Geens schaft celstraffen van één jaar of korter af

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) wil celstraffen onder het jaar afschaffen. In plaats daarvan krijgen die veroordeelden een andere straf, zoals de enkelband. Dat en andere maatregelen moet leiden tot een sterke verlaging van het aantal gedetineerden. “De bevolking in de gevangenissen moet de komende jaren duurzaam onder de tienduizend zakken”, vindt Geens.

Woensdag stelde Geens zijn alomvattend Justitieplan voor en daar zit een aantal maatregelen in die een grote verandering voor het strafbeleid inhouden.

De belangrijkste veranderingen kort samengevat:

  • Gevangenisstraffen tot één jaar worden afgeschaft, ter compensatie wordt het (alternatieve) straffenarsenaal uitgebreid.
  • Naast het elektronisch toezicht en de probatie wil minister Geens ook de verbeurdverklaring, de verplichte ontwenning en de verwijdering van het grondgebied als autonome straffen.
  • De voorlopige hechtenis wordt drastisch ingeperkt. Voor feiten die bestraft worden met een celstraf tot drie jaar krijgt een beklaagde automatisch een enkelband voor zijn proces, voor misdrijven waar straffen op staan tot vijf jaar cel mag de voorlopige hechtenis maximum vier maanden duren.
  • De vervroegde vrijlating wordt aangepast. Weg met de Wet-Lejeune: in plaats van na één derde van zijn straf, zal een veroordeelde pas kunnen vrijkomen na minstens de helft van zijn straf. Recidivisten, die vandaag twee derde moeten uitzitten, moeten ook minstens de helft uitzitten, maar worden verplicht begeleid met het oog op hun re-integratie in de maatschappij.

Veruit het meest opvallend is de afschaffing van de celstraf korter dan of tot één jaar. Vandaag worden die vonnissen in de praktijk al erg vaak omgezet in een thuisdetentie met enkelband. Dat wordt volgens de plannen van Geens de algemene regel. Door de celstraf voor veroordelingen tot een jaar af te schaffen, wil Geens de gevangenisbevolking verkleinen. Nu zijn er ongeveer 11.400 mensen opgesloten, terwijl er maar plaats is voor 10.185.

Geens is ook van plan het aantal mensen in hechtenis te verminderen. “Onze gevangenissen zijn voor een derde bevolkt met mensen in voorlopige hechtenis”, zegt Geens. “Dat komt deels doordat die dikwijls wordt gezien als een soort voorafname op de eigenlijke straf. Dat kan de bedoeling niet zijn.”

Als iemand wordt aangehouden voor feiten waar één tot drie jaar gevangenis op staat, zal de voorlopige hechtenis gebeuren met een enkelband. Als er drie tot vijf jaar op de feiten staat, is er een maximumtermijn van bijvoorbeeld vier maanden voor de voorlopige hechtenis.

In de plannen staat ook een diepgaande verandering van de vervroegde vrijlatingen. Nu is dat na minimum een derde van de opgelegde straf, Geens zal dat optrekken naar de helft. Wie voor de tweede keer voor hetzelfde soort misdrijft wordt veroordeeld, kan nu na twee derde van de straf vrij komen als hij zich dan aan voorwaarden houdt. Die termijn wordt verlaagd tot de helft.

Volgens Geens kiezen recidivisten er nu te vaak voor om hun volledige straf uit te zitten en dan zonder voorwaarden de gevangenis te verlaten. “We moeten veel meer inzetten op re-integratie”, vindt hij. “Als iemand na de helft van de straf vrij kan komen, is dat een stimulans om te werken aan zijn re-integratie.”

Door de strafuitvoering aan te passen, wil Geens een logischer strafbeleid uit de grond stampen. De kern daarvan is een aanpassing van de strafmaten. Het Strafwetboek dateert uit de negentiende eeuw, toen geldmisdrijven ernstiger werden gevonden en dus zwaarder bestraft dan bepaalde misdrijven met geweld. Een update moet die verhoudingen omkeren.

De overbevolking van de gevangenissen moet daarnaast ook dalen door geïnterneerden zoveel mogelijk te verhuizen naar forensische psychiatrische centra en aangepaste gevangenisvleugels.

Illegale migranten die in de gevangenis verblijven, zo’n 2.000 personen in totaal, wil Geens vlotter laten repatriëren. “Nu wordt zo’n dossier twee maanden voor de vrijlating opgestart bij de Dienst Vreemdelingenzaken”, zegt Geens. “Dat zou zes maanden moeten zijn. Ik werk op dat vlak goed samen met staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA).”

Ook door meer in te zetten op alternatieve straffen moet de instroom in gevangenissen verminderen. “Daarbij denk ik aan een rechter die vonnist dat iemand het land uit wordt gezet”, geeft Geens als voorbeeld. “Dat zou moeten kunnen wanneer de veroordeelde niet de Belgische nationaliteit heeft.”

Bepaalde straffen die rechters nu enkel als extra sanctie op kunnen leggen, zullen op zichzelf komen te staan. Het was al bekend dat probatie, zoals bijvoorbeeld het opleggen van een afkick-programma, een zelfstandige straf wordt. Dat moet ook het geval zijn met de verbeurdverklaring.

Bron » De Standaard