De tragiek van de echte Goffinard uit ‘1985’: adjudant Guy Goffinon was er zeker van dat hij de Bende bij de lurven had

Twee jaar na de laatste moordpartij van de Bende van Nijvel was rijkswachtadjudant Guy Goffinon er rotsvast van overtuigd dat hij – en hij alleen – ze had ontmaskerd. Achter het personage Goffinard uit de tv-serie 1985 schuilt een hoop tragiek.

“Wacht, niet binnenkomen, ik heb een gevaarlijke hond, ik zal hem eerst opsluiten”, zo beschrijft oud-rijkswachter Robert Beijer in zijn boek De laatste leugen zijn list bij de huiszoeking in zijn appartement, oktober 1987. “Ik glip binnen en sla de deur dicht. Dan begin ik met de grote opruimoperatie. Alle documenten die ik niet in handen van de flikken wil zien vallen, gooi ik in de open haard.”

Beijer runt in die tijd met kompaan Madani Bouhouche een detectivebureau. Hij wordt verdacht van illegale telefoontap en (later ook) betrokkenheid bij de moord op FN-wapeningenieur Juan Mendez-Blaya in Waver, begin 1986. Die was er zeker van dat bij hem afkomstige wapens waren gebruikt bij de achtvoudige moord in de Delhaize in Aalst op 9 november 1985, de laatste raid van de Bende met de grote B. Mendez zou zijn geliquideerd als hinderlijke getuige.

Het onderzoek werd geleid door Guy Goffinon, adjudant bij de Brusselse BOB, de recherche van de toenmalige rijkswacht. “Hij werkte dertien, veertien uur per dag, en soms de nacht door”, zegt een ex-BOB’er. “Hij was bezeten door zijn dossiers.”

Floppydisk

De echte Goffinon verschilde op veel vlakken van de in 1985 door Tom Vermeir neergezette cynicus met het sappige Brusselse accent. Goffinon, bijgenaamd ‘de Gof’ of ‘de vos met de zilveren slapen’ was louter Franstalig. En hij had een enorm netwerk van boeven en prostituees doordat hij als agent in de jaren zeventig was begonnen in de rosse buurt rond de Naamse Poort in Brussel. “Hij had iets aristocratisch”, zegt de ex-BOB’er. “Een woord was voor hem een woord. Heel letterlijk.”

Beijer, die bij de BOB ooit nog onder hem had gediend, kreeg tijdens de huiszoeking niet alles verbrand. Op zijn kantoor vonden de speurders enkele floppydisks – de verre voorloper van de USB-stick. Tijdens een ondervraging haalde Beijer er stiekem eentje uit de stapel en probeerde ze te breken tussen zijn knieën. Dat lukte niet. De floppy ging in de pc en op het scherm verscheen codetaal.

Goffinon kreeg er een papieren uitdraai van en ging aan de slag. Dagen, nachten. In de late namiddag van vrijdag 6 november 1987 veerde hij met een wilde kreet recht. Hij had de code gekraakt. Er kwamen adressen te voorschijn van garageboxen die Beijer en Bouhouche sinds 1981 onder valse namen huurden.

“De jackpot”

Een van de boxen was nummer 179 in parkeergarage Beau Site langs de Brusselse Louizalaan. Die locatie is verbonden met de Bende. Na de eerste raid, bij wapenhandel Dekaise in Waver in september 1982, was de buit volgens zelfverklaard mededader Bruno Vandeuren daar naartoe gebracht. Goffinon wist dat, hij had Vandeuren zelf ondervraagd.

Goffinon en zijn mannen trokken meteen naar de garage. Ze haalden er een ladder bij, want bovenaan de poort was een spleet. Ze keken binnen. Wat ze zagen, deed hun harten nog sneller kloppen: een witte Toyota Hiace-bestelwagen die in 1980 was gestolen en waarvan de inhoud was gedumpt op exact dezelfde plek in het Ter Kamerenbos als de bij Dekaise gebruikte overvalwagen.

Doordat Beijer de speurders al eens te grazen had genomen, zou elke andere politieman de box hebben laten bewaken in afwachting van het huiszoekingsbevel. Goffinon niet. Hij ging Beijer op zaterdag bezoeken in de cel en vroeg hem wat hij in de box zou vinden. Volgens ‘de Gof’ antwoordde Beijer: “De jackpot.”

Toen hij op zaterdagnamiddag rond 15 uur terugkeerde naar de box, stond de deur van de Toyota open en was de hele binnenkant bewerkt met een brandblusser. De auto was leeg. Christian Amory, een andere rijkswachter uit de entourage van Bouhouche en Beijer, zei later: “In die box lagen de wapens van de Bende van Nijvel.”

Goffinon heeft het geklungel nooit kunnen verklaren. “Wat vooral speelde, was dat ‘de Gof’ het zo graag allemaal zelf wou doen”, zegt de ex-collega. “De box is tweeëntwintig uur onbewaakt gebleven. Al die tijd waande hij zich de man die – eindelijk – de Bende had ontmaskerd.”

In haar boek Het complot van de stilte suggereert Humo-journaliste Hilde Geens dat Goffinon bewust de boel saboteerde. Omdat Bouhouche en Beijer hem chanteerden. Ze citeert ook een ooggetuige, die zaterdag: “Toen heb ik Goffinon zien huilen.”

De adjudant werd het mikpunt van verdenkingen en hoorzittingen in een parlementaire onderzoekscommissie. Begin 1990 liet onderzoeksrechter Luc Hennart een huiszoeking uitvoeren in zijn kantoor en zijn woning in Jette. Want intussen waren er andere onbegrijpelijke verhalen. Over zijn in 1985 erg realistisch nagespeelde rol in de zaak-François (drugs) en de mislukte moordaanslag op majoor Herman Vernaillen.

In een zes pagina’s lange brief aan de commissie schrijft Goffinon op 1 maart 1990: “Het is een man, gekneusd in zijn eerlijkheid, die het zich veroorlooft zich tot u te richten.” In de brief betwist hij elke band met Beijer, en eindigt hij met: “Had men schrik dat ik de waarheid zou ontdekken?”

Volgens een ex-collega is de adjudant de huiszoeking nooit te boven gekomen. “Hij heeft drie jaar later zijn vervroegd pensioen aangevraagd. En gekregen.”

Guy Goffinon (58) overleed op 11 mei 1995. We zullen nooit weten hoe het zou zijn gelopen als hij de code op maandag had gekraakt, en er diezelfde dag nog een huiszoekingsbevel was afgeleverd.

Bron » De Morgen | Douglas De Coninck