Na dertig jaar is het doek gevallen over het onderzoek naar de moord op Christine Van Hees. Het zestienjarig meisje werd gefolterd, misbruikt en verbrand in een verlaten champignonkwekerij. Vader Pierre Van Hees (76) heeft de voorbije jaren misschien wel 200 telefoontjes gekregen van de speurders. Nooit klonk er goed nieuws.
Woensdag kwam het laatste. Een woordvoerder van het Brusselse parket meldde dat het dossier van de ‘kampernoeliemoord’ naar de archieven is verhuisd. “Op 13 februari 2014 zal het dertig jaar geleden zijn dat Christine werd vermoord. Die dag treedt de verjaring in”, zegt hij.
“We moeten de speurders dankbaar zijn. Dertig jaar hebben ze gewroet om de waarheid boven te halen. Ze hebben alles gedaan wat ze konden. Alleen was de moord op mijn dochter blijkbaar perfect. Je kan niet anders besluiten, want de voorbije drie decennia is nagenoeg iedereen wel eens verdacht geweest.”
Het waren de woelige jaren tachtig, de tijd van de Bende van Nijvel en de aanslagen van de Cellules Communistes Combattantes (CCC). En ook van de mysterieuze moord op Christine Van Hees, in een vervallen gebouw temidden van een champignonkwekerij in Oudergem. Op een boogscheut van de Vrije Universiteit Brussel. Een doolhof waar onder meer drugs werden gebruikt.
Vader Van Hees wist hoegenaamd niet dat zijn dochter spijbelde en omging met drugsgebruikers. “Christine was een knap, jong meisje dat tot dan in de scouts zat, ging zwemmen en schaatsen. Een puberend meisje.”
De ontdekking van haar lichaam vormde op 13de februari 1984 het hoofdpunt van het nieuws. Het meisje bleek te zijn gefolterd en waarschijnlijk misbruikt. Haar lichaam werd verkoold teruggevonden op een brandstapel.
Slechts een keer leek het mysterie van haar dood te zijn doorbroken: de aan lijm verslaafde S.C. zou liefst drie jaar in voorhechtenis zitten. Hij bekende, ontkende, bekende om dan weer te ontkennen. Zestien verhoren leidden tot elf versies. Het eindigde met een sof, en een schadevergoeding omdat hij zo lang zonder bewijs in de cel had gezeten.
Nadien passeerden wilde theorieën de revue: Regina Louf – de befaamde X1-fantaste – bazelde rond dat zij die fatale avond ook in de kwekerij was. Samen met Marc Dutroux en Michel Nihoul. Kwakkels, maar tijdrovend voor de speurders. “Wisten wij veel”, zegt vader Pierre Van Hees over die periode. “Het waren waanzinnige tijden. Voor ons, maar ook voor de speurders.”
Toenmalig onderzoeksrechter Damien Vandermeersch blijft aangedaan door de zaak. “We hebben alles gedaan wat we konden, maar de technische mogelijkheden, zoals DNA verzamelen, waren dertig jaar geleden van een ander niveau dan vandaag.”
Bron » De Standaard