Lossen we misdaden straks via de stamboom op?

In het buitenland wordt de ene na de andere cold case opgelost met verwantschapsonderzoek en de hulp van stamboomwebsites. Maar in België is dat taboe als gevolg van de strenge privacy­wetgeving. Daardoor mist onze recherche een krachtig instrument om doorbraken te forceren.

In Nederland is het sinds 2012 toegestaan dat bloedverwanten van onbekende daders worden opgespoord via DNA-onderzoek. Dat heeft de voorbije ­jaren in tal van vastgelopen zaken tot een beslissende doorbraak geleid. Zo kon eind vorige maand Jos Brech, de (vermoedelijke) moordenaar van Nicky Verstappen, twintig jaar na de feiten worden geïdentificeerd en gearresteerd.

Het allereerste grootschalige verwantschapsonderzoek kwam er al snel na de invoering van de wet. In 2012 werd in een dorp in Friesland aan meer dan zevenduizend mannen gevraagd om vrijwillig een staal wangslijmvlies af te staan. De speurders waren op zoek naar een match met het DNA-spoor dat was gevonden op het lichaam van de in 1999 verkrachte en vermoorde Marianne Vaatstra. Hun verwachting was dat de uitgebreide DNA-analyse hen zou leiden naar een broer of neef van de dader. Bizar genoeg deed de dader zelf mee aan het ­onderzoek, waardoor de rechercheurs meteen een perfecte match hadden.

Golden State Killer

De strafste doorbraak vond plaats in Californië in de Verenigde Staten, waar eind april de ­Golden State Killer werd opgepakt. Decennialang had de politie niets kunnen aanvangen met het DNA van de seriemoordenaar- en verkrachter, dat tussen 1976 en 1986 was teruggevonden op de ­lichamen en kleren van tientallen slachtoffers. Het DNA-spoor kwam met geen enkel profiel overeen in de enorme DNA-databank van de FBI.

Tot enkele speurders het genetische profiel van de dader invoerden op een genealogische website en de algoritmen lieten zoeken naar zowel naaste als verre familieleden. Dat leverde één gemeenschappelijke voorouder op met mensen die uit onschuldige interesse hun DNA-profiel hadden geüpload. De speurders tekenden een stamboom uit en kwamen zo uit bij Joseph DeAngelo, een gepensioneerde politieman. Zijn identiteit kon uiteindelijk worden bevestigd door een een-op-een-match.

Geneticus Maarten Larmuseau (KU Leuven) kent de zaak heel goed. ‘Ik merk dat de ongerustheid bij mensen die hun stamboom onderzoeken met behulp van online DNA-tests sindsdien is toegenomen. Ook in Vlaanderen’, zegt hij. ‘Ze zien dat hun genetische gegevens niet alleen worden gebruikt om verre familieleden op te sporen, maar ook om misdrijven op te lossen.’

De laatste jaren is de markt van de genetische genealogie geëxplodeerd. Bedrijven zoals 23andMe, Ancestry en MyHeritage bieden klanten aan hun volledige DNA te analyseren. Dat gaat heel makkelijk: je bestelt een kit, spuwt wat speeksel in een buisje en stuurt het op. De prijs varieert van 150 tot 1.500 euro, naargelang je iets heel specifieks laat testen of je ­hele genoom in kaart laat brengen. In ruil krijg je een profiel waarin te lezen staat hoeveel kans je maakt op een bepaalde ziekte, in welk continent je prehistorische roots liggen en hoeveel neanderthaler-DNA je bezit.

Genetische astrologie

Maar de online profielen worden (vooral) ook gebruikt om verre familieleden te identificeren. ‘In de meeste gevallen zijn online DNA-tests nog genetische astrologie’, zegt Larmuseau, die anderhalf jaar geleden met zijn eigen DNA en dat van een collega de vijf populairste bedrijfjes tegen het licht hield. ‘Maar in één aspect zijn ze heel goed: het vinden van nabije familiebanden, met een horizon van maximaal honderdvijftig à tweehonderd jaar.’

Bij dit soort online DNA-tests wordt het volledige kern-DNA gescand. Er wordt ingezoomd op een paar miljoen puntmutaties, variaties van slechts één letter in de DNA-code. De software kijkt dan hoeveel van die mutaties je gemeen hebt met de andere profielen in de (online) databank. Met je ouders is dat natuurlijk vijftig procent, met je neef of nicht uit dezelfde overgrootouders nog altijd drie procent.

