Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) beleeft enkele rotweken. Tot overmaat van ramp loopt zijn afspraak met de geschiedenis – de invoering van de Codex die zijn naam draagt – een stuk moeilijker dan verwacht.
Hij laat zich liever met professor dan met minister aanspreken. Koen Geens blijft in de eerste plaats een uitmuntende rechtsgeleerde die als zakenadvocaat ook graag een stapje in de harde realiteit zette. Het politieke spel ligt hem minder.
Niet dat hij daarover geen ideeën heeft, die veronderstelling zou hem oneer aandoen. Maar het fingerspitzengefühl laat hem soms wat in de steek. Al is er in het geval van het woensdag ingetrokken ontwerp van de woonstbetreding (waardoor de politie uitgeprocedeerde asielzoekers in hun woning administratief kan aanhouden, red.) ook sprake van brute pech.
Vorige week legde Geens de finaliteit van de wet in al haar finesses uit. Staatssecretaris voor Asiel Theo Francken (N-VA) kon er slechts vol bewondering naar luisteren. Het typeert Geens ten voeten uit. Hij etaleert graag zijn eruditie, hij laat geen moment onbenut om het recht te doceren. Maar hyperintelligente mensen verkijken zich soms op de kracht van basale argumenten.
Een woonstbetreding mag dan vriendelijk klinken, als plots het woord huiszoeking valt, neemt de emotie het van de ratio over en wacht een gevecht bergop. En als liberalen met de grondwettelijk vastgelegde onschendbaarheid van de woning de aanval inzetten, dan rijden juridische spitsvondigheden het gat niet dicht.
Hangende pootjes
De minister van Justitie was zich ervan bewust dat de timing van de bespreking zeer ongelukkig was. En de aanwezigheid van Francken was wellicht ook geen pluspunt. Hij moet nu dulden dat premier Charles Michel (MR) zijn geesteskind onder handen neemt en wellicht bijstuurt. Het zijn zo van die events die geheel onverwacht het leven van een minister zuur maken. Ze raken aan de essentie van het politiek bestaan.
Een ongeluk komt nooit alleen. Vandaag staken de cipiers opnieuw. Geens gaf vanochtend op de radio toe dat hij zijn verbintenis niet was nagekomen. Twee jaar geleden beloofde hij het personeelskader op te vullen tot 7.075 eenheden. Zo kon de minister een langdurige staking eindelijk bezweren.
Maar geldtekort en een weinig dynamische aanwervingsprocedure gooide vorig jaar roet in het eten. Minzaam en zalvend – zoals altijd – toonde hij begrip en beloofde hij beterschap. Maar de luisteraar zag als het ware zijn hangende pootjes.
Geens’ mensis horribilis startte net voor nieuwjaar met een voor hem onaangenaam arrest van het Grondwettelijk Hof. Op justitie voert de minister met zijn zogeheten potpourriwetten (het zijn er ondertussen vijf) een sterk hervormingsbeleid. Maar uitgerekend de meest zichtbare aanpassing – de sterke beperking van het assisenproces – verwees het Hof naar de prullenmand. Ook andere bepalingen uit Potpourri II gingen voor de bijl. Voor een minister die zich profileert als de slimste van de klas, blijft dat erg vervelend.
Codex Geens
Het maakt de aanloop naar zijn orgelpunt des te hobbeliger. Geens wil de legislatuur afronden met een apotheose: de hervorming van het wetboek van strafvordering. De regels over hoe politie en gerecht criminelen opsporen en wie dat controleert, zijn ouder dan dit land. De wortels van het wetboek dateren van 1808. Sindsdien hebben veranderingen geleid tot een ‘waanzinnig wetboek’. De noodzaak voor een nieuwe aanpak die de 21ste eeuw kan trotseren, wordt door niemand betwist.
Voor het grote publiek behelst het niet meteen een sexy hervorming. Maar het gaat uiteraard naar de kern van justitie. De plannen maken bij rechters en advocaten grote emoties los (DS 3 februari). Uitgerekend de top van het openbaar ministerie – die in wezen aan de kant van de minister moet staan – maakte enkele weken geleden al flink misbaar. Een zekere hervormingsmoeheid slaat toe bij de procureurs-generaal. Zij voelen zich ook te weinig betrokken. En zij vrezen een gebrek aan personeel wanneer de minister zijn ambitieuze plannen doorvoert.
Stilaan ontstaat een vervelend beeld: niet alles wat Geens aanraakt, verandert in goud. Een vrijspraak omdat het gerecht een dvd’tje met telefoontaps niet kan afspelen, daar kletst een minister zich nog uit, zeker wanneer fundamentele hervormingen overeind blijven. Maar de minister ondervindt dezer dagen aan de lijve dat de beeldvorming kan keren.
Vloeken in de rechtszaal
Een jaar geleden prijkte Geens op nummer een van de door Knack opgestelde Powerlist Veiligheid. Hij toonde zich wat fier dat hij de in de media veel zichtbaardere minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) achter zich liet. ‘Dit departement is de voorbije zeventig jaar niet zo goed beheerd’, klonk het wat eufemistisch in zijn commentaar. ‘En ja, het is hier alle dagen iets.’
Maar hij maakte zich sterk: ‘Ik word niet moe van moeilijke dingen’. Alvast Jambon kan hem leren dat een wat minder academische aanpak in de Wetstraat best kan renderen. Voor een rechtsgeleerde klinkt dat ongetwijfeld als vloeken in de rechtszaal.
Bron » De Standaard