Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) roept slachtoffers van de Bende van Nijvel die zich nooit kenbaar hebben gemaakt, op om dat alsnog te doen. Na de nieuwe onthullingen kunnen oude wonden weer zijn opengereten, stelt Geens. “In de jaren tachtig werd anders omgegaan met slachtoffers dan vandaag.”
Vanavond getuigen in Pano slachtoffers die tot nog toe nooit eerder gesproken hadden over de bloedige overval van de Bende op de Delhaize van Aalst. Al 32 jaar leven zij met een groot trauma. De onthulling dat de mogelijke reus van de Bende van Nijvel in Aalst zou hebben gewoon, rijt oude wonden mogelijk weer open.
Geens roept slachtoffers die zich nooit gemeld hebben op om dat nu wel te doen. “Misschien voelen zij zich vandaag klaar om te praten”, zegt hij aan de VRT. Slachtofferhulp bestond in de jaren tachtig amper.
Maandag is er op het kabinet van de minister een vergadering waarbij het gerecht de slachtoffers zal informeren. Ook mensen die zich nu pas kenbaar maken, zijn daar welkom. “We moeten proberen om zoveel mogelijk mensen opnieuw te informeren, en kijken of we niemand vergeten zijn”, zegt Geens.
De minister wil ook nagaan of de slachtoffers destijds voldoende vergoed geweest zijn voor de schade die ze hebben geleden. Slachtoffers kunnen zich nog steeds melden bij de Commissie voor Financiële Hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden, aldus Geens, die bereid is de wetgeving aan te passen zodat zij die zich nu pas melden ook geholpen kunnen worden. De huidige wetgeving bepaalt dat een aanvraag ten laatste tien jaar na de feiten moet gedaan worden.
Bron » Het Laatste Nieuws