Zouden we in België een moord oplossen op basis van 10.000 DNA-stalen, zoals Nederland dat met de moord op de 11-jarige Nicky Verstappen deed? “Daarvoor zijn onze privacywetten te streng”, zegt professor menselijke genetica Jean-Jacques Cassiman. Maar wat dan met het immense cameraschild dat de federale regering installeert?
Het verhaal van de moord op de 11-jarige Nicky Verstappen leest als een detectivethriller. Tweeëntwintig jaar na de moord op de Nederlandse jongen kon de politie de dader identificeren aan de hand van een DNA-staal.
Zestienduizend Nederlanders boden hun DNA-staal aan, de politie stuurde 1.500 brieven naar Nederlandse mannen van wie ze zeker wangslijmvlies wilden afnemen. Ongezien in Europa en onwaarschijnlijk in België, vertelde professor Menselijke Genetica Jean-Jacques Cassiman aan Het Laatste Nieuws.
“Duizenden personen laten screenen is hier ongezien omdat de Belgische DNA-wet heel beperkend is. Voor de wetgeving is er blijkbaar een te grote kans op de schending van de privacy.”
Willem Debeuckelaere, voorzitter van de Privacycommissie, nuanceert die uitspraak. Hij verwijst naar een zaak van een reeks verkrachtingen in de regio Mol in 2010 waarbij tientallen jongemannen gevraagd werd om wat wangslijmvlies. “Wat wel klopt, is dat zulke DNA-onderzoeken als laatste redmiddel gebruikt worden. De onderzoeksrechter moet kunnen argumenteren waarom zo’n grootschalig onderzoek wenselijk is.”
Een reden kan zijn dat een verkrachtings- of moordzaak verregaande gevolgen heeft bij de plaatselijke bevolking. Zo is het niet ondenkbaar dat er al snel schuldigen worden gezocht. Dat kan op zijn beurt een hele gemeenschap verscheuren. Kortom, in uitzonderlijke gevallen moet de individuele privacy wijken voor het algemeen belang.
3.000 ANPR-camera’s
Eerder deze week liet minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) optekenen dat de regering geen 1.000 maar 3.000 nummerplaatdetectiecamera’s wil plaatsen langs onze snel- en gewestwegen. De camera’s moeten de criminaliteit helpen terugdringen. Dat de individuele privacy van burgers daar niet per uitzondering, maar in de regel voor moet wijken, is in dit geval blijkbaar niet belangrijk.
Maar ook niet onbegrijpelijk, zegt privacy-expert Jos Dumortier (KU Leuven). “Nummerplaatgegevens zijn een stuk minder gevoelige informatie dan genetische gegevens. Je kan die twee dus niet vergelijken.”
Dat wil niet zeggen dat zo’n cameraschild geen bedreiging vormt voor onze privacy. De verleiding om slimme camera’s voor een steeds breder scala aan opdrachten in te zetten is groot. Zo verwijst Debeuckelaere naar de ANPR-camera’s (Automatic Numberplate Recognition) die in Antwerpen ingezet worden om de lage emissiezones te controleren.
“Op dit moment worden die gegevens gescheiden van elke politionele databank, maar het is wachten op de eerste moord of verkrachting waarbij de politie een beroep zal willen doen op die gegevens”, zegt de voorzitter van de Privacycomissie. De stap om die camera’s constant voor politieopdrachten in te zetten, is snel gezet.”
Gezichten herkennen
Bovendien staat de technologische evolutie niet stil. Na een kleine rondvraag van De Morgen bij ANPR-cameraproducenten en computervisie-experts blijkt dat beeldherkenningssoftware met de dag slimmer wordt.
Als een camera vandaag door een applicatie ondersteund wordt die nummerplaten herkent, is het niet ondenkbaar dat die camera met een andere applicatie ook dieren of mensen kan detecteren of herkennen. Zelfs gezichten herkennen zou tot de opties horen, al rijst daarvoor een ander probleem. De ANPR-camera’s zouden niet op de juiste hoogte en in de juiste hoek hangen om gezichten te kunnen herkennen.
Waarom maken we ons dan niet meer zorgen over dat cameraschild? Omdat privacy een vervelend beestje is, zeggen de privacy-experts. Zo is een DNA-staal enorm intrusief, terwijl we ondertussen heel gewoon zijn geraakt aan camera’s. Nochtans zouden camera’s die gezichten herkennen een bijna even grote inbreuk op de privacy zijn als een DNA-staal nemen. We hebben nu eenmaal maar een gezicht.
Extra beschermd
Zou dat dan zomaar kunnen, gezichtsherkenningssoftware gebruiken bij detectiecamera’s? “Je gezicht is biometrische data, en net zoals genetische data worden die gegevens extra beschermd door de nieuwe Europese privacywet (GDPR)”, zegt Magali Feys, advocaat bij kantoor AContrario.
Willen overheden dat soort gezichtsherkenning installeren, hebben ze een wettelijke basis nodig. Indien het ooit zover komt, kan iedere burger in principe naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens stappen wanneer de wettelijke basis niet zou stroken met de principes van de GPPR. “In principe gelden voor biometrische gegevens dezelfde principes als bij DNA, maar dat moet het Hof nog bevestigen in zijn rechtspraak.”
Bron » De Morgen