Het moeilijke huwelijk tussen politie en data

‘Politiezones die met niet-gevalideerde informatie werken, kunnen fouten maken’, waarschuwt het Controleorgaan op de Politionele Informatie.

Het klinkt logisch, dat een ­lokale politiezone informatie deelt met ­andere zones en met de federale politie. Een ‘betere informatiehuishouding’ was zelfs letterlijk een van de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie die opgericht werd na de aanslagen van 22 maart 2016.

‘De federale en de lokale ­politie werken met verschillende registratiesystemen die dringend tot één systeem samengevoegd moeten worden’, staat in het verslag.
Maar de problemen met het uitwisselingsplatform Infotheek geven aan hoe moeilijk het is om de nieuwe technologische toepassingen van de politie wettelijk sluitend te maken. Zeer snel belanden ze in een grijze zone of overtreden ze gewoonweg de wet.

In 2009 begon de lokale politiezone Westkust met Infotheek, een platform dat vandaag gevoed wordt door 45 van de in totaal 185 lokale politiezones. Ook federale diensten maken gebruik van het platform, waar onder andere niet-gevalideerde informatie op staat. Dit in tegenstelling tot de Algemene Nationale Gegevensbank van de politie, waarin alleen gevalideerde info zit. Jarenlang was Infotheek in strijd met de wet op het politieambt. Pas sinds juni van dit jaar kwam daar verandering in door een wetswijziging.

Nico Paelinck, korpschef van de politiezone Westkust en voorzitter van de koepel van de lokale politie, wijst op het nut van Infotheek: ‘De korpschef van Sint-Niklaas meldde me onlangs nog dat dankzij Infotheek een verkrachter opgepakt kon worden. Nog een concreet voorbeeld: als er in een zone een melding aangemaakt wordt van een controle van een auto met vier ­inzittenden – waarbij op dat moment niets vreemds opgemerkt wordt– kan dat later leiden tot een doorbraak in een drugs­dossier van een andere zone. Infotheek is een voorbeeld van hoe technologie de werking van de politie beter maakt, maar ook van hoe we telkens stoten op een zeer enge interpretatie van de wet.’

Verdere koppeling

Het Controleorgaan op de Politionele ­Informatie (COC) wees in 2016 een eerste keer op de problemen met Infotheek. ­Paelinck meent dat de problemen met Infotheek pas ontstonden nadat de Europese regels rond dataverwerking (GDPR) in 2018 van kracht geworden waren. Dat zou betekenen dat Infotheek nog altijd ruim een jaar illegaal was: de wet verscheen, na een parlementaire goedkeuring in april, pas in juni van dit jaar in het Staatsblad. ‘Die wetswijziging was zeker nodig om verschillende projecten rond databanken mogelijk te maken’, zegt Paelinck. ‘Zonder die wet kon de Belgische politie eigenlijk niet meer functioneren. Ze was de onontbeerlijke ­basis voor de verdere koppeling van de verschillende gegevensbanken.’

Vergissingen

Volgens Frank Schuermans van het COC hebben de Europese databeschermings­regels echter niets te maken met de problematiek van de wettelijkheid van Infotheek.

‘De dag dat de politie zich allerhande ruime “interpretaties van de wet”, of in dit geval zelfs manifeste onwettelijkheden gaat permitteren, zijn we nog verder van huis’, vindt Schuermans. ‘Ook en zelfs vooral de politie moet werken binnen het ­bestaande wettelijk kader.’

Het COC erkent volmondig het nut van een platform als Infotheek. ‘Maar men vergeet blijkbaar nogal gemakkelijk dat de ­politie via zo’n systeem hoe dan ook in real time met niet-gevalideerde ruwe infor­matie werkt. Op basis van die informatie kan ze verdere actie ondernemen, met alle ­gevolgen van dien, zoals vergissingen. Bovendien zijn er geen duidelijke regels die het gebruik van de niet-gevalideerde informatie omkaderen: Wie mag wat gebruiken, wanneer, waarvoor …? Vooral dat is voor het COC onaanvaardbaar.’

Bron » De Standaard