In de Kamercommissie-Justitie werd vandaag het wetsontwerp ‘Potpourri III’ goedgekeurd. Daarmee mikt Justitieminister Koen Geens (CD&V) op een ‘menselijker interneringsbeleid’, lees: minder misdrijven zullen leiden tot internering.
Het goedgekeurde wetsontwerp behelst twee grote luiken: internering en een modernere, efficiëntere Justitie. Internering is een oud zeer: ons land telt zo’n 4.000 mensen met een ernstige geestesstoornis. De helft van hen zit thuis, een vierde zit in zorginstellingen en nog eens 1.000 à 1.100 psychiatrische patiënten verblijven in een strafinrichting. Dat is niét de juiste plaats voor deze mensen, oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg meermaals.
Samen met minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) creëerde Geens al honderden extra plaatsen voor geïnterneerden bij, met de derde potpourriwet wordt een nieuwe stap gezet. De wet brengt een aantal verbeteringen aan op de recente interneringswet van 2014, de zogeheten ‘Wet-Anciaux’.
Via de invoering van ‘interneringskamers’ – officieel de ‘Kamers voor de Bescherming van de Maatschappij’ – wordt de procedure beter afgestemd op de zorgnoden van de geïnterneerde. Zij krijgen de bevoegdheid om te interneren, beroep aantekenen is mogelijk. Er komt een verplicht psychiatrisch onderzoek.
Opmerkelijk: internering zal alleen nog mogelijk zijn voor zwaardere misdrijven, ondanks het negatieve advies ter zake van het College van Procureurs-generaal. Wie onder de drempel valt, moet ‘aangepaste zorg’ krijgen, aldus Geens. Die zwaardere misdrijven zijn (niet-correctionaliseerbare) misdaden en wanbedrijven die een aantasting of een bedreiging van de fysieke of psychische integriteit hebben opgeleverd.
De meer gerichte internering moet, in combinatie met de extra plaatsen, de overbevolking in de gewone gevangenissen afbouwen.
Naast de internering regelt de derde potpourri-wet ook de digitalisering en centralisering van de ‘betekeningen’ van de gerechtsdeurwaarder. Tot slot komt er ook een verplichte opleiding voor alle leidinggevenden binnen de gerechtelijke wereld, om beter en bewuster om te springen met gerechtskosten.
Bron » De Standaard