“De rechterlijke macht is in gevaar”

Luc Maes, de eerste voorzitter van het hof van beroep in Brussel heeft tijdens de eedaflegging van twee nieuwe raadsheren zijn bezorgdheid geuit over de strenge besparingsmaatregelen die Justitie worden opgelegd.

“De rechterlijke macht is in gevaar. De besparingen beletten de rechters om binnen een redelijke termijn hun opdracht op een correcte en rechtvaardige manier te vervullen. We moeten waken dat de rechters niet de curatoren van het faillissement van Justitie worden.” zei Luc Maes, de eerste voorzitter van het hof van beroep van Brussel, naar aanleiding van de eedaflegging van twee nieuwe raadsheren.

Het waren twee rechters van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg van Brussel, Joëlle Van Ex en Bruno De Gryse, die maandag werden benoemd tot raadsheer bij het hof van beroep. Met hun aanstelling komt het totale aantal raadsheren in Brussel op 74. In 2013 velde het hof 9.593 arresten, waarvan 4.212 in de burgerlijke kamer, 3.022 in de kamer van inbeschuldigingstelling en 1.550 in de correctionele kamer.

“Laten we er beslist voor ijveren dat de vermageringskuur die de beleidsverantwoordelijken voornemens zijn ons op te leggen niet de neergang in zich draagt van de mooiste job ter wereld waarvoor ook u gekozen heeft: rechtspreken”, sprak de eerste voorzitter tot de pasbenoemde rechters.

Luc Maes drukte ook zijn bezorgdheid uit over de staat van het Brusselse justitiepaleis, waar de eedaflegging doorging. Daarvoor citeerde hij Clément Labye, die in 1885, twee jaar na de ingebruikname van het enorme gebouw, al waarschuwde voor de mogelijk desastreuze gevolgen als het gebouw (tijdelijk) zou worden verwaarloosd.

Momenteel zijn twee zalen van het hof van beroep niet beschikbaar door waterschade die in juli vorig jaar werd opgelopen. “Men doet er niets aan om deze zalen te herstellen”, aldus nog Luc Maes.

Op vrijdag komen alle magistraten van het land samen in het justitiepaleis voor Alarmdag, “om het publiek te informeren over de stand van zaken bij Justitie en over de geplande maatregelen die het functioneren ervan zullen aantasten”.

Bron » De Standaard