Vorig jaar in oktober was er in de pers veel ophef over de “vermoedelijke echte Reus van de Bende van Nijvel”. Het bericht werd gelanceerd vanuit de advocatuur en gretig opgepikt door de pers. Mediaspecialist Leo Neels waarschuwt: er is en blijft een onderscheid tussen feiten, meningen en – meer dan ooit – speculaties.
Speculaties zijn de nieuwe feiten. Vroeger waren er feiten. Feiten zijn zaken die zeker zijn, en waar gebeurd, zoals men ze rapporteert. Journalisten checkten en dubbelcheckten feiten. Naast feiten waren er meningen. Meningen zijn vrije opinies en gedachten. Gedachten zijn vrij, maar als men meningen uit die iemand kunnen benadelen, kan je op een schadevordering enkel succesvol antwoorden met het verweer dat je mening rust op een correcte feitelijke grondslag.
Nu moeten we aan de feiten en meningen de rubriek van de speculaties toevoegen.
Het brandje werd gesticht door een advocaat van de club van theatrale advocaten met een oud gerucht over de identiteit van de reus. De rest is geschiedenis: dagenlange speculatie over welke feitelijkheden er zouden kunnen geweest zijn, en wie of wat er nu in het vizier van het onderzoek zou zijn of er juist aan zou ontsnapt zijn.
Ieder zijn perceptie, ieder zijn speculatie, en ieder zijn waarheid. De leuze ‘ieder zijn waarheid’ is gelijk aan: helemaal géén waarheid. Dan resten enkel nog geruchten. De aandacht voor feiten was beperkt, controle van de aannemelijkheid of het waarheidsgehalte bleef achterwege.
Speculaties zijn immers oncontroleerbaar. Ze betreffen de toekomst en die laat zich lastig onderwerpen aan bewijs. Speculaties gaan over wat iemand mogelijk zal doen of nalaten.
Daarmee behoren ze tot de geruchtenmolen en zijn ze per definitie subjectief. Soms zijn ze zo fantasierijk dat er niets te controleren is.
Ook de advocaat die het Bendebrandje stichtte, bleef verder olie op het vuur gooien. Vanop de Boekenbeursstand van zijn uitgever, waar hij zichtbaar zijn nieuwe boek tekent breit hij – uiteraard enkel met de allerbeste bedoelingen – rustig verder aan zijn aankondigingen van niets, met veel geheimzinnigheid en media-aandacht.
Gelukkig kon ditmaal een onderzoeksrechter duiding geven en de advocaat op zijn plaats zetten met diens ongepaste publieke verklaringen.
De pers kan beter
De journalistieke focus moet primordiaal gericht zijn op feiten: wat, wanneer, waar – dat zijn de eerder gemakkelijke vragen – en ook: wie en waarom – dat zijn vaak moeilijke vragen.
Het is altijd een heikele zaak om de échte ware feiten bloot te leggen, en de klassieke vijf vragen te beantwoorden. Dat vergt controle, controle en controle. Tot het beeld over de werkelijke feiten minstens voldoende aannemelijk wordt. Eerder brengt men niets naar voor.
Dat is iets anders dan speculaties en emoties. Dat laatste kan iedereen, daar hebben we geen journalisten voor nodig.
Bron » VRT Nieuws | Leo Neels