Verdedigers van de afkoopwet schermen al jaren met dezelfde argumenten. Maar een vertrouwelijk rapport van de overheidsdienst Justitie uit 2014 ondergraaft die stuk voor stuk. In het rapport van 160 pagina’s getuigen 60 magistraten anoniem over hun ervaring met de gecontesteerde regeling waarbij vervolging afgekocht wordt via een minnelijke schikking. Hun verklaringen leren dat de toepassing van de afkoopwet niet verloopt zoals beweerd wordt.
1. Rijk en arm worden gelijk behandeld
- “Mensen die de middelen hebben om de minnelijke schikking te betalen zijn duidelijk in het voordeel. Klassenjustitie? Ja, in bepaalde dossiers waarover men veel praat.”
- “Ja, de rijken kunnen toch de beste adviseurs betalen.”
- “Professor X komt zeggen dat het allemaal klassenjustitie is, je kunt die man moeilijk verdenken van niet op de hoogte te zijn van het juridische kader waarin dit allemaal gebeurt.”
- “Door alleen in financiële dossiers de afkoopwet toe te passen, geef je de indruk dat je klassenjustitie toepast.”
2. Justitie neemt het initiatief
- “In regel gaat het initiatief uit van de verdachte.”
- “Uit de natuur der zaken volgt eigenlijk dat het initiatief wel van de verdachte moet komen (…) Bij een gewone minnelijke schikking ligt het initiatief bij ons.”
- “Inzake de verruimde minnelijke schikking hebben we nog geen beleidsstrategie.”
3. Er bestaat een duidelijke procedure
- “Je marchandeert. Zoals met de solden, je slaat de prijs eerst een beetje op en dan doe je er wat van af en dan denkt iedereen dat ze winst gemaakt hebben.”
- “Bij ons gebeurt alles informeel, tot helemaal op het einde.”
- “Ja er wordt onderhandeld over het bedrag van de minnelijke schikking. Ik vind dit misschien de minst aangename kant van onze job, we zijn ten slotte magistraten.”
- “Meestal nemen de advocaten op voorhand eens contact op met ons, ze bellen eens of springen eens binnen omdat ze nog niet zeker zijn over de nieuwe procedures en om even te polsen.”
- “We zeggen niet op voorhand dat we gaan onderhandelen, maar is men niet akkoord, dan kunnen ze een tegenvoorstel doen en dan zullen we ons daarover beraden. Voor kleinere bedragen gaan we voor een minnelijke schikking oude stijl. We stellen een bedrag voor zonder onderhandeling. Voor grotere bedragen gaan we toch eerder onze tijd nemen en is er toch ruimte voor onderhandeling.”
4. De boete is welbepaald
- “Ik denk dat dit een van de meest problematische en moeilijke dingen is van deze wet. Hoe kun je de hoogte van de boete bepalen.”
- “In de praktijk blijken er ook regionale verschillen te bestaan in de toepassing.”
- “De pers zegt dat de rijken hun proces kunnen afkopen en ik vind dat ze gelijk heeft. Dit is niet normaal maar het is beter om een bedrag binnen te halen dan helemaal niets.”
5. Justitie heeft zo minder werk
- “Dit is meer werk dan dat we gewoon naar de zitting gaan.”
- “De belangrijkste reden waarom het niet zo veel voorkomt is net die bijkomende werklast. Je dagvaarding is gemaakt, de eindvordering is gemaakt, je dossier is eigenlijk klaar.”
- “Onthoud dat het administratief zeer zwaar is en daar waar men initieel ook beoogd heeft om de werkdruk daardoor te verminderen en snellere doorlooptijden te creëren, dat het soms wel een tegenovergesteld effect heeft.”
Bron » De Morgen