De ministerraad heeft beslist de rolrechten te hervormen, die moeten worden betaald wanneer een zaak op de agenda van een rechtbank wordt ingeschreven. Bedoeling is ze meer in overeenstemming te brengen met de werklast bij Justitie. Over het algemeen gaan de rolrechten licht omhoog, stelde minister van Justitie Koen Geens (CD&V) na afloop van de ministerraad. Eén familiezaak bij de familierechtbank wordt evenwel goedkoper.
Volgens minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) moet de aanpassing van de rolrechten 20 miljoen euro in het laatje brengen. Zijn collega van Justitie merkt op dat het rolrecht in verhouding wordt gebracht tot de waarde van de vordering en de kosten van de rechtspraak.
Zo zal voor een kleine vordering bij de vrederechter een tarief van 40 euro gelden. Een vordering in eerste aanleg tot 25.000 euro zal 100 euro kosten. Voor vorderingen waar grotere belangen spelen, wordt het rolrecht exponentieel opgetrokken in functie van de waarde van de vordering of het instellen van hoger beroep of cassatieberoep.
Voor geschillen voor de arbeidsrechtbank en fiscale geschillen zal geen rolrecht gelden, tenzij de waarde van de geschillen hoger ligt dan 250.000 euro. Dan geldt een rolrecht van 300 euro. Wanneer de vordering hoger ligt dan 500.000 euro, moet 500 euro rolrecht worden opgehoest.
Het tarief voor de familierechtbanken wordt vastgelegd op 100 euro per ‘familiezaak’. Nu moet dat bedrag worden betaald bij elke nieuwe stap in een echtscheidingsprocedure. Door de hervorming wordt een volledige familiezaak aan 100 euro rolrecht eenmaal ingeschreven voor de hele duurtijd.
Minister Geens wil de rolrechten in verhouding brengen tot de werklast bij Justitie. Die is het voorbije decennium fors toegenomen. Steeds meer mensen kiezen voor de gerechtelijke weg om een geschil te beslechten. Geens’ bedoeling is erop gericht dat mensen opnieuw constructief overleg kiezen alvorens zich tot de rechtbank te richten.
Bedoeling is ook lichtzinnige, roekeloze procedures te weren die de rechtbanken zo overbelasten dat ze een efficiënte afhandeling van belangrijkere geschillen op de helling plaatsen. Wie voor roekeloze beroepen en procedureslagen kiest, moet meer bijdragen.
De minister onderstreept nog dat de hervorming de toegang tot de rechter geenszins belemmert, maar net tot doel heeft die veilig te stellen voor de toekomst. Zo blijft het systeem van de rechtsbijstand behouden.
Bron » De Morgen