Een medewerkster van de griffie van de Brusselse Nederlandstalige correctionele rechtbank is in de paasvakantie gewond geraakt toen ze bedolven raakte onder omvallende kasten. “Ons personeel moet al twee jaar in onveilige en ongezonde omstandigheden werken”, zegt Alfred Vanwinsen, voorzitter van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg van Brussel.
Sinds de splitsing van het vroegere gerechtelijke arrondissement Brussel in twee arrondissementen, Brussel en Halle-Vilvoorde, zijn ook de Brusselse rechtbank en haar griffies gesplitst. De Nederlandstalige correctionele griffie werkt al sinds april 2014 in kleine, slecht verlichte en slecht verluchte lokalen.
Die lokalen zijn bovendien te klein om alle dossiers op te slaan, zodat een aantal dossiers bewaard werden in een voormalige zittingszaal van het Brusselse vredegerecht, in het oude justitiepaleis. Daar liggen de loodzware dossiers op gammele metalen rekken, die niet verankerd zijn.
“Toen een griffiemedewerkster op 1 april een dossier kwam ophalen, begaven de kasten het en raakte ze bedolven”, zegt rechtbankvoorzitter Vanwinsen. “Gelukkig nam ze een dossier op het onderste rek en raakte ze slechts lichtgewond. Het had veel erger kunnen zijn.”
Als bij wonder hield de vrouw er enkel een snijwonde en enkele flinke blauwe plekken aan over.
De vrouw nam één dag verlof om een arts te bezoeken en is intussen weer aan de slag. De situatie is echter wraakroepend, vindt de voorzitter. “Ons personeel werkt al twee jaar in onveilige en ongezonde omstandigheden. In maart 2014 was ons al beloofd dat de griffie naar het voormalige postkantoor zou verhuizen. De plannen zijn daarvoor al lang klaar maar het dossier wordt tegengehouden op de Regie der Gebouwen. Waarom is ons volkomen onduidelijk.”
Bron » De Standaard