Ook 30 jaar na een overlijden kan het onderzoek van resten van een lichaam nog helpen te bepalen hoe iemand om het leven gekomen is. Er kan nog DNA-onderzoek gebeuren, tanden bevatten nuttige informatie en ook beschadigingen van de botten kunnen informatie opleveren over de manier waarop iemand gestorven is. Al hangt alles natuurlijk af van de omstandigheden waarin het lichaam bewaard gebleven is.
Annie De Poortere verdween 30 jaar geleden plots, op een novemberdag. Al die jaren was er geen enkel spoor. Tot afgelopen weekend, toen werden lichaamsresten, die vermoedelijk van haar zijn, gevonden in een tuin in Sint-Martens-Latem. Vlak bij de plek waar ze voor het laatst werd gezien: haar eigen huis.
Het is voorlopig niet 100 procent zeker dat het gevonden lichaam dat van Annie De Poortere is, daarvoor is het wachten op het DNA-onderzoek. Resultaten daarvan worden in de loop van deze week verwacht. Maar het parket zegt wel “aanwijzingen te hebben” dat het hier gaat om “een dame die verdween in 1994”.
Het verhaal roept veel vragen op. Wat is er precies met haar gebeurd? Waarom werd er geen grondiger onderzoek gevoerd? Hoe uitzonderlijk is het dat zo’n oude verdwijningszaak nog opgelost wordt? En ook: hoe kan het onderzoek van de stoffelijke resten na al die tijd nog bijdragen aan het oplossen van de zaak?
Kwaliteit botten essentieel
Het is sowieso nog wachten op de resultaten van het DNA-onderzoek om de identiteit van het slachtoffer te achterhalen. Ook daar kan het onderzoek van de botten eventueel bij helpen.
“Als er DNA is van de botten die men opgegraven heeft en dat is nog van voldoende kwaliteit én er is DNA van vroeger, dan kan men dat matchen en eventueel bewijzen dat het die persoon is”, vertelt Koenraad Verstraete, professor forensische radiologie, verbonden aan de Universiteit van Gent en het Universitair Ziekenhuis Gent, in ‘De ochtend’ op Radio 1. “Alles zal afhangen van de kwaliteit van botten. Die hangt af van de bewaaromstandigheden: in welk soort grond werd het lichaam begraven, wat was de vochtigheidsgraad, is ze snel begraven na overlijden of niet?”
“Botten bestaan uit calcium en fosfor, dat zijn kristallen die zeer goed bestand zijn tegen verval, dus aan de hand van de botten kan men dikwijls nog veel informatie bekomen.”
Informatie koppelen aan medisch dossier
Een forensisch radioloog wordt ingeschakeld in het onderzoek naar de slachtoffers van een geweldmisdrijf. “Wij gebruiken radiografie en CT-scan, die maken gebruik van röntgenstralen”, legt Verstraete uit. “Die worden geabsorbeerd door die calcium- en fosforkristallen, zo krijgen wij een beeld van de inwendige structuur van de botten. Dat geeft heel veel weer over de persoon. Wij kunnen zo het geslacht helpen te bepalen en iets zeggen over leeftijd, lengte, eventuele misvormingen aan een persoon en zo helpen bepalen over wie het zou kunnen gaan.”
“Voor het inschatten van de leeftijd gebruiken we groeischijven. We kunnen ook kijken naar tanden, tandvullingen, tandimplantaten. Zijn er fracturen geweest of niet? Zien we plaatjes en schroeven? Die informatie moet dan gekoppeld worden aan het oude medische dossier, dat gaat dan via de onderzoeksrechter en de wetsdokter. Onze gegevens en hun gegevens worden dan samengebracht.”
Mysterie over doodsoorzaak ontrafelen?
Naast de informatie die tot identificatie van het slachtoffer kan leiden, kan er uit de scan van de stoffelijke resten mogelijk ook afgeleid worden hoe de persoon om het leven gekomen is.
“Dat zal opnieuw gebeuren door onze informatie samen te leggen met die van de onderzoeksrechter en de wetsdokter. Wij gaan zoeken naar het mechanisme en de aard van de krachtinwerking op botten. Mochten er fracturen zijn (bijvoorbeeld als gevolg van een slag op de schedel), dan kunnen wij aan de hand van een spreiding van de breuklijnen een idee krijgen met welk voorwerp dat gebeurd is en hoe.”
Ook andere vragen kunnen mogelijk beantwoord worden. “Is er een scherp voorwerp gebruikt? Dan gaan we andere lijnen zien op de botten. Als het mes bijvoorbeeld het bot geraakt heeft, dan kunnen we eventueel een scherpe lijn zien. Zijn er kogels gebruikt? Dan zijn er metaalfragmenten.”
In verschillende onderdelen, zoals de wervelzuil en de romp, gaat men op zoek naar kwetsuren. “Dan gaat het erom of het oude kwetsuren zijn of kwetsuren die het gevolg zijn van de moord. Het tongbeen is heel interessant, indien er sprake zou zijn van wurging. Er kunnen sporen zijn, in zoverre het ook de tijd overleefd heeft, want dat is een heel klein beentje en dan is 30 jaar relatief lang. Daarvoor moet men zeer voorzichtig tewerkgaan bij de opgraving, zodat er geen nieuwe fractuur veroorzaakt wordt.”
Vergiftiging?
Mocht er sprake zijn van vergiftiging, dan zal dat niet of moeilijk te zien zijn op de botten. “Het moeten al megadosissen fluor of iets anders zijn dan. We zouden wel een onderscheid kunnen maken met stofwisselingsziekten die er zijn, heeft de patiënt een vitamine D-tekort of een nierziekte, infecties kunnen we ook wel zien. Maar een intoxicatie zal meestal niet lukken.”
Bron » VRT Nieuws