De beweringen van oud-gangster Alain Moussa, dat twee vroegere kompanen deel uitmaakten van de Bende van Nijvel, breken hem voorlopig zuur op. Moussa werd gisteren van zijn bed gelicht en de hele dag ondervraagd. “Hij blijft voorlopig gearresteerd: we moeten nog enkele zaken verifiëren”, klinkt het bij het federaal parket. Moussa zelf laat op Facebook weten waarom hij nu toch met de onthullingen op de proppen komt.
Oud-gangster Alain Moussa (70) uit Brussel beweerde op kerstavond plots dat twee oud-kompanen van de beruchte Bende van Baasrode ook achter de Bende van Nijvel zouden zitten. Zoals geweten pleegde de Bende van Nijvel in de jaren tachtig aanslagen op supermarkten, vooral Delhaizes. Daarbij vielen 28 doden. De daders zijn nooit gevonden.
De mannen die Moussa nu aanduidt, zijn de illustere gangsters Philippe De Staerke en Dominique Salesse. In 1987 werden die twee samen met andere leden van de Bende van Baasrode tot twintig jaar cel veroordeeld voor overvallen op banken, postkantoren en juweliers. Moussa, zelf ook lid, kreeg een lichtere straf. De bende stond bekend om haar snelle overvallen, maar de leden waren trots dat ze nooit een schot gelost hebben. “Bij ons vloeide geen bloed.”
Moussa en zijn neef D.B., die optreedt als zijn woordvoerder, werden gisteren na die betichting van zijn vroegere kompanen opgepakt. Bij huiszoekingen in Asse en Ganshoren werden ook een wapen, gsm’s en computermateriaal in beslag genomen. De mannen zijn de hele dag verhoord en blijven voorlopig in de cel. “Om hun beweringen te controleren.”
Waarom hij de verklaringen gedaan heeft, legt Moussa zelf uit op Facebook en via een persbericht. “Ik wil er een punt achter zetten, de slachtoffers hebben er recht op.” Maar hij doet het ook voor het geld, de 250.000 euro die Delhaize uitlooft voor de gouden tip. “Ik heb het geld nodig om enkele vrienden te helpen met wie ik inbraken gedaan heb en die nu in de problemen zitten”, klinkt het zonder schroom.
Luitenant van peetvader
Alain Moussa was een heel bekend figuur in de Brusselse onderwereld van de jaren tachtig. Hij was pooier en ‘bewaakte’ bars en prostituees in de Noordwijk. Daarnaast was hij de luitenant van de laatste Brusselse ‘peetvader’ Michel Dewit, die in duistere omstandigheden zou zijn omgekomen. “Ik kon goed vechten. Dat was het”, liet Moussa, zoon van een Belgische moeder en Tunesische vader, optekenen in een interview. “Noem de grootste vechters van Brussel van toen, ik heb ze allemaal al eens in elkaar geslagen.”
Zo deed hij het ook met een Brussels-Albanese onderwereldfiguur. Na een ruzie mepte Moussa hem het ziekenhuis in, goed voor met 47 hechtingen. Maar de kerel keerde terug en knalde diezelfde avond twee kogels in de rug van Moussa, die overleefde. “Dat is niet om te lachen, zo’n kogel. Ik voel dat nog. Zeker als het weer verandert”, zei hij daarover. De Albanees werd enkele weken later dood aangetroffen. “Niets mee te maken. Ik zat in de gevangenis”, aldus Moussa, die zo’n 24 jaar in de cel heeft doorgebracht en uit onvrede met zijn opsluiting ooit een scheermesje opat en doorslikte. Ook daar heeft hij nog last van.
Hoewel hij in de Brusselse onderwereld enig respect genoot, was Moussa toch een maatje te klein voor het zogenaamde “groot gangsterisme”, zo bleek nadat hij zich bij de notoire bende van De Staerke had aangesloten. “We konden niets met hem aanvangen”, beweert De Staerke daarover. “Moussa was altijd dronken of gedrogeerd. Tijdens een verkenning met de auto sliep hij de hele tijd. We hebben hem snel terug buiten gezet.”
Bescherming
Moussa zegt zelf dat hij vier overvallen van de Bende van Baasrode heeft meegemaakt. Na een nieuwe celstraf kwam hij in 2007 voorgoed vrij. Druk gesolliciteerd door de pers ontkende hij toen elke link met de Bende van Nijvel: “De speurders hebben hun tijd verdaan.” Nu ziet hij het anders: “De Staerke en Salesse waren bij de Bende van Nijvel. Ik gebruik al een jaar geen drugs meer. Ik zou nog meer kunnen vertellen. Het kwam allemaal van bovenaf”, klinkt het op Facebook.
Maar zijn onthullingen blijven vaag. De bescherming zou erin bestaan hebben dat De Staerke ooit eens stopte voor een controle van de rijkswacht, zijn wapen liet zien en gewoon mocht doorrijden. “Vanaf toen wist ik dat hij bescherming genoot”, zegt Moussa daarover. Ook zou De Staerke verschillende keren de gevangenis mogen hebben verlaten om “smeerlapperij uit te halen”. De Staerke ontkent die twee zaken formeel. “Moussa is een drugsverslaafde, dronken mythomaan.”
Bron » Het Nieuwsblad | Dirk Coosemans