“Het is de laatste plaats waar ik mijn ouders en zusje heb gekend. Waar ik abrupt afscheid van hen heb moeten nemen. Voor mij is dit als een kerkhof. Als een graf dat ze verwijderen”, vertelt David Van de Steen terwijl de sloopmachines de muren van de Delhaize in Aalst tegen de grond werpen. 35 jaar geleden vermoordde de Bende Van Nijvel op deze parking zijn vader Gilbert, zijn mama Marie-Thérèse en zus Rebecca. Na de aanslag waren acht onschuldige klanten van de supermarkt dood. Elk jaar keerde David op 9 november naar hier terug om een kaarsje aan te steken.
“Waar de sloopmachines nu staan, dat was het muurtje waar de Bende achter zat nadat ze de parking waren opgekomen. Daar stonden houten paletten en daar hadden ze zich achter verstopt. Ze stapten over dat muurtje van 50 centimeter hoog en begonnen aan hun moordpartij”, zegt David. Acht doden vielen er op 9 november 1985 in de Delhaize aan de Parklaan in Aalst. Onder de slachtoffers waren Gilbert van de Steen (42), Marie-Thérèse Van den Abiel (38) en hun dochtertje Rebecca (14). De parking en de supermarkt waar de Bende Van Nijvel de aanslag pleegde, gaat tegen de grond. Delhaize bouwt er een gloednieuwe supermarkt. Nabestaanden van de aanslag sluiten een hoofdstuk af.
Abrupt afscheid
“Mijn grootvader woonde rechtover de Delhaize aan de Parklaan. Hij heeft in de Mercedes-garage gewerkt die vroeger naast de Delhaize lag. Hij kwam dagelijks boodschappen doen. Ik ben hier als kind zoveel geweest. Het is een brok familiegeschiedenis”, vertelt David. “Het is de laatste plaats waar je je ouders hebt gekend. Waar je hebt moeten afscheid nemen. Abrupt. Een laatste rustplaats. Bijna een kerkhof.”
“Het is een tweestrijd”, zegt hij. “Langs de ene kant vind ik het oké dat dit allemaal verdwijnt en wordt afgebroken. Aan de andere kant is het als een graf dat ze wegnemen.”
Een medewerker van de afbraakfirma komt informeren wie we zijn. We hebben toelating gekregen om te komen kijken, maar niet iedereen is al op de hoogte. “Ze hebben mijn ouders en zus hier doodgeschoten op de parking”, zegt David. Woorden die binnenkomen.
“Daar lag mijn moeder, en daar mijn vader en zus”
Een muur met een grijze deur staat nog recht. Links en rechts zijn de sloopwerken al vergevorderd. “Wat er nu nog staat, was de oude Delhaize, en in de jaren negentig hebben ze er nog een stuk bijgebouwd. Waar de grijze deur staat, daar was de oude ingang. Aan die grijze deur zijn ze vermoord. Het muurtje is altijd gebleven en dat is altijd een oriëntatiepunt geweest. Door het muurtje wist ik waar de plaats was waar mijn ouders en zus zijn gestorven”, vertelt David. “Tot voor de afbraakwerken waren er enkele parkeerplaatsen voor mindervaliden aan de ingang van de Delhaize. Op die plaats lag mijn moeder. Daar is zij gestorven. Mijn vader en zus zijn gestorven waar nu die sloopmachine staat.”
Terwijl hij de afbraakwerken bekijkt, laat hij zijn gedachten de vrije loop en begint te vertellen over het autopsieverslagen. Over hoe gruwelijk de verwondingen waren. “Mijn moeder was gaan lopen en ze hebben haar in de benen geschoten. Daar is ze neergevallen (David wijst naar de grijze deur, nvdr.). Ze heeft haar handen voor haar hoofd gehouden en ze hebben haar vingers afgeschoten. Stukken van die kogels hebben haar geraakt in haar hoofd. Haar schouder was gebroken. Haar arm was gebroken. Inslagen in het hoofd, borst, benen. Ik heb de autopsieverslagen liggen, omdat ik in detail wou weten wat er was gebeurd. Daarin staat dat ze mijn zus van zeer dichtbij, van op tien centimeter, in haar mond hebben geschoten”, zegt hij. “Het moment dat je dat de eerste keer leest, is niet makkelijk. Door de jaren probeer je dat een plaats te geven. Als je dan weer hier staat, komt dat naar boven.”
Geen antwoorden
Hij denkt na. “Dat is wat het zo moeilijk maakt om het 35 jaar nadien te kunnen plaatsen: de gruwel waarmee het gebeurd is. Dit was geen overval, dit waren killers. Echte moordenaars.”
“Ik had nooit gedacht dat we 35 jaar na de feiten op de afbraak van de Delhaize zouden staan kijken, zonder dat er één dader is veroordeeld. Zonder dat we weten wie er achter de moorden zit. Officieel hebben we geen enkel antwoord gekregen. Waarom is dat hier gebeurd? Wie waren de daders en wie zat erachter? Nog altijd blijven we achter zonder antwoorden.”
Zijn boodschappen deed hij hier niet. “Als het herdenking op 9 november was, dan kwam ik hier wel nog eens. Ik kwam hier ook niet winkelen. Je gaat er mee slapen en je staat ermee op, met dit drama, zelfs na 35 jaar. En dan nog eens hier om je boodschappen komen… Ik ga dan liever ergens anders. Ik woon ook de andere kant van Aalst, dus je moet echt al moeite doen met al dat verkeer.”
Zwarte plek
Toen de plannen bekend raakten dat de Delhaize zou worden afgebroken, was er sprake van een herdenkingsplaat aan de gevel van de nieuwe Delhaize. Voor David hoeft dat niet. “Alles verdwijnt in het leven, zo gaat dat. Ik ben mijn grootouders verloren en die zag ik ook heel graag. Onlangs ben ik mijn tante verloren die me mee heeft opgevoed. Kanker. Die overlijdens doen pijn, maar je kan ermee omgaan. Je kan dat aanvaarden dat dat het leven is. Wat er op 9 november 1985 is gebeurd, dat kan je niet aanvaarden. Dat gaat niet. Je lijf blokkeert. Ik kan dat niet aanvaarden, de zinloosheid. Zolang dit niet opgehelderd is, blijft het een zwarte plek op je leven.”
Voor David is dit ook het einde van het jaarlijkse herdenkingsmoment op 9 november. “Herdenkingen op deze plek? Ik ga het – denk ik – niet meer doen. Misschien dat andere nabestaanden dat wel nog doen, maar ik ga hier geen kaarsjes meer aansteken. Het gebouw is weg, er komt iets nieuws, met ondergrondse garages. Ik ben wel blij dat we dat stukje geschiedenis kunnen vastleggen hebben in een film.”
De afbraakwerken van de Aalsterse Delhaize duurt vier weken. David zal niet meer komen kijken. “Ik ben vorige week wel nog eens geweest om nog wat foto’s te nemen, om vast te leggen hoe het was.”
Bron » Het Laatste Nieuws