek naar strafbare feiten bevindt zich bij aanvang steeds in een cruciale fase. Hoe meer elementen op dat ogenblik verzameld en ontleed kunnen worden, hoe succesvoller dit kan zijn voor het verder onderzoek en het uiteindelijk vinden van de waarheid. Hoe langer het duurt vooraleer men aan de slag kan, hoe moeilijker het wordt om resultaten te boeken. De tijd is eigenlijk de grootste vijand. Dit is het grootste probleem in een langdurig onderzoek.

Potentieel voordeel van nu is dat het forensisch onderzoek zodanig geëvolueerd is dat er veel meer mogelijk is dan vroeger. Maar als aanvankelijke sporendragers niet op de juiste manier verzameld en bewaard werden, is het risico op contaminatie groot en kan men daar ook geen wonderen meer van verwachten. Een ander voordeel is dat mogelijke getuigen na verloop van tijd misschien geneigd zijn om te praten omdat ze minder risico lopen om met hun onthullingen naar buiten te komen. Maar ook dan wordt het moeilijk om verklaringen op hun waarachtigheid te controleren.

In ons rechtssysteem is het de onderzoeksrechter die als onafhankelijke magistraat het onderzoek leidt. Deze magistraat zou er ook borg voor moeten staan dat eventuele pogingen tot manipulatie aan het licht komen en geblokkeerd worden. Ik vraag me af of het in deze zaak niet nuttig zou geweest zijn om naar Frans voorbeeld meer dan één onderzoeksrechter aan te stellen om degelijk leiding te kunnen geven aan het onderzoek. Dit zou vooralsnog kunnen overwogen worden, voor zover voldoende ondersteuning wordt voorzien.

Als er nu sprake is van manipulatie van het onderzoek of pogingen daartoe lijkt het me meer dan essentieel een antwoord te vinden op de vraag: wie manipuleert er en met welk doel? Hierover zou een afzonderlijk doorgedreven onderzoek moeten gevoerd worden. In het antwoord op deze vraag ligt vermoedelijk ook de oplossing voor het onderzoek naar de mogelijke daders. De toekomst zal het misschien nog uitwijzen, maar na jarenlang onderzoek en twee parlementaire onderzoekscommissies kan men zich afvragen of er ooit nog wel een geloofwaardige oplossing komt.

Bron » De Morgen | Karel Van Cauwenberghe