De 1.400 oud-rijkswachters die werken bij de gerechtelijke diensten van de federale politie eisen hetzelfde statuut als de voormalige leden van de gerechtelijke politie. “Toen de VLD nog in de oppositie zat, beloofde ze dat alle gerechtelijke rechercheurs hetzelfde loon voor hetzelfde werk zouden krijgen, ongeacht of ze van de BOB of de GP kwamen. Wij herinneren de Vlaamse liberalen nu aan die eis”, zegt Franz Vandelook, commissaris in Brussel.
Een van de hoekstenen van de politiehervorming van 1998 was de integratie van de Bijzondere Opsporingsbrigades van de rijkswacht met de gerechtelijke politie bij de parketten. De hevige concurrentie tussen beide politiediensten was onder meer de oorzaak voor het mislukken van het onderzoek naar de Bende van Nijvel.
Momenteel maken de oud-BOB’ers ongeveer de helft uit van de gerechtelijke opsporingsdiensten bij de federale politie. Met de oud-GP’ers voeren ze de onderzoeken uit tegen belangrijke vormen van criminaliteit zoals mensenhandel, terrorisme, drugs en home- en carjackings enerzijds – een specialisatie van de vroegere rijkswacht – en oplichting, fraude en witteboordencriminaliteit anderzijds – een actieterrein van de voormalige GP.
Onder oud-minister van Justitie, Melchior Wathelet, kregen de GP’ers in 1991 een bijzonder gunstig financieel statuut. Ze kregen daardoor bij de politiehervorming van 1998 vlotjes een statutaire benoeming. De oud-BOB’ers daarentegen kregen geen benoeming, maar een “aanstelling”, een niet onbelangrijk verschil.
Franz Vandelook: “Daardoor verliezen wij alle rechten bij bijvoorbeeld een overstap naar de lokale politie. En kunnen wij geen promotie maken, terwijl de GP’ers na zes jaar benoeming kunnen promoveren. Wij doen hetzelfde werk. Dat werk wordt algemeen gewaardeerd: politici pakken vaak uit met onze resultaten. Maar we krijgen niet hetzelfde statuut. Dat is niet langer aanvaardbaar.”
De politiecommissaris erkent dat het in deze budgettaire situatie utopisch is dat de oud-BOB’ers hetzelfde – hoger – loon krijgen als de mensen van de gerechtelijke politie. “Maar we willen dezelfde rechten op het gebied van mobiliteit en promotie.”
De oud-rijkswachters zeggen “op menselijk vlak” geen probleem te hebben met de voormalige GP-leden. Toch geeft hun actie aan dat de cultuurverschillen tussen rijkswacht en gerechtelijke politie is de huidige politieorganisatie niet zijn verdwenen. Dat was nochtans het opzet van de politiehervorming. De oud-BOB’ers kaarten hun grieven aan, omdat vandaag nieuwe onderhandelingen starten over de rechtspositie van de politiemensen, na een uitspraak van het Arbitragehof. Dat verbrak delen van de wet waarin de rechtspositie van politiemensen is geregeld.
Bron » De Standaard