Larmuseau zond ook zijn eigen profiel naar GEDmatch, de Amerikaanse genealogische website die vooral gebruikt wordt door mensen die op zoek zijn naar familie­leden, maar dus ook de identiteit van de Golden State Killer verraadde. ‘Tot mijn stomme verbazing vond ik een ver familielid in de VS terug met wie ik twee overgrootouders deel.’ Intussen zouden er bijna een miljoen profielen op GEDmatch staan, waardoor de website kan wedijveren met de DNA-databank van de FBI.

Belgische beperkingen

Ook bij ons wint de genetische genealogie aan populariteit. Duizenden tot tienduizenden Vlamingen hebben intussen hun DNA laten analyseren, en velen bezitten een online genetisch profiel. ‘Zo’n profiel kan bijvoorbeeld zeer handig zijn voor mensen die weten dat hun grootmoeder of -vader een vondeling was, en die hun biologische verwanten willen opsporen’, zegt Larmuseau.

Toch mogen Belgische speurders verwantschapsonderzoek niet gebruiken om een misdrijf op te lossen. De beleidsmakers en ­juristen moeten eerst nog afbakenen wat wel en niet kan in een DNA-onderzoek. ‘In België laat de wet alleen een DNA-onderzoek toe als er een duidelijke aanleiding is (lees: de speurders hebben een verdachte, red.)’, zegt Charlotte Aelbrecht van de DNA-afdeling van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC). Dan wordt een sporenprofiel vergeleken met een profiel van een verdachte, of met dat van een individu of een ander spoor in de Belgische DNA-databank.

De privacywet verbiedt tevens dat het eiwitcoderende deel van het DNA wordt doorzocht, het stuk waarin de genen liggen die (mee) ons uiterlijk en ons karakter bepalen. Ook dit is in Nederland anders. Aelbrecht: ‘Daar mogen speurders sinds kort ook de oog- en haarkleur van de persoon achter een niet-geïdentificeerd spoor bepalen.’

Bende van Nijvel

Kan verwantschapsonderzoek een doorbraak betekenen in de beruchtste Belgische cold case? Aan de Bende van Nijvel konden maar twee DNA-sporen worden gelinkt: een afkomstig van een sigarettenpeuk, een ander van de bebloede kraag van een kogelvrij vest. ‘De speurders hebben gezocht naar een match met opgeslagen profielen in nationale en internationale databanken’, zegt Peter Callebaut, advocaat van nabestaanden van enkele slachtoffers van de Bende. ‘Zonder resultaat. En inmiddels weten we dat het DNA ook niet overeenkomt met dat van Chris B. (de ex-rijkswachter die op zijn sterfbed zou hebben toegegeven dat hij ‘de Reus’ was, red.).’

Callebaut gelooft er niet meer in dat de twee sporen nog tot een doorbraak zullen leiden. ‘We zijn er zelfs niet zeker van dat ze effectief van Bendeleden afkomstig zijn. Bovendien is een uitgebreid DNA-onderzoek in ons land niet toegestaan. Laat staan dat de speurders de DNA-profielen mogen uploaden naar een genealogische website.’

Ook al zouden alle middelen uit de kast van de forensische genetica worden gehaald – zoals een uitgebreid verwantschapsonderzoek – dan nog is een doorbraak onzeker. ‘In het Bendedossier is het niet meteen duidelijk in welke geografische streek de vermoedelijke daders moeten worden gezocht’, zegt Larmuseau. ‘Dat was in de zaken rond de moorden op Marianne Vaatstra en Nicky Verstappen wel het geval.’

Toch wil de Leuvense geneticus de identificatie van een van de Bendeleden via een verwantschapsonderzoek niet uitsluiten, al voegt hij er meteen aan toe dat dit dan wel op zeer grote schaal zou moeten plaatsvinden. ‘Dit is een juridisch, bijna ethisch en moraal dilemma.’

Maar de recente ontwikkelingen in de VS, waar de voorbije twee maanden niet minder dan acht vastgelopen zaken werden opgelost met verwantschapsonderzoek, tonen aan dat het een nuttig instrument is. ‘En er komen nog meer doorbraken aan’, voorspelt Larmuseau. ‘Eigenlijk sta ik ervan versteld dat dit nu allemaal pas gebeurt. In de genealogie wordt al jaren onderzoek gedaan met online DNA-profielen.’

Bron » De Standaard