Er is momenteel geen sprake van een voorlopige invrijheidstelling van gewezen rijkswachter Madani Bouhouche, zo werd ons gisteren bij Justitie bevestigd. Daarmee krijgt Bouhouche voor de derde maal een negatief antwoord op een verzoek tot voorlopige invrijheidstelling. Van Parys volgt daarmee de houding van zijn voorganger Stefaan de Clerck die in april de verloven introk nadat Bouhouche eerder van 33 verlofdagen had genoten. Bouhouche is niet te spreken over deze beslissingen.
Advocaat Stéphane Lempereur maakte het ongenoegen van de gewezen rijkswachter kenbaar. “Madani Bouhouche heeft recht op een vervroegde vrijlating sinds november 1995. In februari van hetzelfde jaar werd hij, na zeven jaar voorarrest, door het Brabantse assisenhof voor de roofmoord op Sabena-veiligheidsagent Francis Zwarts en de moord op de Libanese diamantair Ali Suleiman Ahmad tot twintig jaar cel veroordeeld. Hij heeft er dus al meer dan tien jaar cel opzitten. Tot driemaal toe is zijn verzoek tot voorlopige invrijheidstelling afgewezen.”
“De minister stelt dat het een gunst en geen recht is. Dat klopt, maar alle adviezen voor de vrijlating zijn positief. Een reden om hem die vrijlating te weigeren is er dus niet. Tenzij de minister schrik heeft van de reactie van pers en publieke opinie. Ofwel is de minister het slachtoffer van de legende die wil dat Bouhouche iets met de Bende van Nijvel te maken heeft. Een legende die via een door de speurders georchestreerde mediacampagne bij de publieke opinie een vaststaand feit is geworden. Telkens Bouhouche om zijn voorlopige invrijheidstelling verzocht, doken de Bende-verhalen rond zijn persoon weer op.”
“Maar Bouhouche is nooit in verdenking gesteld voor de feiten die aan de Bende van Nijvel worden toegeschreven. Als de Bende-speurders elementen tegen Bouhouche zouden hebben, moeten zij hem hiermee confronteren. De speurders hebben zelfs niet gevraagd of hij zich aan een DNA-analyse in het bestek van het Bende-onderzoek wil onderwerpen. Wij weten niets van dat dossier en kunnen ons ook niet verdedigen. De minister mag trouwens enkel rekening houden met het dossier waarvoor hij veroordeeld werd en niet met een werkhypothese in het Bende-onderzoek”, aldus Stéphane Lempereur.
Robert Beijer, die altijd in één adem met Bouhouche werd genoemd, heeft van zijn kant nog geen antwoord gekregen op zijn verzoek tot voorlopige invrijheidstelling dat sinds juni bij de minister ligt. Het assisenhof veroordeelde hem tot 14 jaar cel voor de heling van een uurwerk dat tijdens de moord op Francis Zwarts werd gestolen. Sinds enkele maanden geniet Beijer van penitentiaire verloven. Philippe de Staerke, die door rechter Freddy Troch in verdenking gesteld werd voor de Bende-overval in Aalst, geniet eveneens penitentiair verlof.
Bron » De Tijd