Het Comité P wil voortmaken met de bestrijding van de graaicultuur bij de politiediensten. “Het gesjoemel met premies kan de integriteit van de politie aantasten en leidt af van het werk”, vindt voorzitter Yves Keppens.
“Het premiesysteem is te complex en dat maakt misbruik gemakkelijker. We werken aan een onderzoek dat een algemeen beeld zal geven van die problematiek. Op basis daarvan zullen we concrete voorstellen doen voor de aanpak ervan. Nog voor de zomer wil het Comité P de beleidsverantwoordelijken (minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet, red.) van de nodige info voorzien.”
Yves Keppens, voormalig procureur des konings in Veurne, is sinds 5 januari voorzitter van het Comité P, dat toezicht houdt op de werking van de politie. In een interview met De Standaard maakt hij duidelijk dat de graaicultuur de komende maanden een van de prioriteiten wordt van het Comité. “Het gesjoemel met premies kan de integriteit van de politie aantasten”, vindt Keppens.
“Een inspecteur die zijn maandloon met de helft verhoogt via die vergoedingen, wekt toch argwaan? Door dat verloningssysteem ontstaan er ook spanningen binnen de korpsen. De ene politieman is jaloers op de andere omdat die wel recht heeft op een bepaalde premie waar de ander naast grijpt. Dat leidt af van het politiewerk.”
De Limburgse politiezone Hazodi, waar een aantal personeelsleden zich jarenlang onterecht heeft verrijkt, wordt vaak aangehaald als een slecht voorbeeld. Ook de zones van Gent en Brussel hebben een negatieve reputatie. Bij veel politiemensen zijn de weekenddiensten begeerd omdat die extra loon opleveren. Maar ook voor werken in Brussel, tweetaligheid of ‘contact met de burger’ bestaan vergoedingen.
Het Comité P is niet van plan bepaalde zones op de vingers te tikken, maar wil op een constructieve manier de zaken vereenvoudigen. “Nu is het moeilijk om te controleren of een politieman die op zondag vijf uur uittrok voor de beveiliging van een voetbalwedstrijd, al die uren ook effectief heeft gewerkt”, vindt Keppens.
De nieuwe voorzitter rekent erop dat politici rekening zullen houden met de aanbevelingen van het Comité P, of die nu over graaicultuur gaan of over iets anders. In het verleden bleek meer dan eens dat het parlement de aanbevelingen van de dienst naast zich neerlegde.
De invloed van het Comité P op de politiewerking wordt zo wel zeer relatief. “Uit de eerste contacten met onze begeleidingscommissie in de Kamer leid ik af dat ze bereid zijn om onze aanbevelingen toe te passen’, zegt Keppens. ‘Ik zal hen ook aan die belofte houden als dat nodig is. Ik heb geen zin om de komende zes jaar in de woestijn te staan preken.”
Bron » De Standaard